Datum: 21 december 1999 Betreft: Kerstmis 1999 Kenmerk: JH/TBG991221 Beste Tjitse, Nijmegen, zondag 19 december 1999. Ik bevestig de goede ontvangst van jouw brief van 15 december jongstleden in een enveloppe met postwaarmerk nummer R184R214 N6538S. Hij heeft mijn briefje van 16 december klaarblijkelijk gekruisd. De tekst hiervan luidde: "Hartelijk dank voor je telefoontje van vorige week. Mijn eerste brieven aan jou uit de periode februari/maart 1993 zijn terecht en heb ik geïntegreerd in mijn nieuwe boek "Brieven aan Breuker I en II". Ik mis alleen nog de oorspronkelijke pagina's 314-365 (brieven 75 t/m 83) uit de periode augustus/september/ oktober 1994. Zou jij zo vriendelijk willen zijn mij daar de kopieën van te doen toekomen? Ná de uitspraak van de President van de Rechtbank zal ik mijn boekwerk ter accordering aan je doen toekomen. Ook jouw commentaar op mijn stukken Jakkeraars Proces en De bruiloft van Dulcinea zie ik met belangstelling tegemoet. Maar eerst de brieven 75 t/m 83. Punt. Hartelijke groet en goede feestdagen. Bijlage: "Interview" van Rob Hoogland d.d.16-12-99. Hij denkt met Ons mee."
Mijn reactie op jouw brief: Ik wist niet dat jij contact had met Nina Brink. Haar voormalige collega Koos van der Meulen heb ik op het oog als directeur van mijn geplande bedrijf Cervantesonline, dat voornamelijk op de Spaanstalige markt gericht zal zijn, met hetzelfde produkt als dat van Nina. Ze mag meedoen, als ze wil. Ik heb mij nog niet voorgenomen om een privéjet aan te schaffen. Die kan Nina in Cervantes Air onderbrengen indien contact met haar voormalige collega nog mogelijk zal zijn in de toekomst. Ik heb in ieder geval mijn oog al laten vallen op de skycar. Zodra ik hiervan gebruik kan maken kom ik graag weer een keer naar Stiens gevlogen als dat nodig is. Je vragen:
1. Jouw brief van 3 december bevatte voor mij geen relevante informatie. Een gepasseerd station. Vandaar dat ik daar niet meer op heb gereageerd. Ik had hier ook niet om gevraagd. Nochtans staat mij nog wel voor de geest dat je iets meer wilde weten omtrent de verrekening van subsidies in de tijd dat ik op bestuurlijk niveau werkzaam was. Het was in de tijd van de opkomst van het contractonderwijs. Ten gevolge van mijn initiatief tot de totstandkoming van een wettelijke regeling voor het particulier mondeling onderwijs in Nederland werden er in de onderhavige periode contractafspraken gemaakt tussen particuliere instituten en overheidsinstellingen op basis van het zogenaamde private-public partnership. Daar was absoluut niets oneigenlijks aan. Ik heb je dat al vaker uitgelegd. De Baak verkocht zijn produkt Assistant-to-the-Manager voor Hfl. 600.000,- aan een arbeidsbureau of een groep arbeidsbureaus. Dit op basis van de geboden dienst. Elke cursusgroep bestond gemiddeld uit 30 cursisten. De gemiddelde bijdrage per cursist aan de kosten van de cursus bedroeg dus fl. 20.000,-. Elk project werd altijd zorgvuldig doorberekend. Problemen binnen het bedrijf zijn vooral ontstaan nadat projectleiders verantwoordelijkheid kregen voor het maken van offertes en het sluiten van contracten. De projectleiders zagen vaak de post bijdrage aan de vaste kosten over het hoofd. Hierdoor zijn de exploitatielasten van Nieuw Elan zodanig opgelopen dat reorganisatie noodzakelijk werd. Aangaande het handelen terzake van de heer Maris is het mij bekend dat hij zijn door hem ontvangen vergoedingen voor "niet gevraagde adviezen" aan de directie van de Baak heeft terugbetaald. Punt.
