Nijmegen, 13 september 1993 Beste Tjitse, Hartelijk dank voor je brief van 8 september. Deze brief heeft mijn brief van 9 september aan jou gekruist. Opvallend is het echter dat ik in mijn brief van 9 september al een aantal vragen uit die brief heb beantwoord nog voordat jouw vragen mij hadden bereikt. Ook onze denkpatronen lijken te gaan samenlopen. Ik herken hierin hetzelfde verschijnsel als hetgeen ik heb ervaren met Liesbeth. Liesbeth kon het in haar brief van november vorig jaar niet duidelijker uitdrukken dan: "Mijn vermogen om bij jouw denken aan te sluiten is vanaf dit moment uitgeschakeld". Onze denkwerelden sloten inderdaad heel sterk bij elkaar aan en wellicht is dat ook gekomen doordat wij vanaf die eerste beginfase permanent met dezelfde problematiek zijn beziggeweest. Je komt dan automatisch op dezelfde gedachten en vaak op dezelfde momenten. Je zit dan op dezelfde golflengte. Ik heb de indruk dat die golflengtes van jou en mij al aardig op elkaar afgestemd raken.

Liesbeth is vandaag jarig. Ik heb de directie van Nieuw Elan vandaag anoniem een bos rozen laten bezorgen. Ik heb geen idee hoe dat zal vallen, maar het gaf mij wel een goed gevoel nadat ik de bloemenwinkel die opdracht had gegeven. Ik hoop dat ze de geste kan waarderen.

M.b.t. de politie-observatie heb ik geen actie genomen. Ik heb daar ook geen energie en gelegenheid voor. Mijn ouders vertelden mij echter dat mijn bejaarde overbuurvrouw ook extra politie-surveillance heeft aangevraagd i.v.m. het toenemende aantal motorrijders in de parkeergarage. In het ziekenhuis hebben we een duidelijk verpleegplan afgesproken dat eruit bestaat dat ik aan alle therapieën deelneem en tussen de therapieën door uitrust. Mede onder invloed van medicijnen slaap ik erg veel en dat heb ik ook nodig. De restjes energie die ik heb besteed ik nu 's avonds en in het weekend aan het schrijven van mijn bevindingen aan jou. Je bent naar mijn idee op een goede, verantwoorde en eerlijke wijze met een problematiek bezig die heel wat gemeenschappelijke belangen heeft en ik denk dat het goed is dat jij een wat ruimer beeld krijgt van de probleemsituaties mede door mijn ervaringen binnen het particulier onderwijs.

Op het moment is er geen andere persoon waarmee ik correspondeer m.u.v. de jongedame uit Zwitserland die ik in Salamanca heb leren kennen, maar dat gaat over spirituele zaken. Als je mijn brief van 3 mei nog eens naleest zul je zien dat ik op koninginnedag een brief aan Bob van Aalst op de bus heb gedaan met een verslag van de gebeurtenissen die aan koninginnedag vooraf zijn gegaan. Met hem heb ik ook vertrouwelijke gesprekken gevoerd. M.b.t. mijn privé-problematiek heb ik al vanaf het begin dat ik de problematiek heb gesignaleerd een vertrouwenspersoon. Deze persoon heeft mij indertijd het persoonlijke advies gegeven ons te wenden tot een relatietherapeut, is van alle ontwikkelingen op de hoogte m.b.t. mijn relatieprobleem en weet ook meer over de achtergronden van Nieuw Elan. Ik heb deze persoon toegezegd jou geen naam te noemen. Ook is deze persoon niet op de hoogte van onze informatie-uitwisseling. Dit lijkt mij, zeker in deze fase, waarin een proces op komst is, wél zo verstandig.

"Het moet eruit" schrijf je. Dat doe ik dan bij deze. Ooit heb ik eens voor mijzelf de NIOW-Story geschreven en later omgezet in "De zaak NIETS BV". Ik denk dat we nu de Nieuw Elan-story aan het schrijven zijn. Misschien wel een zeer historisch moment op de verjaardag van de Nieuw Elan-directie.

Ik ga weer even in op je brief. Voor de duidelijkheid geef ik de verschillende onderwerpen hieronder maar een naam. Wellicht is het nog wel waardevol om in het vervolg de onderwerpen te rubriceren omdat in onze correspondentie regelmatig dezelfde topics voorkomen.

1. Het probleem "Elly"
Je schrijft: "De enige die partnerrouw echt kan doorbreken, wordt mij vaak verteld, is een andere partner waar je verliefd op bent. Dat was Liesbeth in jouw geval. Waarschijnlijk had je al in belangrijke mate innerlijk van Elly afscheid genomen voordat je Liesbeth ontmoette. Wellicht functioneerde L. als een soort katalysator, zonder dat dat echt tot je doordrong. Misschien heeft Elly dat sterker ervaren. Vandaar haar boze buien."

