2 maart 2001. Betreft: HEIN ROOD Kenmerk: JH/HdK20010302. Nijmegen, donderdag 1 maart 2001. 23.00 Vanavond ben ik nog even naar Applebee's geweest voor een Imperator. Op de televisie zag ik de berichtgeving over de vrijlating van Karel Aalbers. In Eerbeek werd zijn woordvoerder Hein Rood aan enkele vragen onderworpen. Hij liet weten goede hoop te hebben op een goede afloop van de ontwikkelingen. Ik denk in dit verband aan het telefoongesprek dat ik eergisteren met Mieke Vermeulen had in Fuengirola. "Karel Aalbers is een heel goede vriend van Ronald", vertelde ze mij. "Het is een heel aardige man". "Dat geloof ik wel", heb ik haar geantwoord, "maar het ziet ernaar uit dat hij van mijn Businessplan gebruik heeft gemaakt en overal waar Cervantes staat Vitesse heeft ingevuld. Dat is valsheid in geschrifte en dan heb je een probleem". Ik sluit echter niet uit dat de heer Aalbers in dit verband te goeder trouw heeft gehandeld. Het doet mij denken aan een soortgelijke situatie in 1987. In die tijd was het concern Vedior van plan zich op de particuliere opleidingenmarkt te gaan begeven. Ik heb in die tijd toen contact gezocht met de directie van die toekomstige opleidingspoot. De SBO had ik toen al opgericht. Het leek mij een aardig voertuig om de verkoop van het Management Informatie Systeem van NIOW-Talen B.V. te promoten teneinde het financiële probleem binnen die BV op te lossen. Ik heb de stichting SBO toendertijd derhalve bij de onderhandelingen betrokken teneinde te voorkomen dat de naamsbekendheid van mijn toenmalige taleninstituut zou lijden onder de publiciteit die een dusdanige transactie zou gaan geven. Hieromtrent hebben wij in die tijd een gesprek gevoerd met de heer Noorlander van Vedior in Almere. Mijn gesprekspartners waren toen Peter Ottenhoff en Toby Neuman. Ingeval de heer Noorlander positief op mijn voorstel zou hebben gereageerd zou ik de deal uiteraard met mijn collega's van NIOW BMO B.V. hebben uitgewerkt. Die transactie is echter niet tot stand gekomen ten gevolge van mijn gedwongen vertrek aldaar in juli 1987. De heren hadden inmiddels voor een eigen strategie gekozen waarin geen rol voor mij meer was weggelegd. Ik kan mij voorstellen dat de heer Aalbers om soortgelijke motieven de naam Cervantes nog niet naar buiten heeft gebracht. Het onderzoek van de Rechtbank van Arnhem juich ik echter ten zeerste toe. Ik handhaaf daarbij mijn standpunt dat de heer Aalbers mijns inziens zijn beleid in het kader van FC Cervantes te Arnhem kan voortzetten zodra de rechtbank terzake een positief oordeel zal afgeven. Vanavond vernam ik eveneens dat de moordenaar van Anne de Ruyter de Wildt uit Groningen een gevangenisstraf van acht jaar opgelegd heeft gekregen. Het betreft de vermoorde dochter van de advocaat van de heer Breuker in Groningen. Ik heb de heer Breuker terzake gedurende enkele jaren begeleid teneinde te voorkomen dat Liesbeth in die situatie schade zou hebben opgelopen ten gevolge van het beleid van haar voorganger Mr. Tjeb Maris. Dit wil niet zeggen dat ik Tjeb verantwoordelijk houd voor hetgeen de heer Breuker hem ten laste heeft gelegd. Ik kan uitsluitend redeneren vanuit mijn eigen referentiekader en dat zegt dat ons Cervantes Plan thans de fase heeft bereikt waarin praktisch alle probleemgevallen tot een goed einde zijn gebracht met uitzondering van de veroordeling van Mohamed Al Fayed in de ontvoeringszaak van de Prinses van Wales. Ook in deze zaak dient met uiterste zorgvuldigheid te worden gehandeld. Zodra de Britse bevolking de ware toedracht verneemt zou Harrods wel eens in een eigentijdse Bastille kunnen veranderen. Het lijkt mij daarom een goede zaak dat Mohamed thans persoonlijk zijn verantwoordelijkheid neemt op eenzelfde wijze als de wethouder van sociale zaken van de gemeente Enschede heeft gedaan inzake de vuurwerkramp aldaar. Met een bestorming van Harrods door de Londense bevolking is hij niet gediend. Noch de heer Van der Heijden van het gelijknamige meubelbedrijf alhier.
Met het nakomen van zijn betalingsverplichtingen en de erkenning van zijn gemaakte fouten wél. Daar sta ik nog steeds voor open. Ik heb hem niet voor niets voor een diner uitgenodigd in Londen met kerstmis 1997. Naast de juridische kant van de zaak is er ook nog een menselijke kant. Dat geldt ook voor de vader van de ontvoerder van mijn Britse partner.
Vrijdag 2 maart
2001
Tob Swelheim van NUON.
Of en wanneer Aalbers en de andere verdachten zich daadwerkelijk
voor de rechter moeten verantwoorden, is voorlopig nog onduidelijk.
Het landelijk Parket durft zelfs geen termijn te noemen, waarbinnen
het onderzoek wordt afgesloten.
Liefde is... ...hem
overal dichtbij hebben.
Daarom ga ik nu in Velp
naar de sauna.