Jouw artikelen omtrent de aanwending van de ESF-subsidies zijn voor jouw zaak niet meer relevant. Die problematiek is reeds binnen de Europese Commissie aangepakt. Mevrouw Edith Cresson was als Europees Commissaris voor dit beleid verantwoordelijk. Zoals je weet is hierdoor de gehele Europese Commissie tot aftreden gedwongen. Dat was voor mij in die tijd niet nodig geweest. Ik had uitsluitend bezwaar tegen de merkwaardige handelwijze van mevrouw Cresson en ook de heer Karel van Miert zag ik liever uit de Commissie verdwijnen in verband met zijn anti-kartelwetgeving in Europa. In Zuid-Amerika is het immers de gewoonste zaak van de wereld dat daar kartels opereren. Ik heb met mijn bedrijf immers de absolute macht in Europa op het oog op het gebied van onderwijs. Dan wil ik niet gehinderd worden door wetten die mij dat onmogelijk maken. Bill Gates heeft eveneens een monopolie-positie. Waarom zouden Wij dat niet kunnen realiseren? Het is niet mijn bedoeling om die absolute macht te misbruiken, aangezien ik in mijn First State of the Union van 19 september1996 de Minister-President in kennis heb gesteld van de volgende beleidsvoornemens: State of the Union. Dit proces is dus al meer dan drie jaar gaande op basis van bovengemeld statement en wordt door alle geledingen van onze paarse kabinetten binnen de EU volledig ondersteund, hetgeen dit weekend onder meer is gebleken uit het Telegraafartikel
"'Burgemeester Marbella stal 55 miljoen' D Day Domino is op 28 december aanstaande al drie jaar gaande. Die stenen blijven vallen: Wereldwijd.
2. Ik citeer: "Nogmaals voor de goede orde: Prof. dr. Ph.H. Breuker (Leiden, Amsterdam, Leeuwarden), Singel 1, Bozum Frl.Dr. P.Breuker (Rijksuniversiteit Groningen).H. Roucamastr. 43. Dronrijp (nabij Menaldum). Ik weet niet wat jij over hen geschreven hebt en of je in het kader van de correspondentie correcties moet toepassen. Ze hebben niets met de zaak te maken. Laat ze er daarom buiten". Ik reageer in de regel niet op de gebiedende wijs. Dat is je bekend! Ik heb op dit moment ook niets met de zaak te maken. Alle jou terzake doende informatie heb je ontvangen. De President van de Rechtbank heeft mij aangeduid met 'publiek'. Ik ben uitsluitend geïnteresseerd in de uitspraak. Nadien zie ik wel verder wat ik ermee doe. Ik bevestig hetgeen ik je heb voorgelezen uit mijn brief 'Friesland Boppe' d.d. 9 augustus 1999:
"Via vliegbasis Leeuwarden en Stiens ben ik naar Bartlehiem gereden. Daar nam op het bankje een oud-onderwijzer plaats uit Menaldum, woonplaats van Prof. Dr. Pieter Breuker." Alsmede: "17.55 Bij de aanhoudende regen werd mij door de aanwezige omstanders geadviseerd mij te hullen in een plastic zak, aangezien ik al lange tijd geen regenkleding meer heb gedragen. Ik moest gelijk aan Bonifatius denken met zijn mooie gezicht, die hier in de omgeving van Ee op onnatuurlijke wijze om het leven is gekomen omstreeks 754, nadat hij de schone Friese taal - naar verluidt - tot dialect of - naar men zegt - zelfs tot spraakgebrek had gedegradeerd. Dit geheel in strijd met de goede naam van de Halbertsmastichting en Pieter Breukers Fryske Akademie. Het schijnt dat Friese families elkaar terzake regelmatig naar het leven staan naar ik heb vernomen van mijn sectie Frans die bijna huiswaarts is gekeerd "Today". De "Alter Ego" voer mij nog voorbij toen ik mij in de stromende regen in zuidelijke richting had verplaatst. Thans schrijf ik derhalve vanaf het terras van de Vrijheid en komt de Feanprinses voorbijvaren van Rondvaardij Princenhof. Dat schip zullen we binnenkort ook goed kunnen gebruiken, want nadat ik na een gesprek met bekenden van de familie Kielstra uit Wirdum de palletfabriek van Halbertsma had genaderd werd ik al direct vriendelijk toeterend verwelkomd door een tegemoetkomende automobilist met inzittenden."