Ik kan niet anders zeggen dan dat je over een sterke empathie beschikt, een goed inzicht en intuïtief vermogen. Voor een deel wordt deze hypothese van jou al bevestigd in mijn brief van 9 september. Het moment van afscheid nemen van Elly is misschien al begonnen bij het overlijden van haar moeder enkele jaren geleden. Je schrijft over een moeilijke moeder-dochterrelatie en dat heb ik bij de begrafenis van mijn schoonmoeder ook heel sterk ervaren. Elly's moeder kon geen liefde geven. Zij was een keiharde zakenvrouw, wel zorgzaam, maar ze heeft haar eigen kinderen nog nooit een zoen kunnen geven, alleen een hand, alsof ze de pastoor op bezoek kreeg. Haar leven werd geregeerd door de kerk en geld. Kil en koud kwam die vrouw over. Toen ben ik ook bang geworden voor een toekomstige relatie waar elke vorm van intimiteit een taboe zou worden. Ik ben me ook gaan afzetten tegen de alomheersende normen van de katholieke kerk en heb daarmee behoorlijk tegen de schenen van mijn schoonfamilie getrapt. Ik had geen behoefte meer aan contact met die familie en dat heeft Elly natuurlijk wel pijn gedaan. Onlangs vertelde zij mij nog dat ze drie jaar geleden al echtscheiding had willen aanvragen.

2. Liesbeth
Liesbeth vulde in die tijd voor mij in waar ik behoefte aan had: aandacht, belangstelling, respect en een goede communicatie. De eerste woorden die Liesbeth mij sprak tijdens ons eerste intensieve gesprek waren: "Er wordt met veel respect over jou gesproken". Dat had ik lang niet meer gehoord. Door mijn schoonfamilie was ik verguisd en van Elly kreeg ik alleen te horen wat ik verkeerd deed en wat ik MOEST doen. Liesbeth waardeerde mij zoals ik was, zocht naar mijn sterke punten en liet mij daarmee werken. Zij gaf mij mijn gevoel van eigenwaarde terug, liet mij in mijn waarde en gaf mij volledige vrijheid om te handelen op basis van mijn eigen verantwoordelijkheid en niet op basis van wat zo nodig MOEST gebeuren. In die zin functioneerde Liesbeth inderdaad als een duidelijke katalysator. Nadien kwam ik in een ietwat euforische stemming toen ik in het gebouw van de Baak van personeelsleden van de Baak te horen kreeg: "Het gaat nu goed met Nieuw Elan hè, zo met jou en Liesbeth". Ik had dus inmiddels binnen de hele Baakgroep een goede naam opgebouwd, mede ten gevolge van Liesbeth's enthousiaste verhalen over mij aan haar collega's. Natuurlijk kwam ik dan ook met enthousiaste verhalen thuis en daar kon Elly niet tegen. Die situatie was ondraaglijk.

"Liesbeth heeft zeker redenen om jou zelfs geen blijk van medeleven te sturen. Zoals we eerder gespeculeerd hebben zullen die wel bestaan uit persoonlijke en zakelijke overwegingen. Maar als de rollen omgedraaid waren, zou zij dan niet een gesprek zeer waarderen of een kaartje appreciëren? Zij weet, of dient dat in ieder geval te beseffen, dat jij in een diep dal zit met weinig houvastpunten om naar boven te klauteren. Mensen in nood moet je helpen, niet laten verzuipen."

In een van mijn brieven aan de heer Van Aalst heb ik melding gemaakt van het laatste gesprek met Liesbeth in oktober 1992. Ik heb hem geschreven dat ik toen stapelverliefd naar huis ben gereden. In onze situatie kan verliefdheid zeer hinderlijk zijn en Liesbeth laat haar verstand boven haar gevoel prevaleren. En daar doet ze letterlijk verstandig aan. Elke ontmoeting zal dat gevoel weer doen oplaaien. Ik hoop en vertrouw er ook op dat Liesbeth op de een of andere manier mij een houvastpunt kan bieden om naar boven te klauteren. Zij zal daar haar eigen methode voor gebruiken. Welk effect verliefdheid kan hebben blijkt wel uit de relatie tussen oud-staatssecretaris Elske ter Veld en PvdA-voorzitter Thijs Wöltgens. Ten gevolge van de ontwikkelingen ben ik nu ook wel wat geïnteresseerd in de roddelpers en ik las deze week in de Privé dat de communicatie tussen deze twee was verstoord doordat Wöltgens met haar naar bed geweest zou zijn. Ik ben nooit met Liesbeth naar bed geweest, sterker nog: onze gesprekken vonden nooit buiten het Nieuw Elan-kantoor plaats en we spraken praktisch nooit over persoonlijke aangelegenheden. Onze communicatie is echter wel enige tijd (een week) verstoord geweest nadat ik haar het sinterklaasgedicht had geschreven waarin ik had laten doorschemeren dat zij voor mij een nieuwe inspiratiebron was geworden. En dat houd ik overigens nóg staande.

Liesbeth heeft daar echter toen erg veel moeite mee gehad. Ze sprak niet meer met me, liep me met rode koontjes voorbij en schreef allerlei wartaal in de projectleidersvergaderingnotulen die ik haar ter verificatie had gegeven. Dit probleem hebben we na een week samen uitgesproken en zijn nadien op de gebruikelijke 'zakelijke' voet doorgegaan.

Ik had eigenlijk afgesproken dat we de discussie over het thema "verliefdheid" maar moesten staken, maar kennelijk komen we er toch niet om heen om een helder beeld van mijn probleemsituatie te geven. Dit thema is nadien ook een gespreksthema thuis geweest. Zoals je in mijn brief van 25 augustus hebt gelezen is die discussie door Elly opgestart en in januari 1992 heeft ze me nog gezegd: "Als Liesbeth verliefd is op jou, is mijn probleem opgelost", maar ik voeg daar nu aan toe: als dat zo zou zijn, dan heeft Liesbeth echt een groot probleem. Nu ik dit zo schrijf voel ik weer een schuldgevoel in mij opkomen nu ik van mijn kant haar code heb gebroken, en vraag ik mij af of ik haar eventuele probleem nu niet heb vergroot. Maar dat is maar een speculatie. Ze is verstandig genoeg om daar goed mee om te gaan. Om Liesbeths eigen woorden te gebruiken: dat wat in haar belevingswereld zit opgesloten kan zij alleen zelf oplossen en al bij al is het gewoon hartelijk bedoeld.

