Betreft: Uw kenmerk 0950000 - AQ 588.096. Datum: 25 februari 1997. Tijd: 10.40 uur. Aantal pagina's: 5 Geachte heer Quataert, Bovenvermelde brief d.d. 21 februari 1997 heb ik in goede orde ontvangen.

U verzoekt mij hierin namens de vereniging Instituto Cervantes te Madrid af te zien van het gebruik van het merk INSTITUTO CERVANTES. Ik heb hierop de volgende reactie.

De rechten van het gebruik van dit handelsmerk komen in de Benelux slechts mij toe en wel op de volgende gronden:

Het Spaanse Instituto Cervantes heeft haar beeldmerk ingeschreven in de Benelux op basis van een zogenaamde internationale inschrijving onder nr. 590 782. Deze inschrijving werd per 31 juli 1992 verricht door het Spaanse Instituto Cervantes, maar op basis van een internationale prioriteitsregeling, vermeld in het depot onder "Premier dépôt au sens de l'article 4 de la Convention de Paris, selon déclaration du déposant: Espagne, 31 janvier 1992, 1 681422" gaat het recht voor de Benelux terug tot deze datum. Het recht op de inschrijving is echter volgens de regels op 1 augustus 1995 vervallen, namelijk drie jaar na depot-datum. In het geval de wederpartij tot 31 juli 1995 geen rechtsgeldig gebruik heeft gemaakt van het merk en zulks derhalve niet aangetoond kan worden door de wederpartij is haar merkrecht vanaf 1 augustus 1996 vervallen en kan ik op basis van mijn herregistratie per 28 februari 1995 de betere rechten laten gelden. Aangezien uw cliënt desalniettemin rechten tracht te ontlenen aan haar merkdepot vecht ik dit hiermede aan op basis van Artikel 4.6 van de Benelux Merkenwet, dat vermeldt dat het depot geen rechtskracht heeft wanneer dit te kwader trouw is verricht.

Onder een te kwader trouw verricht depot wordt volgens dit artikel onder meer verstaan:

a. het depot dat wordt verricht terwijl de deposant weet of behoort te weten, dat een derde binnen de laatste drie jaren in het Beneluxgebied een overeenstemmend merk voor soortgelijke waren te goeder trouw en op normale wijze heeft gebruikt, en die derde zijn toestemming niet heeft verleend;

b. het depot dat wordt verricht terwijl de deposant op grond van zijn rechtstreekse betrekking tot een derde weet, dat die derde binnen de laatste drie jaren buiten het Beneluxgebied een overeenstemmend merk voor soortgelijke waren te goeder trouw en op normale wijze heeft gebruikt, tenzij die derde zijn toestemming heeft verleend, of bedoelde wetenschap eerst is verkregen nadat de deposant een begin had gemaakt met het gebruik van het merk binnen het Beneluxgebied.

Ter verduidelijking schets ik U hieronder enkele door mij genomen acties teneinde tot een samenwerking met de Spaanse overheid te geraken.

1. Op 18 mei 1992 heb ik in een persoonlijk kort onderhoud met de secretaris generaal van het Spaanse Instituto Cervantes, de heer don Juan A. Gimeno, te Alcalá de Henares een samenwerkingsintentie uitgesproken 'zodra het probleem van de naam is opgelost'.