Ik heb hierbij kennelijk twee namen door elkaar gehaald. Dit verhaal heeft absoluut niets met jouw zaak te maken.
3. Ik neem inderdaad een geheel andere positie in. Ik ben echter niet verantwoordelijk voor jouw boosheid. De enige die dat probleem kan oplossen ben jezelf. Ik stel wederom vast dat je een grote hoeveelheid know how hebt verworven omtrent het functioneren van de gemeente Groningen en diens instituties. Dáár liggen dus jouw kansen voor betaald werk. De directie van de Baak heeft mij op 2 mei 1990 volledige tekeningsbevoegdheid toegekend nadat ik hen van mijn visie op de probleemsituatie in kennis had gesteld. Mensen helpen om hun eigen problemen op te lossen en hen in hun waarde te laten levert meer werk op dan het "staan op gevoelige tenen". Daar is men over het algemeen niet van gediend.
4. Dat is goed.ik hoop dat de gemeente een goede baan voor je creëert en zij met jou gaan meedenken op basis van een goed arbeidscontract. Ook denk ik nog steeds dat je het beste op de Canadese ambassade aan het werk kunt. Ik heb ooit eens een tachtigtal vragen over jou geformuleerd naar aanleiding van het boek 'De danser' over Jaap Stotijn uit Bathmen bij Epse, waar jouw coach Claas volgens jouw laatste informatie vandaan kwam (bijgevoegd). Die wens ik niet beantwoord te zien. Stuur de reactie maar naar: "De Hoofdofficier van Justitie Mr. H. Vrakking. Postbus 84500. 1080 BN AMSTERDAM" ter aanvulling op mijn brief d.d. 8 februari 1997, m.b.t. Vonnis. Ik heb er geen behoefte aan om té veel te weten. De beantwoording daarvan lijkt mij wel interessant voor de partij die jou eventueel in dienst wil nemen, zoals de Candadese overheid. Daar gaat uiteindelijk jouw hart naar uit. Ik heb wel verschillende vormen van miscommunicatie geconstateerd in jouw proces. Ik doel op de juiste adressering van jouw argumentatie. Zo slees ik "De leugen heeft de GSD niet eenmaal geregeerd". Dat betrof ook geen zaak van de GSD, maar een probleem van mij persoonlijk. Aangezien ík in de projectleidersvergadering klaarblijkelijk om de tuin ben geleid. Jíj hebt die zaak dus niet blootgelegd. Dat heb ík gedaan. Miscommunicatie trof ik ook in jouw betoog van 8 december. Het voorbeeld van de parlementaire enquête over de Bijlmerramp was niet sterk gekozen. Die commissie heeft immers al informatie laten uitlekken nog vóórdat hun rapport van bevindingen was afgerond. Zoiets geeft "ruis" en beïnvloedt het besluitvormingsproces. De heer Van Traa heeft dat - na mijn ingrijpen terzake - handiger aangepakt. Ook was het verhaal over de steun van jouw kinderen voor de rechter niet relevant. Ik ben benieuwd hoe hierop wordt gereageerd.
5. Dank voor het zoeken. Ik ben nu nog slechts geïnteresseerd naar de oorspronkelijke pagina's 314-365 (brieven 75 t/m 83) uit de periode augustus/september/ oktober 1994.
6. Dank voor jouw goede raad. Ik ga er Hogmanay vieren op uitnodiging van de John Wright Band. Dat is een groepje folk-singers die ik heb leren kennen in King Arthur's Pub In Utrecht. Ik blijf geïnteresseerd in de Knights of the Round Table (because no one knew who sat at the top!). Ik kom uiteraard ook op "places where the Royal Family comes" en vertrek op eerste kerstdag met de nachtboot van IJmuiden naar Newcastle. Ik stel het derhalve inderdaad op prijs op jouw commentaar op het stuk van 13 oktober 1998 met bijlagen. Doe het maar in het Engels. Want Nederlands moeten ze daar nog leren.
