Datum: 29 oktober 2002 Betreft: PEACE OF MIND Kenmerk: JH/MD20021029 Torremolinos, dinsdag 29 oktober 2002 Beste Maria, Na een verblijf van twee maanden in Nederland ben ik gisteren met mijn oudste zoon en aanstaande schoondochter in de Zevende Hemel teruggekeerd. Tot mijn grote verrassing vond ik jouw pakketje van 1 oktober in een enveloppe van Het Slot Zeist. Er is veel gebeurd in de tussenliggende periode, waarin ik veel aan jou heb gedacht. Enkele fragmenten uit mijn dagboek. Maandag 7 oktober 2002 Claus, een korte biografie Donderdag 10 oktober 2002
Vrijdag 11 oktober 2002 Tienduizenden in rij voor laatste
eer Zaterdag
12 oktober 2002
Krachtig herstel op beurs
Ik denk dat deze positieve ontwikkelingen te danken zijn aan mijn bezoek aan Hotel des Indes afgelopen donderdag. Om 11.40 ben ik met de trein uit Nijmegen-Dukenburg vertrokken. Aankomst 's-Hertogenbosch 11..55. Van daaruit reed er geen trein naar Utrecht in verband met een aanrijding. Onverrichter zake de sneltrein naar Arnhem terug V. 12.40 In Arnhem geen directe treinverbinding met Utrecht. Dus verder gereisd naar Deventer V. 12.47 Onderweg sprak ik met een Macintosh-expert uit Son bij Eindhoven. Hij adviseerde mij het herstelprogramma TechTool, verkrijgbaar bij Noadis in Venlo. A. 13.24 Vertrek Deventer 13.54.
Apeldoorn 14.00. Amersfoort 14.25.Utrecht A. 14.43. Postbus 689 nagekeken om 14.57. Alleen een gids met exclusieve wenskaarten van o.a. Gerdien Meynen. Vertrek Utrecht 15.17. Aankomst 's-Gravenhage 16.02. Om 16.30 na een beker chocolade aangesloten in de rij op de Prinsessekade. Ik trof daar dezelfde marechaussee die ik op 28 augustus op station Duivendrecht heb gesproken. Ik citeer: "Het was gisteren een reis 'volgens het boekje'. Vertrek Málaga 11.00 uur. Aankomst Schiphol 13.35 uur. Eén van de stewardessen verzocht mij een enquêteformulier in te vullen. Daarvoor kreeg ik een flesje Zuidafrikaanse wijn cadeau: Drostdy-Hof, hetgeen mij ogenblikkelijk deed denken aan mijn Brief aan oom Piet in Zuid-Afrika, als reactie op het boekje Flexwerken van Peter Ottenhoff. Ik heb de diensten van TRANSAVIA in alle opzichten als 'zeer goed' beoordeeld.
Met uitzondering van de kleur: die moet uiteraard nog veranderen in rood en paars. Ook heb ik mijn visitekaartje in de enveloppe achtergelaten. Na aankomst met de trein naar Duivendrecht. Om 15.00 trof ik daar een hoofdofficier van de Koninklijke Marechaussee en heb hem eveneens een kaartje verstrekt. Hij vroeg mij al direct hoe het gaat met de verkoop van mijn boek en of ik al inhoudelijke reacties op mijn Letters heb ontvangen. Hierop heb ik hem laten weten dat ik daarover afspraken heb gemaakt met de lijfwacht van Prinses Diana op ETON COLLEGE en ik verwacht dat de verkoopcijfers zullen stijgen zodra er nog enkele juridische zaken zijn afgewerkt. Daar kon hij zich wel een beeld van vormen. "U heeft ook nog met een collega van mij gesproken", liet hij mij weten. "Dat klopt. In Bar Number One in Torremolinos. Hij heet Ruud en woont in Emmen". Rond 15.30 aankomst Utrecht. Daar de postbus geledigd. Ik trof er de volgende stukken aan.