3. Hortensius
Bert Hortensius heb ik op 18 mei jl. vanuit het ziekenhuis nog een brief geschreven met de volgende tekst:

"Beste Bert, In de "Geschiedenis van Nederland" van Mulder, Doedens en Kortlever lees ik over Willem van Oranje: "Willem had een goede relatie met Karel V, die in 1555 tijdens de plechtigheid ter gelegenheid van zijn afscheid op zijn schouder steunde". Ik moest ineens denken aan die foto van oktober 1990 met Elischa en Leo Hick, onze computerman. Voor jou heb ik ook getracht een steunpilaar te zijn in die roerige dagen bij NE/de Baak. De vragen die ik mij in mijn laatste brieven aan jou had gesteld zijn voor een groot deel beantwoord, maar voor mijzelf lijkt het nu of ik in een dead end street zit. Ik heb mij afgevraagd welke "zwaarwichtige redenen" er, buiten de bedrijfseconomische, ten grondslag lagen aan de beëindiging van mijn loopbaan bij Nieuw Elan.

Ik meld je een aantal punten:

1) Mijn eind mei 1991 voorgenomen gesprek met mijn voormalige NIOW-partners.
2) Mijn contacten met de SBO (
OTTENHOFF/Neuman).
3) Mijn privé-problematiek.

Ad 1. Met deze heren heb ik tot een soort vredesbijeenkomst willen komen op grond van religieuze motieven ("de vijand vergeven"). Zakelijke motieven hebben aan deze ontmoeting niet ten grondslag gelegen.

Ad 2. Peter Ottenhoff (directeur SBO) is een persoonlijke vriend met wie ik een juridische strijd tégen het NIOW heb uitgevochten. Ik heb met hem nimmer over bedrijfsinterne zaken m.b.t. Nieuw Elan gesproken. Wél heb ik op eigen initiatief gepolst naar interesse voor samenwerking met Nieuw Elan. Dit heb ik gemeld in de stafvergadering van 10-5-91 (11 dagen vóór mijn ontslagaanzegging).
De heer Neuman, voorzitter
SBO, was mijn buurman. Hiermee bestond een informeel contact.

Ad 3. Van mijn privé-problematiek heb ik je tijdens de IMS-certificaatsuitreiking in kennis gesteld. Deze is op 3-3-91 ontstaan nadat ik mijn echtgenote te verstaan had gegeven dat ik het niet zou accepteren wanneer er Nieuw Elan-informatie via haar of de kinderen bij de buren (SBO) terecht zou komen. Uiteindelijk heeft deze persoonlijke stellingname, na mijn loopbaanadvies, tot mijn echtscheiding geleid.

Ik heb er dus nogal wat offers voor moeten brengen om aan de continuïteit van Nieuw Elan te kunnen bijdragen. Met Liesbeth heb ik helaas geen contact meer. Ik beschouw haar persoonlijk als één van mijn allerbeste collega's. Uiteindelijk ben ik opgenomen in het Sint Radboudziekenhuis, niet ver van jouw huisadres. Ik heb begrepen dat je nog als Liesbeths adviseur optreedt en ik zou het zeer op prijs stellen als ik van Nieuw Elan weer eens een teken van leven zou ontvangen. Wellicht kun je haar overhalen tot het sturen van een kaartje. Ook stel ik het op prijs als je de tijd voor mij zou kunnen nemen voor een persoonlijk gesprek hier in het ziekenhuis, want alléén kan ik niet meer verder.

Als lijfspreuk heb ik dezelfde spreuk als Karel V en het Spaanse vorstenhuis:

PLUS ULTRA = STEEDS VERDER

maar nu moet ik weer een stukje verder worden geholpen.
Willem van Oranje schreef
"Den Koninck van Hispanien heb ik altijd geëerd" en dat zingen we nog allemaal uit volle borst.
Bert ik hoop dat ik nu even op jóu kan steunen. Vriendelijke groet, John"

Ik heb hier een foto bijgevoegd die is gemaakt op die gedenkwaardige vrijdag in oktober 1990 waarop de ingebruikname van het nieuwe kantoor in NOORDWIJK is gevierd onder het motto "Neuzen in de wind" en waarbij Liesbeth mij in de bloemen heeft gezet. Op genoemde foto ben ik als toerist verkleed en steunt Hortensius met beide handen op mijn schouders. Dezelfde avond heeft hij mij een lift bezorgd van NOORDWIJK naar Maarn waarin we nogal wat vertrouwelijke informatie hebben uitgewisseld. In een eerdere brief aan hem heb ik hem aan dat gesprek herinnerd. Op deze brief van 18 mei heb ik geen enkele reactie ontvangen. De laatste keer dat ik Hortensius heb gesproken was tijdens de afscheidsbijeenkomst van Sjef van Zwieteren op 9 juli 1991 in De Glind. Sjef had ter gelegenheid van zijn afscheid een barbecue georganiseerd. Bij het vertrek heb ik van mijn oude directeur geen hand gekregen terwijl ik hem op dezelfde avond nog een afscheidsgeschenk had gegeven. Bij deze gang van zaken zet ik grote vraagtekens. Opmerkelijk vind ik in dit verband jouw opmerking:

"Nogmaals, ik denk niet dat Liesbeth jou als persoon zozeer aan kant wilde zetten, tenzij jouw verliefdheden een plaag waren voor haar (waar ik niet in geloof). Je was te aardig voor haar en wist veel van de business. Het waren exogene invloeden die haar tot dat besluit 'dwongen'. Ik voeg nu aan eerdere mogelijke motieven ook 'vrouwenmacht' toe. Als je de notulen nog eens in alle rust leest, diep nadenkt over allerlei zaken en flarden van gesprekken etc. dan kom je zelf wellicht met nog een paar nieuwe elementen. Hoe is de verhouding tussen Hortensius en L. Toch niet erotisch?"

Hoe kom je op dat laatste idee? Hortensius heeft mij inderdaad in de rit van NOORDWIJK naar Maarn verteld dat zich op de hotelkamers van de Baak nogal wat heeft afgespeeld. Ik kan me de details niet meer goed herinneren. Ik was door het verhaal wat geshockeerd en ben er ook niet op doorgegaan. Je hebt me nu wel nieuwsgierig gemaakt. Wat weet jij hier meer van? Het is mij wel duidelijk dat Liesbeth Berts oogappeltje was. In een eerdere brief aan hem had ik mijn verwondering uitgesproken over het feit dat hij in een van zijn toespraken L. alle lof toezwaaide (overigens terecht), maar dat ik mij afvroeg of hij wel wist op welke manier ik haar daarbij mijn ondersteuning heb gegeven. Hierop heb ik dus ook geen reactie ontvangen. Al bij al vind ik zijn houding naar mij toe hoogst merkwaardig. Ik heb een groot aantal brieven voor hem geschreven waaronder hij alleen maar zijn handtekening hoefde te zetten. Nee, Liesbeth heeft mij niet teleurgesteld, Hortensius wel. Jij stelt dan ook terecht dat hij een concurrent was, was het niet in de zakelijke sfeer, dan ook wel in de relationele sfeer. Ik heb altijd achter Liesbeth gestaan, letterlijk en figuurlijk. Daar heeft hij blijkbaar wel moeite mee gehad.

4. SBO

"Ik hoop niet dat je als een mogelijke sta-in-de-weg door Nieuw Elan of SBO of door beiden wordt gezien i.v.m. een mogelijke toekomstige fusie".

Dat denk ik wel. Ik heb je toegezegd wat dieper in te gaan op de SBO-case van augustus 1991. De case verblijft op het moment op een veilige plek, maar in grote lijnen komt het op het volgende neer:

In juli 1991 werd mij voorgesteld in het kader van een sollicitatie naar een functie bij de SBO een case uit te werken. Door het bestuur werd als voorwaarde gesteld "de lijn met het verleden door te knippen". Ik heb in die case de vraag gesteld wat er onder dat verleden wordt verstaan en ben nog ingegaan op de onafgewerkte NIOW/SBO-problematiek. Zoals je weet ben ik in de inmiddels bekende procedure door de rechter in het gelijk gesteld t.a.v. die punten die op mij persoonlijk van toepassing waren. Er resteerden nog vier punten, waarbij de SBO betrokken was, die in een schikkingsvoorstel zijn afgedaan.

a. SBO zou een tolk-vertaleropleiding voeren, die als twee druppels water gelijkt op die van NIOW-Talen B.V.:
b. Tijdens examens van NIOW zouden SBO-folders zijn uitgedeeld;
c. Verschillende docenten van NIOW zouden zijn benaderd door SBO voor een docentschap van o.a. de identieke tolk-vertaleropleiding;
d. In de NIOW-dossiers zouden recente gegevens ontbreken over de tolk-vertaleropleiding. Deze gegevens, waaronder cursistenbestanden, lesschema's etc. zouden door de SBO zijn gebruikt.

Ad a. Dit klopt. Die opleiding is gebruikt binnen het strategische belangenspel tussen NIOW-BMO en SBO. M.b.t. de werkelijke toedracht hieromtrent verwijs ik jou naar mijn brief van 4 september jl., pagina 4.

Ad b. Zie eveneens mijn brief van 4 september jl., pagina 4. Ik heb hierover vragen gesteld aan het SBO-bestuur. Op 9 november 1990 had ik het contact met Boogaard en de Vries hersteld. In de ontmoeting met beide heren is mij toen eerst duidelijk gemaakt dat er tijdens de NIOW-examens brochures van de SBO-tolkvertalersopleiding zijn uitgereikt door de latere studiecoördinatrice van de SBO. In SBO Info van juni 1991 - nr. 3 lees ik op blz. 7 rechts onderin:

"Persoonlijk.
Per 1 april 1991 is Marianne Dagevos, Manager Opleidingen, niet meer werkzaam bij SBO. Ria Bruins heeft haar taken, in de functie van Afdelingsmanager, overgenomen"

In die tijd had ik contact met Boogaard en De Vries. Ik heb toen van Marianne Dagevos' rol vernomen en dit ook gemeld aan mijn buurman. Het SBO-bestuur heeft toen ogenblikkelijk het dienstverband met deze "Manager Opleidingen" d.m.v. een kantongerechtsprocedure beëindigd. De handeling van haar was voor Boogaard en de Vries - naar hun zeggen - aanleiding geweest om mij niet "eervol" te ontslaan, maar "met onmiddellijke ingang" . Boogaard en De Vries hebben geprobeerd die fout goed te maken door mij in mei 1991 in NOORDWIJKerhout een diner aan te bieden. In een later stadium heb ik de heren nog om een schriftelijke verklaring gevraagd omtrent het gebeurde, maar daar is niet meer op gereageerd.