7. Ik neem dit aanbod in beraad. Zodra Liesbeth meewerkt ga ik accoord.
8. Voor de toezending van deze stukken "Kort verslag van de besprekingen, gehouden op 28 juni 1988 te Madrid over Nieuw Elan-Spanje", R.J.Glaser, Madrid, 28 juni 1988" en "Jammerlijke tijding van Annet de Jong van 11 januari 1989 aan Tjitse" ben ik je buitengewoon erkentelijk. Zoals je weet uit mijn brief van 3 maart 1993 kwam er een eind aan het conflict met mijn voormalige partners op 13 oktober 1989 door een uitspraak van de rechter. Op 30 oktober daaropvolgend kreeg ik ogenblikkelijk een arbeidscontract aangeboden. Je kunt hieruit opmaken hoe zorgvuldig de Baak t.a.v. mijn situatie heeft gehandeld. Zolang een probleem onder de rechter berust is het voor een goede werkgever niet verantwoord om 'het probleem' in huis te halen. De datum 28 juni 1988 is zeer significant. Het getal 28 komt voortdurend in het leven van Diana en mij terug. Wij hechtten beiden aan symboliek en "hidden messages". De wereld hangt van codes aan elkaar. Opmerkelijk dat er op 8 december bij Jelle in Stiens is ingebroken. Laat hem Rob Hoogland maar eens opbellen van de Telegraaf. Hij zal er wel meer van weten. Hij heeft mijn bedrijf ooit eens aangeduid met de naam 'Cable Turtle'. Dat is - naar zijn zeggen - een apparaatje dat alle touwtjes bij elkaar houdt (binnen de Europese Unie).
Tot slot stel ik vast dat er ook weer beweging zit in jouw Surinameproject, nu ik lees: "Vervolging Bouterse voor folteren in '82. Het gaat dus weer goed met Justitie sinds ik De Graaf van Randwijck naar huis heb laten sturen. Hiertoe citeer ik het volgende fragment uit mijn levenswerk "Plus Ultra":
"11 oktober 1995. Belangrijk moment in de verhoren van Van Traa. Voor het eerst is er concreet op de moord op mijn Alkmaarse naamgenoot ingegaan. Dit gebeurde door de heer Van Veen, Officier van Justitie te Haarlem. Het gesprek verliep alsvolgt: De Graaf: De IRT-archieven zijn gesloten. Dat is een besluit van de ressortsvergadering als ik goed geïnformeerd ben, waar u dus ook deel van uitmaakt. Van Veen: Nee, het is een vergadering met... De Graaf: De vier hoofdofficieren en u als unit-hoofd maakt er geen deel van uit, maar u heeft er wel kennis van genomen. Was u het er mee eens eigenlijk? Van Veen: Nou ja, kijk. Wat volstrekt helder was, dat wanneer we het onderzoek door zouden laten lopen dat elke rechtzaak die uit het onderzoek zou voortkomen, zou een geweldige ruis geven in de rechtzalen, één. Twee: CID-informatie die in het kader van het DELTA-onderzoek zou worden verworven zou worden geëxploiteerd door heel Nederland, of al naar gelang de politieregio waar het betrekking op had. Je zou daardoor iets creëren in Nederland dat in elke grote strafzaak het verweer zou komen van "nou gut, is er nou wel of geen DELTA-info". De Graaf: U bent het daar dus mee eens. Van Veen: Vanuit die optiek ben ik het er mee eens. De keerzijde is een negatieve. Er is niets mis met die methode. De informatie had gewoon geëxploiteerd kunnen worden. De Graaf: Dat begrijp ik, vanuit die optiek. Is het nou ook zo dat er deelonderzoeken binnen die hoofdsubjecten dus ook niet meer voort zijn gezet? Van Veen: Helaas wel. Het opsporingsonderzoek naar de liquidatie van de Heer Van der Heijden in Alkmaar is daardoor niet opgelost kunnen worden, terwijl het anders wel gelukt was. De Graaf: Betekent dat naar uw oordeel dat er informatie in de IRT-archieven zit die nu, na de beslissing van de ressortsvergadering, niet meer kan worden gebruikt terwijl daar potentiëel een moord mee kan worden opgelost? Van Veen: