Maria Delorme Harlingen 19 april 2002 Betreft: ZOMAAR Kenmerk: JH/MD20020419 Nijmegen, vrijdag 19 april 2002 Querida Maria, Wat lief van je. Die paarse brief in een Oranje enveloppe en getekend met rode inkt. Deze keer een korte reactie. Ik lig er ook niet wakker van dat het tweede paarse kabinet is gevallen. De enige persoonlijke bekenden waren Frank de Grave, Wim Kok, Annemarie Jorritsma, Tineke Netelenbos en Gerrit Zalm, terwijl ik de heer de Vries nog ken van kerstmis 1996. Zijn foto staat eveneens in mijn boek. Ik heb alweer een brief met de titel Paars III in voorbereiding. De beste bestuurders komen nu immers vrij en ik heb een juridische structuur gecreëerd waarbinnen alleen de beste mensen een plaatsje kunnen krijgen, die in staat zijn om te regeren vanuit de basisbeginselen van ethiek, integriteit en menselijke waardigheid.
"Als hebben komt, is hadden te laat" is één van de gevleugelde woorden van één van mijn collega's en medeoprichters van het voormalige Frans-Spaans Instituut in Wijchen geweest. M.a.w. Het verleden kunnen we niet veranderen, maar wel de toekomst. Daaraan draag jij zeer zeker jouw steentje bij. Paars is inderdaad een spirituele kleur. Tijdens de in mijn vorige brief genoemde bijeenkomst op de Baak in Driebergen op 14 juni vorig jaar ontving ik op stand 7 van het bureau DE BOER & RITSEMA VAN ECK een waardenkaart met ontwikkelende waardensystemen bij mens en organisatie. Paars staat daarbij voor Geborgenheid. Rood voor Energie & Macht. Oranje voor Succes. De geest van Jezus bestaat nog steeds na zijn overlijden. Hij bestaat in de geest van mensen. Wij zijn echter in deze moderne tijd zélf verantwoordelijk voor het uitvoeren van de ideeën die na zijn overlijden zijn overgdragen op het nageslacht. God is gemaakt door mensen. Dat geldt eveneens voor Allah en andere godheden. De Bijbel is geschreven door mensen. Gaspar van der Heyden heeft de bijbel uit het latijn vertaald naar de volkstaal. Hierdoor heeft hij de verhalen over Jezus toegankelijk gemaakt voor de mensen uit West-Europa, het voormalige Heydenrijk. Wij zijn en blijven zelf echter verantwoordelijk voor de toekomst van de wereld. Zoals je ziet ben ik een perfectionist. Ik heb zeer nare ervaringen gehad met mijn eigen collega's waar ik liever niet meer over spreek of schrijf. Ik heb het verhaal in mijn kerstverhaal staan. Daar is de kous mee af. Desalniettemin zal ik die drang naar perfectionisme altijd in mij houden. Ik kan er zelf ook niet tegen als een ander een stommiteit begaat. Dat geldt ook voor mijzelf. Graag geef ik antwoord op jouw vragen.
1. Heeft Diana
wel eens persoonlijk op je brieven geantwoord?
Nee. Ik had een communicatiestrategie afgesproken met als officiële
ontmoetingsdatum 28 september 1997
op Paleis Het Loo in Apeldoorn. Diana
is twee keer in Nijmegen op bezoek geweest. De eerste keer was
op 8 september 1996. Zij stond
toen op het bruggetje achter mijn huis eenden te voeren samen
met twee blonde kinderen met een fietsje met een Oranje vlaggetje.
Ze droeg een kastanjebruine pruik. Ik heb haar niet gevraagd om
binnen te komen. Voor mij was het volkomen onverwacht. Ik herkende
haar pas op het moment dat ze mij recht in het gezicht keek en
vervolgens snel verdween. Eigenlijk realiseerde ik mij pas 's
nachts in mijn bed dat het Diana
was. Jij zou het een "verschijning" kunnen noemen, maar
dan van haar in levenden lijve. Pas vanaf dat moment ben ik mij
echt in haar gaan verdiepen. Zij was al eerder onderwerp van gesprek geweest in Salamanca tijdens het bezoek van Koningin
Sofía op
2
mei 1996.
Vanaf die tijd kreeg ik ook regelmatig brieven van de directie van het Stadhouderlijk Hof. Mevrouw Jant de Vries heeft toen voor mij de contacten met haar onderhouden. De tweede keer dat zij bij mij is langsgekomen was kort voor haar vertrek naar Australië op 29 oktober 1996. Er werd toen door de postbode een verrassingspakket bij mij afgeleverd, waarvan hiervoor en hieronder twee foto's.
Vooral die roze matjes spraken voor mij boekdelen en de couveuzehandschoenen. Toen ik dit pakket had uitgepakt keek ik even naar buiten en zag Diana wegrijden in een klein groen autootje. Vandaar dus dat ik nadien veel behoefte heb gehad om haar te spreken. Als ons verhaal vóór 28 september 1997 bekend zou zijn geworden zouden we al direct de hele wereldpers over ons heen hebben gekregen. Daarom heb ik met tussenpersonen gewerkt. Zij staan nu eveneens genoemd in mijn boek. Het zijn mijn collega's Ottenhoff en Halbertsma. De communicatiestrategie bestond hieruit dat ik Diana bleef schrijven en de feedback (reacties) las ik dan wel in de krant. Als hulpmiddel in dit communicatiesyteem hanteerden wij de horoscoop in de Telegraaf en The Mirror. Op 23 april 1997 - aanstaande dinsdag dus exact vijf jaar geleden - had ik op ETON COLLEGE een gesprek met Diana's lijfwacht Sergeant David Sharp. Hij beschikte over kopieën van al mijn officiële brieven en liet mij weten dat ik in de eerste week van september een officiële reactie van KENSINGTON PALACE mocht verwachten. Die brief is echter nooit meer gekomen ten gevolge van de ongevraagde interventie van derden waaronder het gedram van de 'heer' Al Fayed junior.
