Nijmegen, 6 december 1993 Beste Tjitse, Ontwikkelingen gaan zeer snel. Zaterdag kreeg ik van José een reactie op mijn brief van oktober waarin ze mij vertelt dat ze niet veel meer voor mij kan doen omdat ze niet meer bij Nieuw Elan werkt. Ik kan hieruit geen voorbarige conclusie trekken anders dan dat we kunnen vaststellen dat José niet (meer) op mijn stoel van Nieuw Elan zit. Op zich ademde het door José verzonden kaartje een vriendelijke, behulpzame sfeer in een evenwichtig handschrift (met een taalfout: "Ik heb jou brief ontvangen"). Zoals je weet heb ik met José nooit een echt onaangename werkrelatie gehad. Mijn ervaringen met José tijdens de AtM-cursus zijn geheel anders dan die van jou. Ik heb José zelfs nog op de laatste cursusdag in oktober 1989 een roos ten afscheid gegeven en ik sluit niet uit dat ik mijn baan bij Nieuw Elan mede aan de verhalen heb te danken die José aan L. heeft verteld getuige L.s uitspraak "Er wordt met respect over jou gesproken". José had ook wel respect voor mij nadat ik haar persoonlijk van mijn achtergronden in kennis had gesteld. José's briefje heeft als aanhef "Dag John", maar eindigt met "Sterkte in ieder geval op weg naar je herstel. Met vriendelijke groeten, José Ravenstein".
1. Jouw brief
van 24 november 1993
Dank hiervoor. De service van de Groningse
politie vind ik ook opvallend. Kan het niet zo zijn dat de politie
meer belangstelling voor je heeft getoond doordat je in verband
met onze gemeenschapplijke problematiek bij de politie bekend
bent? Misschien is er wel een onderzoek gaande naar de "criminalisering
van het onderwijs". In een autorit van meer dan een uur kun
jij immers goed worden geobserveerd en hebben ze jou vragen kunnen
stellen die voor een eventueel onderzoek van belang kunnen zijn.
Maar goed, dit is maar giswerk en kan eventueel onder de categorie
"fantasieën" worden gerubriceerd. Vandaag nog las
ik in De Gelderlander over de liquidatie van een Nijmeegse drugshandelaar.
Uit genoemd artikel blijkt dat de door Jan
Wilzing gepropageerde handelwijze al in uitvoering wordt gebracht.
Dit blijkt ook uit de liquidatie van Medellín-baas Escobar.
De top van het gehele Medellín-kartel schijnt nu volgens
de pers door de Colombiaanse overheid te zijn geliquideerd. Concurrenten
uit Cali, het zg. Calikartel, zijn echter direct in het ontstane
gat in de markt gedoken. Jouw
opmerking over mijn maandenlange goede en vertrouwelijke samenwerking
met L. is raak getypeerd. Ik zou in mei/juni inderdaad erg gelukkig
zijn geweest als ik iets persoonlijks van haar of van de NE-groep
had gehoord. Ik heb mij inderdaad tot mijn laatste krachten voor
Nieuw Elan
ingezet, ondanks alle moeilijke omstandigheden. Je schrijft "Het zal wellicht hard aankomen,
maar ik wil je toch laten weten dat je niets meer van Nieuw
Elan zult horen". Ik weet niet op basis van welke informatie je
tot deze conclusie bent gekomen en ik begrijp ook niet waarom
ze dat als een 'schuldbekentenis' zouden beschouwen. Kun je me
dat iets meer toelichten? In
de therapie blijf ik inderdaad nog aan het reduceren en deduceren.
De afgelopen week heb ik mij beziggehouden met de eerste periode
waarin ik contact met het Arbeidsbureau Amsterdam kreeg en de
gevolgen hiervan voor mijn beleid bij het NIOW.
Ik vertel je daar hierna wat meer over. Ik
ben ontzettend benieuwd naar de mogelijkheid van een rechtszaak.