Ja, dat is de consequentie. De Graaf: Vindt u dat een aanvaardbare consequentie? Van Veen: Nee, maatschappelijk niet. Dat is volstrekt helder, maar het is een standpunt dat indertijd ingenomen is. Collega van Capelle en ik hebben nog ons uiterste best gedaan, ook in opdracht van de ressortsvergadering, om te onderzoeken of er geen 'doorstart' gemaakt kon worden of zo. Zo noemden we dat, met inachtneming van de mededeling dat al die informatie "besmet" is hè? Dat is voor ons helaas niet gelukt. De Graaf: U had er bijvoorbeeld als het ware geen informatie uit kunnen halen die bijvoorbeeld voor zo'n moordzaak van belang is, zonder dat de rest van de informatie wordt gebruikt? Van Veen: De details moet u niet aan mij vragen. Van der Heijden is vermoord de zaterdag voor pasen 1993. De echte onderzoeksresultaten zijn van na mijn tijd als IRT-officier. De laatste vraag kan ik niet beantwoorden bij gebrek aan wetenschap. Van Traa: Speelt daarbij nog een rol het meningsverschil wat blijkt te bestaan tussen de CID Haarlem en de CID-officier in Haarlem aan de ene kant en aan de andere kant de CID Alkmaar over het tweede signaal wat Haarlem zegt te hebben afgegeven en CID Alkmaar zegt nooit te hebben ontvangen? Ik heb het over "tweede signaal" dus. Van Veen: Ja. Nee, dat speelt geen rol. Waar ik het nu over heb is een jaar later, na de ontbinding van het IRT. Van Traa: En was daar geen mouw aan te passen? Van Veen: We hebben uitvoerige besprekingen gehad tussen OM Amsterdam, OM Alkmaar, OM Haarlem, IRT, CID Alkmaar, om te kijken of er nog een mouw aan te passen viel, maar.... Koekkoek: Maar in feite is dit onderzoek dus in de doofpot gestopt? Van Veen: Meegesleurd in de "besmetverklaring" van de "DELTA-informatie" zeg maar. Koekkoek: En wie hebben dat exact beslist? Van Veen: Dat is de ressortsvergadering. Dat is de vergadering van hoofdofficieren en de procureur-generaal van het ressort Amsterdam. Die procureur-generaal is de Graaf van Randwijck. Hij is morgen aan de beurt.....!
12 oktober 1995
Mr. Graaf van Randwijck blijkt de gelaatsuitdrukking van een Van
der Heyden te hebben. Randwijck ligt in de Betuwe en het ligt
voor de hand dat hij van de grafelijke tak Van Heyden afkomstig
is. Zeker zijn hoge positie binnen de magistratuur doet dat vermoeden.
Van Traa informeert of Van Randwijck zich ook met casuïstiek
bezighoudt, hoogstwaarschijnlijk doelend op de ZAAK N.I.E.T.S.
B.V.. Van Randwijck blijkt zich hoofdzakelijk met procedurele
aangelegenheden bezig te houden. Hij gaat niet in op inhoudelijke
discussies, maar beperkt zich o.a. tot centrale normeringen. Dit
is een Van Heyden eigen. Van Traa vindt dat Van Randwijck in de
toekomst moet gaan praten over door de Centrale Toetsings Commissie
goedgekeurde casussen. Vervolgens ontwikkelt zich een discussie
over de ZAAK VAN DER
HEIJDEN (17:25). "Koekkoek:
Ik heb nog een laatste punt voor wat betreft de afloop van het
IRT in januari 1994. Hebt u samen met hoofdofficieren in uw parket,
ja, afgesproken, besloten, dat is niet duidelijk, dat geen gebruik
meer zou worden gemaakt van het IRT-dossier? Wat staat u daarvan
bij? Is dat in de groep van u en de hoofdofficieren aan de orde
geweest? Van Randwijck: Ja. Ik heb de notulen van de ressortsvergadering
doorgelezen, althans vlot doorgelezen en daar ben ik het niet
tegengekomen, maar wat wel juist is, is dat het een besluit is
geweest - of het nou toevallig in de ressortsvergadering is geweest,
dat weet ik niet meer, maar wat wel dat in ressortelijk verband
en met instemming van de hoofdofficieren en mijzelf is genomen.