Ad c. In de SBO-case staat nog vermeld dat mij dit niet bekend was. Inmiddels heb ik een verslag gevonden van een SBO-vergadering met docenten die inderdaad voor NIOW-Talen lesgaven, gehouden op 16 mei 1987 (dus niet 15 mei zoals abusievelijk eerder vermeld), twee dagen na mijn officiële non-actiefstelling wegens ziekte. Het gehele verhaal is een persoonlijke verantwoordelijkheid van Peter Ottenhoff, die per 1 mei 1987 officieel was ontslagen en zich niet gehouden vond aan de verbintenis die ik nog met NIOW-Talen had. Ik weet niet of Peter Ottenhoff hiermee een strafbare handeling heeft verricht, maar hij had mij hierdoor natuurlijk wel in een moeilijke positie gemanoevreerd. Het verslag bevat feitelijke onjuistheden.

Ad d. Zoals eerder gezegd heb ik OTTENHOFF na zijn ontslag inderdaad het door hem ontwikkelde materiaal teruggegeven toen hij ter gelegenheid van de verjaardag van mijn zoon Ramon (rond 21 mei) in Maarn op bezoek was. Ik heb nog video-opnamen van dat bezoek. Ten gevolge van een list van Boogaard en de Vries was het materiaal in mijn garage terechtgekomen. Ik was me er niet van bewust dat zij een val aan het zetten waren. Wat de cursistenbestanden betreft. Daar weet ik absoluut niets van. Het kan zijn dat Marianne Dagevos zulke gegevens uit mijn kantoor heeft gestolen toen zij op mijn kantoor te ZEIST de examens organiseerde.

Een tweede belangrijk punt in deze case betrof de positie van mijn buurman Neuman. Ik heb hem in de case gecomplimenteerd voor het uitstekende strategische management. Toen ik met het idee speelde om een nieuwe stichting op te richten en Peter Ottenhoff bereid had gevonden als secretaris op te treden heeft mijn buurman zijn zoon Toby naar voren geschoven als penningmeester. In die tijd heb ik met mijn buurman over mijn NIOW-problematiek gesproken en hij heeft zich toen bereid verklaard persoonlijk als afgevaardigde van de UNIE BLHP met mijn partners te onderhandelen teneinde een bevredigende afvloeiingsregeling te realiseren.

Nadat de deels mislukte onderhandelingspoging van mijn buurman geleid had tot het conflict met het in Taleninstituut Maarn B.V. (directie Boogaard en De Vries) omgezette en leeggehaalde NIOW-Talen B.V., heeft mijn buurman mijn plaats als voorzitter van het SBO-bestuur ingenomen. In de case ga ik in op de rol van mijn advocaat die ik door de UNIE BLHP toegewezen had gekregen. Ik heb achteraf geconstateerd (dat soort dingen leer je helaas pas in de praktijk) dat deze advocaat niet uitsluitend mijn belangen behartigde, maar ook de belangen van Neumans zoon Toby alsmede van de heer Neuman zelf. Ik heb toen gesteld dat de fout die Neuman tijdens de aandeelhoudersvergadering van 7 juli 1987 had gemaakt er uiteindelijk toe geleid had dat hij en zijn zoon de helft van de stemmen in het SBO-bestuur hebben.

Een derde punt betrof een voorwaarde van Peter Ottenhoff dat het probleem "Elly" moest worden opgelost. Indien van belang kan ik die tekst produceren.

Het is triest dat Elly het verhaal van mij niet heeft willen accepteren. De "verliefdheidsdiscussie" rond Liesbeth is pas in een later stadium op gang gekomen en mede op gang gebracht door een vriend van de heer Neuman. Onze echtscheidingsproblematiek zou een goed wapen zijn geweest om Liesbeth te treffen. En dat heb ik op alle manieren trachten te voorkomen. Het is je nu waarschijnlijk ook duidelijk wat ik bedoel met mijn zin in de brief aan Kortes (26-4-93):

"De nieuwe directie heeft zich nadien verantwoordelijk gehouden voor het verdere verloop van mijn keuzeproces, maar heeft deze begeleiding beëindigd nadat ik haar in kennis had gesteld van een serieuze relatieproblematiek ten gevolge van een in mijn privésfeer doorlopende belangenproblematiek m.b.t. SBO."