Wat de handtekening van L. betreft kun je ervan uitgaan dat zij
vanuit haar organisatiekundige achtergrond alleen gekeken heeft
naar de situatie waarin de organisatie verkeerde, zonder aanziens
des persoons. De handtekening die ertoe moest dienen het "organisatieprobleempje",
waarin jij betrokken was, op te lossen, was nodig om dit probleem
bij de dienst SoZaWe
terug te leggen. Althans zo heb ik dat, L. kennende, begrepen.
L. had een soort "chirurgfunctie" in die tijd. Tegels
had jou nooit tot de AtM-opleiding mogen toelaten zonder jou vooraf
een test te hebben laten afleggen. Althans dat is mijn mening.
Alle overige cursisten hadden wel een screening achter de rug.
Ik heb overigens ook begrepen dat L. in
de mening verkeerde dat er t.a.v. de beëindiging van jouw
cursusdeelname bij alle betrokken partijen overeenstemming bestond.
Ik heb het woord "organisatieprobleempje" met opzet
in de verkleinende vorm gezet omdat het probleem Breuker mijns
inziens - in organisatiekundige zin - in geen enkel opzicht opwoog
tegen de gigantisch veel grotere problemen waarmee wij als Nieuw Elan-management
te kampen hadden. L. en ik hadden vanaf het allereerste begin
als uitgangspunt van ons werken "structureren
en rationaliseren". Dit wil ik
tijdens een rechtszaak best verklaren. L. is daarbij klinisch
en analytisch te werk gegaan. Jouw
verzoek om mijn
brief van maart '89 aan Ganzevoort aan het ministerie van
SoZaWe
te sturen kan ik gedeeltelijk inwilligen. D.w.z. dat ik er geen
bezwaar tegen heb om per separate post een exemplaar met een bijgevoegd
persoonlijk schrijven te sturen zoals ik dat ook aan de heer Kortes
heb gedaan. Je moet in ieder geval geen kopie van mijn brief met
persoonlijke aantekeningen versturen. Dat staat zo slordig.
Ik begrijp heel goed dat jij ook depressieve
perioden hebt. Ik hoop dat je in Groningen nog wat steun ondervindt.
Helpt Hedwig je nog daarbij? Ik geloof dat je gelukkig mag zijn
met zo'n contact.
2. Relatienetwerk
Als bijlage 1 heb ik ook een kopie bijgevoegd
van mijn omgevingsnetwerk zoals ik dat op
7 augustus 1991 heb opgetekend. Zoals je weet is dit een gevolg
van het loopbaanadvies dat het Bureau Psychotechniek mij in juni
daarvoor had gegeven. Toen is ook de naam Operatie Spider ontstaan.
Dit web is tot voor kort steeds mijn referentiekader geweest en
heeft ook te maken met mijn voorwaarden om de targets haarscherp
vast te leggen en de verdediging goed te organiseren. Op 5-8-91
heb ik mijn ontwikkelingsstrategie alsvolgt geformuleerd:
"Operatie Spider is een strategisch netwerkspel met als inzet aan de ene zijde een synergiebevorderende bijdrage aan een sterke positie op de markt van opleidingen voor werkzoekende hoger opgeleiden en aan de andere zijde een marktentree voor een nieuw gespecialiseerd instituut in een ander marktsegment."
Concreet:
Doelstelling 1: Fusie SBO/Nieuw Elan-activiteiten waarbij het belang van de werkloze academicus in Nederland voorop staat.
Doelstelling 2: Ontwikkeling Instituto Cervantes Benelux met als voornaamste activiteit de overbrugging van een 350-jaar oude culturele kloof tussen Nederland en Spanje, waarbij het belang van de Nederlandse docenten Spaans centraal staat.