2. Op 13 april 1992 had ik op de Spaanse ambassade een gesprek met de toenmalige cultureel attaché mevrouw María Jesús Alonso. Ik heb haar in dat gesprek van mijn handelsmerk in kennis gesteld.
3. Op 16 juli 1992 heb ik op advies van het advocatenkantoor
Nauta Dutilh te Amsterdam een brief verzonden aan de directie van het 'Instituto Cervantes' te Alcalá de Henares - met referte aan mijn bezoek aldaar op 18 mei daaraan voorafgaand - met de mededeling dat ik enig rechthebbende ben van de naam Instituto Cervantes en het verzoek mij mede te delen niet op eigen initiatief een Instituto Cervantes in de Benelux te vestigen, teneinde verwarring bij het publiek te voorkomen.
4. Op 5 augustus 1992 heb ik dit verzoek herhaald in een fax aan de heer Gimeno in Alcalá en een brief aan de
sociaal attaché te 's-Gravenhage, de heer Carlos Hernández García. Een afschrift hiervan is aan mevrouw Alonso verzonden.
5. Op
20 augustus 1992 zond de sociaal attaché, de heer Hernández, mij een ontvangstbevestiging van de hierboven vermelde brieven met de mededeling dat hij een kopie hiervan heeft doen toekomen aan de directeur van het Instituto Cervantes in Alcalá de Henares.

Op grond van het bovenstaande stel ik vast dat uw cliënt het in Uw brief 0950000 - AQ 588.096 vermelde depot in juridische zin te kwader trouw heeft verricht. Ik heb de Spaanse regering immers officiëel van mijn rechten in kennis gesteld en dit is door de Embajada de España in haar brief "No. 2216 Fecha 21.8.92" officiëel bevestigd.

Ik voeg hieraan het volgende toe.

Tot voor kort - voorjaar 1996 - heb ik het handelsmerk niet in gebruik kunnen nemen ten gevolge van bedreigingen, berovingen en intimidaties waaromtrent ik de informatie in een bericht aan de Nederlandse Minister van Justitie d.d. 9 mei 1995 beschikbaar heb gesteld voor de Hoge Raad. Het had mede betrekking op de liquidatie van mijn naamgenoot op 10 april 1993 te Alkmaar. Het rapport Inzake Opsporing van de enquêtecommissie opsporingsmethoden maakt hiervan melding onder § 3.13.3. In mijn visie heeft deze zaak geleid tot het onderzoek naar het functioneren van het CID Kennemerland. Blijkens het artikel 'Moorden met goedkeuring van IRT?' op pagina 5 van de Telegraaf van zaterdag 9 september 1995 is de heer Van der Heijden met medeweten van de Haarlemse CID opgeblazen.

In mijn visie heeft deze situatie geleid tot het rijksrecherche-onderzoek aangaande deze zaak dat in opdracht van de Minister van Justitie tot stand is gekomen nadat ik haar van deze problematiek in kennis had gesteld. Tegen de hiervoor verantwoordelijke Nederlandse overheidsfunctionaris is thans vervolging ingesteld. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of vertegenwoordigers van de vorige Spaanse regering bij de voorbereiding van deze liquidatie betrokken zijn geweest. Te Uwer informatie deel ik U mede dat ik op 31 juli 1996 de toekomstige staatshoofden van de Benelux en Spanje heb uitgenodigd in het bestuur van de Stichting Cervantes Benelux zitting te nemen. Zij hebben hierop positief gereageerd maar waren helaas - ten gevolge van de bij de verschillende Koninklijke Huizen geldende regels - niet in staat mijn uitnodiging te accepteren.

Het definitieve recht om in de Benelux permanent van het merk INSTITUTO CERVANTES gebruik te maken heb ik in het voorjaar van 1996 gevestigd, getuige bijgaande verklaring van de rector van Instituut Blankestijn te Utrecht d.d. 10 februari jongstleden. In historische zin heb ik nogal wat goed te maken aangaande onze Spaanse vrienden - geachte heer Quataert - Ik ben een vermoedelijke nazaat van Gaspar van der Heyden (Mechelen 1530 - Bacharach 1584), oprichter van de Nederduits Gereformeerde kerk. Gaspar heeft met zijn hagepreken ooit de Spaanse furie over zich heen geroepen, hetgeen de aanleiding was tot de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Met mijn wedijver om het Spaans als regulier eindexamenvak in het Nederlands onderwijs in te voeren vanaf 1998 hoop ik daartoe al een steentje te hebben bijgedragen. U begrijpt uiteraard dat ik van mijn historisch verworven recht geen afstand zal doen. Dat neemt niet weg dat ik mij voor de taak gesteld zie om thans bruggen te gaan slaan tussen de partijen die het gedachtengoed van Cervantes goed gezind zijn. Op 20 en 24 februari jongstleden heb ik samenwerkingsideeën aan de regeringsleiders van Nederland en Spanje doen toekomen. De Minister President van Spanje weet inmiddels wat mijn initiatief voor zijn regering betekent getuige bijgaande kerstkaart die het Instituto Cervantes Benelux van hem mocht ontvangen.