Ik denk dat ik nu ook begrijp wat Liesbeth heeft bedoeld toen zij de heer Hartman vertelde dat zij geen contact meer met mij kon hebben "ten gevolge van alles wat er de laatste tijd met de heer Van der Heijden is gebeurd". In "De zaak NIETS B.V." komt Liesbeth voor onder de naam "Angela Vincente", een winnende engel. In 1989 is zij voor mij als een engel uit de hemel komen vallen en uiteindelijk zal zij naar mijn verwachting ook de winnares worden van dit strategospel. Wat ik er zelf mee opschiet weet ik niet. Mensen kiezen in the final analysis inderdaad voor zichzelf, maar is het niet mogelijk dat een in stilte gevoerd achterhoedegevecht op den duur toch wel gehonoreerd wordt? Duurt eerlijk niet het langst? En wint het recht niet van het onrecht? Ik denk wel dat het recht zegeviert. Dat heb ik ook ervaren. Mijn overbuurvrouw in Maarn was een rechter. Toen ik mijn zaak gewonnen had ben ik haar midden op straat om de hals gevlogen omdat het recht had getriomfeerd en wij twee bange jaren achter de rug hadden waarin we bang waren dat een rechter de zaak nog wel eens verkeerd zou kunnen beoordelen.

5. Ottenhoff

Op 13 juni jl. zond ik Peter een brief met de volgende tekst: 13 JUNI 1993 JOUW BRIEF VAN 10 JUNI JONGSTLEDEN TER ATTENTIE VAN MIJN VOORMALIGE STUDIECOÖRDINATOR EN DISTRICTLEIDER IN DE REGIO UTRECHT NIEUWEGEIN. Ik heb betreurenswaardigerwijze hierna niets meer van Peter vernomen.

6. Socialistische Partij
Het lijkt me een goede zaak dat je je probleem in handen van een politieke partij hebt gegeven. Het verbaast me wel dat je zomaar de onwillige directeuren van de sociale dienst onder ede kunt laten verhoren. Naar mijn idee moet je eerst een stevige klacht hebben vooraleer je een procedure kunt opstarten en dan kan het nog wel jaren duren voordat men tot verhoren overgaat. Hoe zit dat? Denk jij overigens dat er voor mij ook nog een kans bestaat om een schadeloosstelling in te dienen?
M.b.t. de MLP-fase kan ik je melden dat Nieuw Elan (Liesbeth) intern met maatregelen bezig was om de inderdaad 'onzinnige' stage af te schaffen.

7. De Jong
Over Annet de Jong heeft Peter Ottenhoff mij in februari 1991 verteld dat hij op het arbeidsbureau Groningen te horen had gekregen dat men het daar een schandaal vond dat die nog bij Nieuw Elan rondliep. Ik heb hem toen gemeld dat ik in maart daarop de IMS-certificaatsuitreiking zou gaan bijwonen. Hij heeft me toen geadviseerd dat niet te doen, maar ik ben desondanks toch gegaan, omdat ik me natuurlijk bij dit project betrokken voelde. Mijn ervaringen daar waren pijnlijk tot zeer pijnlijk. Jan Willem Snippe was daar ook aanwezig. Ik heb hem verteld dat ik mij vanaf de start niet meer met dat project had beziggehouden i.v.m. andere werkzaamheden binnen de organisatie. Hij vond echter dat ik als Nieuw Elan medeverantwoordelijk was voor het project. In een evaluatierapport van Nieuw Elan zelf is er door de cursisten een vernietigend oordeel over de uitvoering van het project geveld. Ik heb in de periode oktober/december vorig jaar - in overleg met Liesbeth - met een aantal oud-cursisten van het project gesproken, waaronder Inge Post zoals je weet. De meesten klaagden over de leiding maar hadden weinig kritiek op het project als zodanig. Op 6 april vorig jaar had ik in Delft een gesprek met George Görtemöller, voormalig directeur van het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering en thans marketing-director bij TNO Delft. Dus niet de eerste de beste. Annet heeft deze man als cursuscoach aangetrokken voor fl. 1000,- per dag. In het begin van de cursus is ze lange tijd ziek geweest en heeft de verantwoordelijkheid voor het project bij deze dure NCH-directeur neergelegd. Ook heeft zij uit puur hobbyïsme een docent uit Parijs laten komen voor duizenden guldens per dag. De heer Görtemöller kent mij uit de AtM-cursus, waarin hij de marketing-onderdelen verzorgde, hij heeft met mij samen selectiegesprekken gevoerd voor het Spanjeproject en hij kent mij uit de opleidingenmarkt. Hij heeft mij laten weten het onmogelijk te vinden met die dame samen te werken en hij begrijpt nu nog niet waarom ze mij dat project niet hebben laten draaien. Een blunder van de eerste orde en ik denk nu even over jouw opmerkingen over 'vrouwenmacht' en over hetgeen ik in mijn brief van 9 september over het duo De Jong/Ravenstein heb geschreven. Tjitse, je hebt volledig gelijk. Die twee hebben Liesbeth én jou én mij te pakken en puur door middel van intriges en "gewriemel" om jouw terminologie maar eens aan te halen. Liesbeth moest Annet inderdaad dulden uit machtsoverwegingen. Liesbeths macht was in de eerste fase gebaseerd op de samenwerking met mij. Annet werd toen ziek en heeft net zo lang zitten broeden tot ze een middel had gevonden om mij de organisatie uit te werken. Ik was al veel te lang een bedreiging voor haar geweest en de reis naar Madrid heeft ze volledig uitgebuit om Liesbeth te 'informeren'. Dat is mijn hypothese.