In dit netwerk staan drie pionnen centraal: LH (L. Halbertsma), PO (Peter Ottenhoff) en JH1 (John van der Heijden). In alle confrontaties die ik tot op heden ben aangegaan ben ik uitgegaan van de gedachte dat PO, LH en JH1 in de toekomst samen een managementteam zouden kunnen gaan vormen. Ons denken is sterk complementair. In grote lijnen is het netwerk omgeven door arbeidsbureaus (Utrecht, Amsterdam, Nijmegen, Groningen). Vanuit mijn verleden had ik contacten met VBMO, VISO en VETRON, drie overkoepelende verenigingen van particuliere onderwijsinstellingen. In de hoek linksonder zijn de contacten met NIOW, De Baak, EZ en Spanje geconcentreerd. In de hoek rechtsonder mijn voormalige privé situatie en rechts van het midden de SBO. Inmiddels is van deze relaties niet veel sprake meer, maar ik heb er steeds aan gehecht zo mogelijk te streven naar een drie-eenheid L.-John-Peter. Met name i.v.m. de gezamenlijke kennis van de markt en de gemeenschappelijke werkervaringen. Jammer dat ik qua gezondheid hiermee niet meer - of nog niet - actief bezig kan zijn. De acties die ik vanaf augustus 1991 heb ondernomen zijn steeds gericht geweest op het realiseren van de bovenvermelde doelstellingen. Op dit moment lijken mij de beide doelstellingen niet op korte termijn haalbaar. Ieder van ons heeft te maken met zijn of haar eigen ontwikkelingsproces en wat mij betreft zit er nu niet veel meer op dan mijn eigen ontwikkelingsproces onder begeleiding van het medisch team voortgang te laten vinden.
3. Mijn brief
31 van 24
november 1993
Deze brief heeft jouw brief van 24 november
gekruist. Mijn agenda heb ik inmiddels teruggevonden. Ik ben dus
terecht niet naar de politie gelopen. Verder ben ik zeer benieuwd
naar jouw reactie op deze brief.
4. De therapie
Met stukken en brokken komt er weer
een beetje beeld in mijn persoonlijke geschiedenis. Deze keer
heb ik de eerste contacten met het Arbeidsbureau Amsterdam op
mijn innerlijke projectiescherm zien verschijnen. We praten over
1985.
In Amsterdam had ik voor NIOW-Talen
een docente Frans als districtleidster. Haar naam was HELEN PORCELIJN.
Zij kwam regelmatig in de sociëteit Arti op het Rokin. Daar
was ze in contact gekomen met Peter
Stoks (PS) en had met hem gesproken
over de moeilijke situatie waarin NIOW-Talen
verkeerde. Peter Stoks is tegenwoordig directeur van het Arbeidsbureau
Breda, maar in die tijd was hij hoofd marketing van het Amsterdamse
GAB aan 't Singel. Een van Peters collega's was in die tijd Joop Tegels.
Peter Stoks heeft vanaf 1987
deel uitgemaakt van het College van Advies van de SBO.
HELEN
PORCELIJN heeft mij in contact gebracht met Peter Stoks. Hij heeft
mij aanvankelijk geholpen bij het opzetten van een marktgericht
communicatieplan voor NIOW-Talen.
Gaandeweg ben ik met hem aan het brainstormen geslagen over mogelijkheden
die het Arbeidsbureau aan NIOW-Talen
zou kunnen bieden om de liquiditeitsproblematiek enigszins te
dekken. Zo heb ik met hem - in samenwerking met Henk en Toby Neuman
- een eenjarige opleiding tot handelsvertegenwoordiger opgezet
die door het GAB Amsterdam werd bekostigd. Die opleiding is daarna
in samenspraak met Ger
Boogaard binnen NIOW-Talen
afgeblazen. Na die tijd is het
idee van een Nederlandse Tolkenschool ontstaan. Dit idee had ik
inmiddels met Peter
Ottenhoff besproken met de jou bekende gevolgen. Het Amsterdamse
Arbeidsbureau was wel geïnteresseerd in een dergelijk internationaal
project en toen we de SBO
hadden opgericht hadden we ook besloten nieuwe activiteiten uitsluitend
binnen de SBO
te ontwikkelen. Uitvloeisels van dit idee zijn de SBO-opleidingen
tot Internationaal Communicatie
Specialist en Internationaal Stafmedewerker (ISM), thans Internationaal
Management Marketing Assistent (IMMA).