In dit verband maak ik u deelgenoot van een persoonlijke ervaring die ik ook in het Spaans aan de Spaanse premier heb gemeld: 'In de week van 26 april van vorig jaar heb ik een reis gemaakt naar Salamanca. Ik vertrok per bus vanuit de stad Breda. Eenmaal in Salamanca aangekomen trof ik in de 'Gaceta de Salamanca' een tekening met een weergave van 'Las Lanzas de Breda' (De overgave van Breda, in het Prado JH) van Velázquez, waarin uw voorganger zijn sleutels overdraagt aan U. U zult ongetwijfeld beseffen wat dat betekent. Het waren mijn sleutels. Ik heb U mijn persoonlijke steun gegeven als Instituto Cervantes Benelux. Nu bent U aan de beurt.'

Hier mag vanaf nu dus wel iets tegenover komen te staan en ik wens derhalve vanaf heden van het soort brieven zoals onderhavige te blijven verschoond. Ik ben slechts geïnteresseerd in positieve samenwerkingsvoorstellen. Vanaf 1 april hoop ik mijn ontwikkelingswerk in het Verenigd Koninkrijk te kunnen voortzetten. Desgewenst zend ik u mijn Business Plan teneinde uw cliënten in de gelegenheid te stellen mij te laten weten op welke wijze mijn Spaanse vrienden mijn plannen kunnen ondersteunen. Mijn beleidsplan is ontstaan op het Management Opleidingscentrum van de Nederlandse werkgeversorganisatie VNO/NCW de Baak te NOORDWIJK en heeft tot doel Nederlands-Spaans arbeidsmarktbeleid te ontwikkelen. Daartoe is hier al gedurende een groot aantal jaren - op mijn initiatief - ontwikkelingswerk verricht en vele netwerkcontacten binnen het Nederlands-Spaanstalige bedrijfsleven opgebouwd vanaf 1992. Deze plannen dienen thans tot uitvoering te worden gebracht en ik denk dat het goed is dat uw cliënt deze plannen ondersteunt. Het wordt nu hoog tijd dat er op een positieve wijze naar samenwerkingsvormen wordt gezocht. Deze zaak heeft al te veel slachtoffers veroorzaakt. Ten tijde van de liquidatie van mijn naamgenoot in Alkmaar ben ik door partijen uitgeschakeld met 'geneesmiddelen' haldol, tegretol en cisordinol, waarvan ik thans herstellende ben. De krachten bundelen! Dat is het devies! Dan hebben we echt reden om in 1998 het 350-jarig bestaan van de Vrede van Munster feestelijk luister bij te zetten. Hoogachtend, INSTITUTO CERVANTES. J.L. Van der Heyden. Bijlagen: -Kerstkaart van El Presidente del Gobierno gericht aan het Instituto Cervantes Benelux; Verklaring van de rector van Instituut Blankestijn d.d. 10 februari 1997 P.S. Graag zet ik de Stichting Cervantes Benelux om in European Cervantes Foundation. Gaarne nodig ik een lid van de Spaanse Koninklijke Familie uit in het bestuur van deze nieuwe stichting zitting te nemen. Ook een lid van de Vereniging Instituto Cervantes te Madrid is welkom ter overbrugging. CC De Minister President van de Staat der Nederlanden; Knijff & Partners, Weesp

10 MAART 1997 UW KENMERK 0950000 - AQ 588.096 TER ATTENTIE VAN BUREAU GEVERS TE DIEGEM