1. Dankbetuiging van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje voor de goede wensen die Hij ter gelegenheid van zijn verjaardag mocht ontvangen, d.d. 29-04-2002 gericht aan de Stichting Cervantes Benelux.
2. Brief aan de Stichting
Cervantes Benelux van Minister-President
W. Kok d.d. 17 mei 2002, kenmerk 430069, poststempel 21.05.02.
3. Brief aan Instituto
Cervantes Holding van Minister-President
W. Kok d.d. 7 juni 2002, kenmerk 431549/432034, poststempel
07.0602
4. Brief aan Instituto
Cervantes t.a.v. John L. v d Heyden van Ad
Melkert d.d. 6 juni 2002.
Met de trein van 15.50 uur ben ik naar Nijmegen gereden. Aankomst Nijmegen Centraal 16.42. De aansluitende trein gemist. Vertrek Nijmegen Centraal 17.16. Aankomst Dukenburg 17.22." Een lieftallige blonde politie-agente heb ik mijn kaartje gegeven vanwege het feit dat ik in de postbus geen uitnodiging heb ontvangen voor de uitvaartdienst. Nochtans heb ik mij welwillend bij de groep aangesloten om de laatste eer aan Prins Claus te bewijzen. Ik was onder de indruk van de diepe ingetogenheid, de krans van SSMM Los Reyes en het bloemstuk met witte rozen en paarse bloemen van de familie Loudon. Na mijn bezoek ben ik naar Hotel des Indes gegaan. Ik heb daar gesproken met een Engelsman die voor Shell werkzaam is. Gesproken over het joggen in Londen en Den Haag en mijn fitness in Earls Court Gym. Ook hem heb ik mijn kaartje verstrekt, alsmede de barkeeper van 'Des Indes'. Vertrek 's-Gravenhage 21.10 V. Utrecht 21.55. Nijmegen-Dukenburg Aankomst 22.50 uur. Gisteravond housewarming bij Ramon. Aangenaam weerzien met mijn (voormalige) echtgenote en kennismaking met ouders van Lieke: Alhard en Tineke Hungerink uit Lienden, v/h Maurik en Huis ter Heide. Met de trein van 00.07 terug naar Nijmegen."
Ik heb op het punt gestaan om jou een condoléancekaart te sturen. Maar begrijp hoe moeilijk het allemaal ligt. Jouw brief van 1 oktober. Ik weet niet goed hoe ik hiermee moet omgaan. Op de eerste plaats voel ik met je mee. Na Diana's overlijden heb ik slechts één condoléancekaart ontvangen in Utrecht. Van mijn oude schoolvriend Herman de Koning uit Nijmegen. Hij weet van de hoed en de rand. Ook van Henk Maas, directeur/eigenaar EMC, cursusarchitect, kreeg ik een telefoontje na Haar verscheiden. Ik had hem kort daarvoor tijdens het congres De Nieuwe Economie II op de Baak leren kennen. Wél heb ik namens de Britse Koninklijke Familie twee dankbetuigingen gekregen, één gericht aan mij persoonlijk en één aan ons bedrijf.
Dat heeft natuurlijk al heel wat goed gemaakt, maar nog niet alles. Het artikel Prinses Diana, vijf jaar na haar dood, de waarheid achter de mythe licht al een tipje van de sluier op.
TEKST: JULIËTTE VAN RAVESTEIJN
RD. Jehpson, Shadows of a Princess
Diana, Princess of Wales 1987-1996.