Stoks
vertelde dat het Arbeidsbureau al enkele jaren zaken deed met
"De Baak"
in NOORDWIJK, maar
dat men niet tevreden was over de hoge prijs per cursist en het
rendement voor de cursisten. Peter
Ottenhoff en ik ontwierpen toen in onze vrije tijd 's avonds
en in de weekends het ISM-project, een project voor 20 cursisten
voor een bedrag van fl. 300.000,-, dus voor fl. 15.000 per cursist.
Bovendien gaf de SBO
een soort arbeidsplaatsgarantie af. Stageverlenende bedrijven
participeerden direct in het onderwijsprogramma, waardoor er een
directe aansluiting tussen vraag en aanbod gecreëerd werd
al tijdens de opleiding. Bovendien werd het opleidingsprofiel
eerst definitief vastgesteld nadat cursistprofiel, functieprofielen
en bedrijfsprofielen helder waren. Volgens
mij is dit mede een motief geweest van de Nieuw
Elan-selectiecommissie om mij binnen de organisatie te halen.
Naar aanleiding hiervan heb ik voor mijzelf een aantal vragen
opgesteld die ik mijzelf heb gesteld (bijlage 3). Ik wil daar
met jou t.z.t. eens over van gedachten wisselen. Ik weet nog niet
precies waarom ik een antwoord op die vragen nodig heb en aan
wie ik de vragen kan stellen. Van
mijn advocaat Berculo kreeg ik het advies het NIOW
niet te laten weten hoeveel tijd ik in de SBO
heb gestoken. Ik ben nu tot de conclusie gekomen dat die ontkenning
in het belang was van de SBO
en niet van mij. Is het een misdaad dat ik mijn vrije tijd - en
uiteindelijk mijn huwelijk - heb opgeofferd voor een nieuw toekomstideaal?
Eigenlijk ben ik door Boogaard en De Vries maar magertjes gehonoreerd
met het dinertje in Noordwijkerhout voor mijn pogingen om de kool
en de geit (NIOW
én SBO)
te sparen. Als de pers bij deze zaak betrokken was geweest had
het NIOW nu
waarschijnlijk niet meer bestaan gezien de wijze waarop dit instituut
met één van haar directeuren is omgesprongen.
5. International
Venture Consultants (IVC) en Iberian
Trade Promotion
(ITP)
Zaterdag werd ik gebeld door de heer
Martin Lindenborn, een contact dat ik via de ABN-AMRO
in het kader van mijn Cervantesplan heb opgedaan. De heer Lindenborn
is directeur geweest van Bührmann-Tetterode in Almería
(Spanje).
Na het opheffen van deze Spaanse tak van het Nederlandse bedrijf
heeft Lindenborn de organisatie Iberian
Trade Promotion opgezet i.s.m. een voormalig directeur van
de Nederlands-Spaanse
Kamer van Koophandel in Madrid,
de heer Ted Dankloff. Over het gehele Iberisch schiereiland hebben zij
een netwerk van z.g. zakenloodsen opgezet. Iberian
Trade Promotion heeft tot doel Nederlandse ondernemingen te
ondersteunen bij het opzetten van bedrijfsmatige activiteiten
in Spanje
en Portugal. Ook organiseerde ITP Nederlandse handelsmissies naar
Spanje
(Barcelona) in opdracht van een aantal Nederlandse Kamers van
Koophandel. Deze markt lijkt op het moment volledig ingestort.
Via het reguliere circuit (Kamers van Koophandel) krijgt Lindenborn
momenteel geen opdrachten meer binnen. Rond
februari (faillissement Nederlands-Spaanse
Kamer van Koophandel) had ik mijn hoop erop gevestigd dat
Iberian Trade Promotion
voldoende power zou hebben om in het ontstane gat in de markt
te duiken, zodat Instituto
Cervantes Benelux, middels een exclusieve
samenwerkingsovereenkomst, voor de cliënten van ITP, de op
de Spaanse markt gerichte trainingen zou kunnen verzorgen. Hier
ligt immers mijn specifieke deskundigheid. Ten tijde van mijn ziekenhuisopname in mei/juni
jl. ben ik bij de heer Lindenborn in Arnhem op bezoek geweest.