Liesbeth is aanvankelijk met mij in zee gegaan omdat ze haar oren en ogen goed heeft gebruikt. Ze was onbevooroordeeld en zag wat ik deed en hóe ik mijn werk verrichtte. Ze heeft ook wel gezien dat ik tijdens mijn 'stage' regelmatig het 'zootje' van Annet moest ordenen, want een zootje was het en niet anders. Een gigantische puinhoop waar ik regelmatig orde in heb geprobeerd te scheppen. Aan die dame heeft Tjeb Maris jouw belangen overgedragen. Een schandaal!!! Ik vraag me af wat mevrouw De Jong allemaal aan Liesbeth heeft verteld toen ze beiden in het vliegtuig zaten naar Madrid. Liesbeth heeft zich in Spanje echter niet zo sterk laten beïnvloeden. Dit maak ik op op grond van de ontvangst die Julio Sampedro mij in mei vorig jaar in Madrid bereid heeft.

Deze oud-directeur van Philips Ibérica en oud-collega van Bob van Aalst heeft mij letterlijk met open armen en een prima diner ontvangen en mij verteld dat hij vond dat ik de zaken altijd zo goed in orde had. Dat heb ik van Annet helaas nooit kunnen zeggen. Als je haar kamer in Hoofddorp zag was het net of er een orkaan gewoed had. En deze dame was verantwoordelijk voor een project van bijna een miljoen. Ook hiervoor is Tjeb Maris verantwoordelijk. Liesbeth en ik hebben vanaf het begin getracht het instituut te centraliseren. Dat hield onder meer in dat het beheer van de z.g.n. "open" opleidingen zoals het MLP, waar Annet later projectleidster van was geworden, centraal bij mij werd ondergebracht conform mijn eigen, vertrouwde en beproefde NIOW-model. Annet heeft zich daar steeds tegen verzet. José werd haar bondgenote en Liesbeth kon niet anders dan de organisatie onder externe druk te decentraliseren waardoor mijn functie uiteindelijk is komen te vervallen.

Er is een onduidelijk beeld over mij tot stand gekomen in de periode 7 juli 1987 tot januari 1988. Ik was toen ziek, maar Peter Ottenhoff had mij toch als docent Spaans aangetrokken voor zijn tolkvertalersopleiding. Hij vond dat een goede therapie en ik heb toen ook vijf avonden op therapeutische basis lesgegeven. Ook Inge Post was als docente Frans aan die opleiding verbonden en ik vraag mij nu nog af op grond van welke criteria Inge in de IMS-cursus terecht is gekomen. Annet zat toevallig wel in de selectiecommissie die Inge heeft uitgeselecteerd. Boogaard kwam bij de Baak en kende Maris. Annet was Maris' 'strovrouw' en heeft Liesbeth in haar Spanjereis de informatie verstrekt die tegen mij werkte, althans zoiets moet het zijn geweest.

Volgens de notulen van de projectleidersvergaderingen was Annet vanaf mijn officiële aanstelling aanwezig op 8-1-90, 5-2-90, 26-2-90, 12-3-90, 19-3-90, 23-4-90, 14-5-90, 5-6-90, 18-6-90, 13-8-90, 20-8-90, 3-9-90, 17-9-90, 22-10-90, 29-10-90, 5-11-90, 19-11-90, 17-12-90 (verlaat), 7-1-91, 4-2-91, 4-3-91, 18-3-91, 15-4-91, 29-4-91, 6-5-91, 27-5-91 (26x)

en afwezig op 6-11-89, 13-11-89, 20-11-89, 27-11-89, 4-12-89, 11-12-89, 15-1-90, 22-1-90, 19-2-90, 9-4-90, 7-5-90, 21-5-90, 10-9-90, 24-9-90, 15-10-90, 12-11-90, 26-11-90, 10-12-90, 11-2-91, 18-2-91, 25-2-91, 25-3-91, 8-4-91, 13-5-91, 3-6-91 (25x).

Dat is dus een absentiepercentage van bijna 50%. Is dat geen grof schandaal? Daar moet Liesbeth nu op steunen.

"Roddel komt dikwijls voort uit gebrek aan zelfvertrouwen en afgunst. Omdat je betere kwaliteiten hebt dan Annet zou zij vanuit die positie Liesbeth hebben kunnen bewerken."

Ik denk dat ik deze veronderstelling met het bovenstaande heb gestaafd.

8. Van der Horn
Jacobine van der Horn is ook niet meer werkzaam bij Nieuw Elan. Zij is wel betrokken geweest bij de val van Maris én van Tegels. Zij is in mijn staftijd ook stafmedewerkster geweest. Zij beheerde de financiën nadat Joop Tegels haar die functie had gegeven. Ze had er echter weinig verstand van. Mijn vrouw Elly was toendertijd boekhoudkundig medewerkster bij het automatiseringsbedrijf in Maarn en was dat ook onder mijn directie bij NIOW-Talen geweest. Ik had als oud-NIOW-directeur behoorlijk goed zicht op het administratieve systeem. Toevallig werd bij de Baak hetzelfde computerprogramma - FARAO van Multihouse - gebruikt als bij het NIOW, waar mijn vrouw toen op werkte. Wat ik van Jacobine's werk heb gezien was niet om over naar huis te schrijven. In NOORDWIJK trof ik haar in haar kamertje regelmatig aan terwijl ze computerspelletjes zat te spelen. Nee, aan Jacobine hadden we ook niet veel. Die is niet voor niets ontslagen. Maar José en Annet zijn even ondeskundig en die houden zich nu ook nog met organisatorische zaken bezig. Liesbeth zal ze echter nu wel hebben geleerd hoe ze het wél moeten doen. In dat licht ben ik natuurlijk ook het slachtoffer geworden van listen en roddels van die vrouwen. Dat heb je goed gezien.