2. Wat zijn de diensten van Instituto Cervantes waar geld door binnenkomt of gaat het om een soort sponsoring (deelname)? Conform de Nederlandse en Belgische wetgeving ben ik juridisch eigenaar van de Institutos Cervantes in Utrecht en Brussel. Zij geven taal- en cultuurcursussen Spaans en worden door de Spaanse overheid gesubsidiëerd. Hier ligt nog een juridisch probleem dat moet worden opgelost. Tot op heden heb ik nog geen geld ontvangen van de Spanjaarden. Er moet daartoe een zakelijke overeenkomst worden gesloten met Instituto Cervantes Holding Ltd, dat moet voortkomen uit het door mij opgerichte Instituto Cervantes Limited England and Wales, waarover ik Diana op 18 april 1997 de directieverantwoordelijkheid heb toegekend. Na de dodelijke ontvoeringspoging heb ik Liesbeth Halbertsma een volmacht gezonden teneinde alle juridische zaken rond de opbouw van het bedrijf af te werken in goed overleg met Mr. Gijsbrecht van Amstel te Bunnik en overige geïnteresseerde partijen en juristen. Het basisidee van het plan is het creëren van een arbeidsmarkt voor Nederlanders, Belgen en Britten die Spaans hebben gestudeerd. De Stichting Cervantes Benelux heb ik op 8 oktober 1992 opgericht. Deze stichting heeft een ideële doelstelling, zoals het Prinses Diana Fonds en dient daarom - volgens afspraak van mijn kant - tot European Cervantes Foundation te worden omgezet. Vandaar dat ik Diana met kerstmis 1997 posthuum tot First President van de European Cervantes Foundation heb benoemd en dit aan de betrokken vorstenhuizen en overige relaties heb kenbaar gemaakt door middel van mijn kerstkaart van toen.
Ik heb mij hierbij de vrijheid veroorloofd gebruik te maken van de foto die ik op 18 augustus 1997 in KENSINGTON PALACE had gekocht, nadat ik daar - na een rondleiding door het paleis - mijn Certificate of Incorporation had afgegeven ten teken van mijn serieuze bedoelingen rond het nieuwe familiebedrijf Van der Heyden/Spencer.
Ik heb het logo van het paleis nu in mijn briefhoofd omdat ik enige tijd geleden heb besloten Diana's verantwoordelijkheden op mij te nemen, conform de toezeggingen die ik haar in mijn brieven heb gedaan. De organisatie moet nog steeds operationeel worden zodra alle juridische zaken dienaangaande zijn afgerond. Dat zal naar mijn idee rond 15 mei zijn. Dan zijn immers de meeste door mij beoogde bestuurders voor het bedrijf beschikbaar, waaronder onze Minister-President. Ook ik heb al mijn geld in mijn eigen missie gestopt. Tot drie keer toe heb ik mijn huis verkocht. Vandaar dat ik nu echt wel goede investeerders nodig heb. Bij voorkeur miljonairs. Dat vergroot de kansen op succes. Mijn kerstgedicht van 1996 is inderdaad volledig autobiografisch. Ik ben dan ook van mening dat mensen pas met mij in zee kunnen gaan als zij mij kennen tot in detail. Dat voorkomt misverstanden in de toekomst. Jouw hart doet zeer. Dat ken ik. Dat overkwam mij eveneens op 31 juli en 1 augustus 1996, waardoor ik mij ook op de hartbewakingsdienst van het St. Peter's Hospital in Londen heb moeten laten onderzoeken. Eergisteren had ik nog een gesprek met een goede vriend van mij die in Franeker is geboren. Hij is in Harlingen goed bekend. Hij heeft daar zijn middelbare schooltijd doorgebracht. Ik ken hem uit de tijd dat ik nog in Maarn woonde. Een andere Tjerk kwam ik gistermiddag nog tegen op het station in Utrecht. Het was Tjerk Westerterp. Hij droeg ook een Oranje stropdas.Vandaar dat ik hem even heb begroet en kort met hem heb gesproken. Hij is Minister van Verkeer en Waterstaat geweest en een goede bekende van mijn vader zaliger. Er is verschil tussen Adel met goede manieren en miljonairs. Er zijn ook miljonairs die niet van adel zijn. Bij voorbeeld John de Mol (voor zover ik kan overzien). Ook John is welkom in mijn bedrijf. En zo zijn er nog een paar. Het gaat er mij immers om dat mensen die veel van hun leven hebben geïnvesteerd in het leren van de Spaanse taal ook een lucratieve 'job' te kunnen bieden. En ga zo maar door. Mijn moeder is eveneens een dame, een echte 'Van den Broek' en mijn vader was ook een 'Heer'. En Koningin Elizabeth II lijkt precies op "Tante Jo". Bescheiden en eenvoudig, inderdaad. Zo ben ik eveneens opgevoed, totdat Liesbeth mij duidelijk had gemaakt dat ik een 'missie' had. Wat het zoeken naar erkenning betreft heb je volstrekt gelijk. Jouw brief heeft daar een goede bijdrage aan geleverd. Waarvoor mijn hartelijke dank. Hartelijke groet, JOHN L. VAN DER HEYDEN.
8 MEI 2002 JOUW BRIEF VAN 28 APRIL 2002 TER ATTENTIE VAN MARIA DELORME IN HARLINGEN