Hij runt ITP in Nederland als een eenmanszaak en hij zou het prettig
vinden mij in zijn bedrijf op te nemen. Hij heeft het voorstel
gedaan mij tijdens mijn therapie in samenwerking met het ziekenhuis
op therapeutische basis bij ITP te laten werken en mij persoonlijke
begeleiding te geven. Bij diezelfde gelegenheid heeft hij mij
eveneens laten weten dat hij enige tijd in Madrid bij International
Venture Consultants (IVC) heeft gewerkt. Zoals je weet is dat
een club die door Dick van Goethem is opgericht. ITP is van plan
met IVC samen te werken. Ik heb Lindenborn laten weten dat ik
een probleem heb wanneer ik zou werken binnen een organisatie
die direct of zijdelings contacten zou onderhouden met Van Goethem.
Inmiddels is Lindenborn in augustus jl. bij Erik Kavelaers en
overige directieleden van IVC in Madrid op bezoek geweest. Volgens
Kavelaers' informatie zou er tussen IVC en Van Goethem met zijn
twee advocaatszoons geen binding meer bestaan. ITP kan in principe
met IVC samenwerken omdat ITP zich uitsluitend richt op het midden-
en kleinbedrijf en IVC op grote Nederlandse bedrijven. Ik heb
me nu voorgenomen met Lindenborn in contact te blijven, heb hem
mijn omstandigheden uiteengezet en hij heeft mij toegezegd het
eenmaal gedane aanbod te handhaven.
6. Lions Club
Afgelopen donderdag heeft er in het
ziekenhuis een gesprek plaatsgevonden tussen Loek
van Munster, maatschappelijk werker Ferry Hartman, groepscoördinator
Berrie Arnold en mij. Loek
heeft uiteengezet dat er een groep van zeven invloedrijke mensen
bestaat die mij wil helpen bij de oplossing van de jou al bekende
probleemvelden gezondheid, relatie(s), huisvesting en werk. Voor
de duidelijkheid: de groep bestaat uit de volgende leden:
F.A.M. van Boxtel - directeur
Innovatherm B.V., Utrecht
Mr. A. de Gier - oud-notaris Derks, Star Busmann, advocaten, notarissen
en belastingadviseurs, Utrecht
A.C. van Gorkum - kolonel vlieger bd.
D.P. Klop - AA/RI accountant en adviseur
L. van Munster
- gezagvoerder KLM
J. Wilzing
- directeur Centrale Recherche Informatiedienst (CRI)
G.H. Woudsma
- voormalig stafofficier Veiligheidsdienst Koninklijk Huis,
thans medewerker CRI
en als achtste lid is de heer J.J.A.I. van Bree bereid mij te helpen. De heer Van Bree is directeur van de Interselling Groep B.V. te Raamsdonksveer en heeft o.a. een wervings- en selectiebureau.
Loek van Munster is er door mij van op de hoogte gesteld dat L. bereid is mij ook te ondersteunen bij het oplossen van mijn werkprobleem en medische probleem. De door L. telefonisch overgedragen informatie ligt overigens bij Ferry Hartman. Afgesproken is dat er elke zeven weken, na elke persoonlijke en groepsevaluatie, een overleg plaatsvindt tussen een delegatie van deze groep, Ferry Hartman, Berrie Arnold en mij. Loek heeft al uiteengezet op welke wijze de groep zich ondersteunend kan opstellen. Hij heeft enkele voorbeelden genoemd die nu al zijn beslag hebben gekregen. Als we bijvoorbeeld praten over mijn gezondheid, dan gaat het nu over de geestelijke gezondheid. Een aantal leden van de groep neemt daartoe regelmatig contact met mij op en nodigt mij soms uit voor een gesprek of verblijf. Op deze wijze tracht men te voorkomen dat ik in een isolement terugval. Ook heeft de groep mogelijkheden om mij te ondersteunen wanneer ik bijvoorbeeld wil 'verkassen' naar Maarn. Loek gaf als statement van de gehele groep dat zij zich hebben voorgenomen mij "niet te laten vallen". M.b.t. mijn relatieproblematiek meldde Loek dat hij en zijn vrouw mijn echtscheidingsperikelen hebben meegemaakt en dat zij graag een gewillig