9. Nieuw Elan Internationaal
Je vraagt wanneer Nieuw Elan Internationaal is opgehouden te functioneren. Hier heb ik maar één antwoord op: Nieuw Elan Internationaal heeft nooit gefunctioneerd. Het was een brainwave van Tjeb Maris, maar mijn stuk van 6 maart 1989 geeft al voldoende duidelijk aan dat er geen basis was voor deze "business unit". De leiding ontbrak. Tjeb Maris was wel een inspirator, maar bedrijfsmatig was hij onkundig. Het idee NEI is naar mijn idee opgehouden te bestaan toen Annet en Tjeb samen naar Parijs zouden gaan i.v.m. het Franse project en Maris Annet uiteindelijk, voor zover ik me dat kan herinneren, alleen heeft laten gaan. We zijn toen alleen met het Spaanse project verdergegaan en dat project is gewoon in het totaalprogramma van Nieuw Elan geschoven.

10. Samenwerking
Ik ben inderdaad te idealistisch en ook wel wat beschouwend om aan rauwe en subtiele struggles for power deel te nemen. Daarom was ik ook zo blij met de samenwerking met Liesbeth. Ik kon toen gewoon in harmonie met iemand samenwerken en opbouwend bezig zijn. Ik ben wel een perfectionist en zoek dingen graag tot de bodem uit tot het gewenste resultaat is bereikt, maar de heer Hartman heeft mij niet voor niets aangeraden om op de rem te trappen voor mezelf. Dat doe ik dan ook, maar ik heb inderdaad geen rust als mijn historische belangen niet bevredigend zijn opgelost. Ik werk altijd voor een 10 en volgens Hartman, na zijn gesprek met Liesbeth, zelfs voor een 11. Als ik de energie heb zal ik zeker doorgaan om het recht te halen dat ik moet krijgen. Ik denk dat onze samenwerking op dit punt wel een aardige aanzet is. Je hebt me inmiddels weer geactiveerd en dat is natuurlijk wel een goede zaak.

11. Brief Liesbeth d.d. 1-9-93 aan jou
Ook jouw mening dat je jouw vraagtekens zet bij Liesbeths opmerking 'zeer geregeld' deel ik. Ik betreur het een opmerking van haar te zien die niet geheel op waarheid berust. Zo heb ik haar nooit meegemaakt. Waarschijnlijk heeft ze een negatieve beïnvloeding ondergaan of is het inderdaad een defensieve opmerking die vooruitloopt op het door jou aangekondigde proces. Op grond van wat jij haar hebt gestuurd kan ze zich al een aardig beeld vormen van wat haar te wachten staat. Nu ze weet dat wij contact hebben zal ze jouw en mijn correspondentie gaan samenvoegen. Ik denk wel dat ze haar legertje advocaten al klaar heeft staan.

12. Rechtzaak
Je opmerking dat je er naar uitziet een debat in de rechtbank aan te gaan klinkt kordaat. Je hebt mijn nieuwsgierigheid gewekt. Ik zal je daarvan niet proberen te weerhouden. Misschien is het inderdaad wel goed dat er meer helderheid komt in een slepende affaire en dat geldt evenzeer naar mij toe, zeker wanneer je Plevier, Maris, Tegels, Van der Horn en De Jong eveneens ondervraagt, heb je mijn zegen. Ondanks het bovenstaande heb ik in Liesbeth nog steeds vertrouwen. And what about José? En Hortensius? Ik stel mij overigens voor dat je de rechter dan ook opdracht geeft om mij te horen. Ik zal dan niet meer kunnen vertellen dan wat ik je al geschreven heb. Maar misschien is het voor jouw zaak wel goed om ook van mij verklaringen onder ede te krijgen. Je moet er echter op voorbereid zijn dat mijn artsen mij niet toestaan om in de rechtzaal te verschijnen. Daarmee wil ik niet zeggen dat IK niet bereid ben om het recht te dienen. We moeten daar maar eens over praten.

13. Correcties
Mijn brief d.d. 25-8-93 blz. 2 "loopbaanadvies van Psychotechniek in juli 1991" moet zijn "in juni 1991", blz. 3, alinea 6 "oudejaarsavond 1991" moet zijn "oudejaarsavond 1990", blz. 8, alinea 6 "Het gesprek vond begin juli plaats" moet zijn "Het gesprek vond op 17 juni plaats".
Mijn brief d.d. 4-9-93 blz. 6: "november" moet zijn "oktober", "zitten in Liesbeth's beleving" moet zijn "zit in Liesbeth's beleving".
Wil je deze correcties in onze correspondentie verwerken?

14. Conceptbrief aan Liesbeth d.d. 17-8-93
Krijg ik hierop nog jouw reactie?

15. Uitnodiging
Jouw uitnodiging om naar Stiens te komen neem ik graag aan wanneer de artsen mij laten gaan. Anders moeten we het bij het weekend laten. Ik wacht je telefoontje af.

16. Brief aan Ganzevoort
Ik geef je toestemming om mijn stuk van 6 maart 1989 aan Ganzevoort aan de heer Kortes te geven onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat ik van de heer Kortes zelf een ontvangstbevestiging én een reactie op het stuk krijg.
Vriendelijke groet en sterkte met de strijd.

19 SEPTEMBER 1993 VIDEOTHERAPIE