Harper Collins Publishers,
2000. ISBN 0 00 711358 7.
Ik vind het een vreemde zaak dat uitgeverij Harper Collins dit verhaal heeft gepubliceerd. Het ware dichter bij de waarheid geweest als zij mijn boek op de markt zouden hebben gebracht. Deze uitgeverij heeft het manuscript van mijn boek gewoon aan mij geretourneerd zonder klaarblijkelijk de waarde ervan in te zien. Ik heb echter een andere weg gekozen dan de heer Jephson. Alvorens tot publikatie over te gaan heb ik eerst de belangrijkste direct betrokkenen van mijn voornemen tot publikatie in kennis gesteld. Te beginnen bij BUCKINGHAM PALACE rond de kerstdagen van 1997. De heer Jephson heeft dus zowel de communicatiestrategie van mij als van de Britse Koninklijke Familie doorkruist getuige de opmerking dat hij in februari 1998 een duidelijk signaal van 'BP' heeft doorgekregen. Uitermate significant is de opmerking "In 1992 was Diana op haar top" aangezien ik toen het Instituto Cervantes heb ingeschreven bij het Benelux merkenbureau en de Stichting Cervantes Benelux opgericht. Zonder enige twijfel is dit naar mijn mening het nieuwe perspectief geweest dat ik haar toen heb geboden. Liesbeth Halbertsma kan dit allemaal bevestigen. De "wijze vertrouwenspersoon die, uit oprechte genegenheid en onbetaald, haar de waarheid kon zeggen" schrijft nu opnieuw deze brief. Ik wacht echter nu wel op betaling en ik denk dat dat moment niet lang meer op zich zal laten wachten. Zo is Diana's butler Paul Burrell op 14 oktober jongstleden voor de rechter verschenen in The Old Bailey. Hij is ervan beschuldigd dat hij vanaf 1 januari 1997 bezittingen van Diana zou hebben gestolen. Op dat moment is echter ook de Limited Company Instituto Cervantes England and Wales rechtsgeldig geworden in het Verenigd Koninkrijk. Drie dagen nadat ik Haar had voorgesteld er een familiebedrijf van te maken. Het ligt dus voor de hand dat Diana haar butler opdracht heeft gegeven de in de aanklacht genoemde vermogensbestanddelen af te zonderen voor ons bedrijf tot het moment dat het operationeel zou worden. Ik teken ernstig bezwaar aan tegen de benaming playboy-minnaar die ik voor een potentiële business-partner heb aangezien. Maar bij nader inzien ben ik het wel met Juliëtte van Ravesteijn eens. Ik heb haar voor die man ook ernstig gewaarschuwd. De opmerking "Ogenschijnlijk had zij een missie gevonden" beschouw ik in dit verband als een eerste stukje erkenning van mijn missie. De redactie van Vorsten was hiervan immers volledig op de hoogte in de tijd dat Mirjam Spierings nog de redactie voerde van het blad. De volgende foto dateert nog van Prinsjesdag 1998.
Ik nam toen voor de tweede keer deel aan de excursie door Den Haag die toen door Vorsten werd georganiseerd. Wist jij trouwens dat je nog bloedverwanten hebt in Frankrijk? Althans in dienst van de Al Fayeds? Ik kwam een René Delorm tegen in een brief van mij aan Tony Blair. Mijn brief FINAL END OF SPECULATIONS d.d. 17 februari 1998 (correctie 22-07-2204) aan de Britse Minister-President: Exclusive: Princess halts speculation over her romance NO WEDDING SAYS DIANA. De Nederlandse vertaling van mijn boek is klaar en kan binnen een week in Nederland op de markt worden gebracht. Zodra de rechter Paul Burrell heeft vrijgesproken zal dat wel gebeuren. Dan wordt de werkelijkheid immers helder. De échte werkelijkheid waarover een Spaanse schrijver vierhonderd jaar geleden al heeft geschreven, maar die in Engeland en Nederland klaarblijkelijk nog niet goed is bestudeerd. Wij zijn twee dierbaren kwijtgeraakt. Er ligt dus opnieuw een belangrijke missie voor ons om die leegte op te vullen. Ik ben er klaar voor. Hartelijke groet en sterkte in de komende tijd, JOHN L. VAN DER HEYDEN P.S Werk jij ook in het Slot Zeist? Daar heb ik tal van bekenden. Het lijkt mij de ideale lokatie om de managementtrainingen van het Cervantes Management Centre te organiseren in goede samenwerking met het IBO en de Baak.
4 MEI 2008 JOUW BRIEF VAN 21 APRIL 2008 TER ATTENTIE VAN MARIA DELORME UIT HARLINGEN