oor zijn wanneer ik mijn problemen kwijt wil. In de therapie is volgens Berrie Arnold de timing van groot belang. De gezondheid is prioriteit nummer één, vervolgens komen de overige aspecten aan de orde. Ferry Hartman benadrukte dat het onverantwoord is om nu al aan werk te gaan denken. Hij liet weten dat er in de toekomst gedacht kan worden aan het verrichten van vrijwilligerswerk gedurende één of twee dagdelen in de week. Naar zijn zeggen zou ik direct weer een directiefunctie ambiëren, maar dat moet ik volgens hem voorlopig maar uit mijn hoofd zetten. Loek sloot hierop aan door te zeggen dat er duizenden vrijwilligersorganisaties bestaan en dat het van belang is een voor mij passende werkkring uit te zoeken. Hierbij kan de Lionsclub ondersteunend werk verrichten. Je begrijpt natuurlijk wel dat ik zeer content ben met dit initiatief van Loek (en Gerd Woudsma). Met Mr. Anton de Gier heb ik enige tijd geleden de gehele NIOW/SBO-problematiek besproken en de CRI geeft mij de nodige rugdekking als er sprake is van activiteiten waarbij ik levensgevaar te duchten zou hebben, hetgeen zou kunnen gebeuren wanneer ik op de hoogte zou zijn van zwaar criminele activiteiten. Dat is gelukkig nog niet het geval. Juridische rugdekking t.a.v. het probleem Nieuw Elan/Breuker/Van der Heijden heb ik op dit moment niet en dat zou misschien nog wel eens nodig kunnen zijn als ik denk aan de volgende:
6. Hypothese
Als ik zo alle, in de bijlage vermelde,
vragen bekijk, gekoppeld aan het verhaal over het Amsterdamse
Arbeidsbureau, blijft bij mij de indruk bestaan dat De
Baak/Nieuw
Elan mij heeft binnengehaald vanwege de persoonlijke know
how die ik in de organisatie heb kunnen binnenbrengen. Joop Tegels
kan vanuit het interne circuit in het Amsterdamse Arbeidsbureau
op de hoogte zijn gebracht van mijn activiteiten t.b.v. de SBO, in die tijd
een nieuw gevaar voor "De
Baak". Tegels is in een later stadium vanuit het Amsterdamse
Arbeidsbureau aan 't Singel overgestapt naar De
Baak, waar hij is gaan samenwerken met de oprichter van het
Nieuw Elanproject
Tjeb Maris. De carrièremogelijkheden lagen binnen het bedrijfsleven
in die tijd voor het grijpen en Tegels was waarschijnlijk gezwicht
voor de aanlokkelijke positie waarin hij binnen het VNO-bolwerk
kwam te verkeren. Al bij al bleef Tegels een Arbeidsbureauman
wiens denken werd bepaald door de ruime budgetten die het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid beschikbaar stelde voor opleidingsprogramma's.
Tegels heeft daarbij de relatie met het Amsterdamse Arbeidsbureau
primair willen stellen, op grond waarvan De
Baak het GAB Amsterdam als voornaamste broodheer kreeg.
Nadat ik uit het SBO-bestuur
was gestapt, in januari 1988,
heb ik mij bij Entrelan aangemeld en daar een beroepskeuzetest
afgelegd. Tijdens de eerste Entrelanbijeenkomst in Groningen heb
ik mijn curriculum vitae ingeleverd. Belangrijkste spreker was
op die dag Mr. Tjeb Maris. Vanaf dat moment is er vanuit Baakkringen
belangstelling voor mij getoond. Maris moet blijkbaar van Tegels
iets over mijn SBO-plannen
hebben vernomen waardoor ik, nadat ik een test had afgelegd voor
de AtM-opleiding, in de opleiding werd opgenomen. Boogaard
heeft enkele jaren later laten weten dat hij goed bekend is met
een aantal mensen bij De
Baak. Later blijkt dat hij contact onderhoudt met Maris en
Bisscheroux. Annet de Jong zat, in de tijd dat ik pas in Hoofddorp
zat, regelmatig in telefonisch gesprek met Bisscheroux. Daar deed
zij zeer geheimzinnig over. Bisscheroux is getrouwd met een Colombiaanse
en heeft contact met Boogaard.
Wat er in de periode november '88-maart
'89 allemaal is gebeurd staat in mijn brief
aan Ganzevoort. Hieruit wordt één ding duidelijk:
Maris heeft mij de organisatie binnengehaald vanwege mijn know
how en als een wapen tegen de SBO.
Hij moet toen ook op de hoogte zijn geweest van mijn juridische
problematiek. Reden waarom hij zich afdekte door zo weinig mogelijk
met mij persoonlijk in contact te treden. De advocaten van De Baak, NIOW en SBO
troffen elkaar ook op de arrondissementsrechtbank te Utrecht.
Het eerste persoonlijke contact met Maris vond in de AtM-opleiding
in NOORDWIJK op 5 december
1988
plaats. In aanwezigheid van getuigen (o.a. Mariannne Hoogendoorn)
deelde Maris mij mede dat ik het Spanjeproject moest gaan trekken.
In een later stadium wordt Annet de Jong ingeschoven, misschien
vanwege de juridische problematiek waarin ik was terechtgekomen.
Tijdens onze eerste NEI-bijeenkomst ten
huize van AJ in Amsterdam confronteerde zij mij met een krantenartikel
over de SBO
en stelde zij mij de vraag of ik dat instituut kende. Ik heb haar
eerst 's avonds telefonisch laten weten dat ik die instelling
heb opgericht en daarbij verklaard dat ik een betonnen schot wil
plaatsen tussen Nieuw
Elan en SBO.
Maris kon in die fase moeilijk met mij direct contact onderhouden,
waarschijnlijk vanwege zijn voorkennis omtrent mijn juridische
conflict met het NIOW.
Daarom bleef hij op de achtergrond maar probeerde mij toch binnen
de organisatie te houden. JT sprak wel met mij en verklaarde het
"een risico voor
Nieuw
Elan te vinden wanneer
ik mij aan een andere organisatie (Job Creation) zou verbinden". AJ heeft
persoonlijk in mijn sollicitatieprocedure met Job Creation (Te
Winkel) ingegrepen en volgens een getuige negatieve informatie
over mij verstrekt. Hierdoor bleef er voor mij geen andere mogelijkheid
over dan op stagebasis voor Nieuw
Elan te gaan werken. Nadat
Joop Tegels bij Nieuw
Elan was ontslagen vanwege de ontstane tekorten is mijn rol
belangrijker geworden en had ik ook een beleidsmatige staffunctie
van waaruit ik had geadviseerd het bedrijfscontactenbestand niet
'om niet' aan het Amsterdamse Arbeidsbureau over te dragen. Waarschijnlijk
had Tegels dat in een eerder stadium aan Martin Meijer toegezegd.
In mei 1991
kwam het bericht van Martin Meijer dat de Nieuw
Elanofferte van 2,5 mio niet werd gehonoreerd. Kort daarvoor
had Pierre Jongenelen Meijer aangetroffen in Barcelona met een
vrouwelijke collega met wie hij samen een kamer deelde in een
hotel in de Catalaanse hoofdstad. Dit had Meijer aan Jongenelen
medegedeeld. Doordat ik te sterk
voor het bedrijfsbelang van Nieuw
Elan was opgekomen moest ik kort daarop, onder de indirecte
druk van het Arbeidsbureau Amsterdam - waar alles was begonnen
- weer het veld ruimen. Zo simpel is dat. Tjitse, dit is het weer voor deze keer. Ik ben benieuwd
naar jouw reactie en meer nog naar de resultaten van je gesprekken
met Mr. Rijpkema. Ik denk dat het goed is dat we weer een keer
bij elkaar komen. Laten we maar gauw weer een afspraak maken.
Vriendelijke groet. Bijlagen:
1. Omgevingsnetwerk
7-8-91 2. Lijst met afkortingen 3. Vragenlijst
m.b.t. Nieuw
Elan