En of dat nou specifiek een vergadering is geweest, dat weet ik
niet meer, maar wat wel dat in ressortelijk verband en met instemming
van de hoofdofficieren en mijzelf is genomen. En of dat nou specifiek
een vergadering is geweest, daar heb ik geen sporen van gevonden,
maar het is wel een ressortelijk standpunt geweest. Koekkoek:
Nu heeft dat tot gevolg gehad, zoals de heer Van der Veen ons
heeft gezegd, dat één
moordzaak van 10 april 1993... Van Randwijck: Ja, ik ken hem ja......
Koekkoek: Van der Heijden Alkmaar, dat aan die zaak niet meer
kan worden gewerkt. Vindt u dat een aanvaardbare consequentie
van het niet meer gebruiken van het IRT-dossier? Van Randwijck:
Details over die zaak ken ik niet. Ik weet alleen wel - dat is
mij ook toen gerapporteerd - in de eerste plaats zijn er antwoorden
geweest op Kamervragen, die mij overigens niet allemaal paraat
zijn, maar er zijn Kamervragen gesteld over die zaak waar u op
doelt. En in de tweede plaats is de informatie die ik over uw
vraag heb is dat het niet zo was dat - laat ik zeggen - er al
een begin van bewijs was, zwak, maar een begin van bewijs, of
een bewijsontwikkeling, maar dat je maximaal kon spreken over
een onderzoeksrichting. Koekkoek:
Van der Veen heeft ons gezegd: "Het IRT-dossier is nodig
voor het ophelderen van deze zaak". En dat kan nu niet gebeuren.
Van Traa: Mag ik even onderbreken? U spreekt over Kamervragen,
maar spreekt u niet over andere Kamervragen? Spreekt u niet over
de XTC-kamervragen? Van Randwijck: Nee hoor. Ik heb het over Kamervragen
die betrekking hadden op - dat was naar aanleiding van kranteberichten
- die ongeveer de strekking hadden van daardoor, en verwijten
Haarlem-Alkmaar, eh, enfin... Van Traa: Wel of niet gewaarschuwd.
Van Randwijck: Exact, daarom ging het. Koekkoek:Maar vindt u het
aanvaardbaar dat die informatie blijft liggen, die, volgens een
van de kenners van het dossier, relevant zou kunnen zijn? Van
Randwijck: Ik heb geen enkele reden om te twijfelen aan de kennis
en kundigheden van Van der Veen. Eh... de andere informatie die
ik heb is die ik u zojuist geef, nl. dat er nog helemaal geen
bewijs, of begin van bewijs is, maar dat er een onderwijs,
eh...... een onderzoeksrichting
was. Meer is er.... dat dossier, zo is me gemeld, kort geleden.
De
Graaf: Door wie?
Van Randwijck: Ik meen dat dat was door een mevrouw
Gonzalez. Koekkoek: Maar wat voor bezwaar is er tegen om dat dossier
toch te lichten en te kijken in hoeverre het bruikbaar is voor
het onderzoek alsnog van deze zaak? Van Randwijck: Het is - denk
ik - niet goed om hier al toezeggingen te doen. Ik denk wel dat
het goed is om degene die die zaak toen behandeld heeft, en ik
dacht dat dat de heer Van Riel was, uit Alkmaar, maar zeker weet
ik dat niet, daarover nog eens op aan te spreken. De Graaf: Mijnheer Van Randwijck, even over
die black box. Mevrouw Gonzalez, die ook niet in het dossier kan
en mag kijken, zegt tegen u dat er toch misschien wel een onderzoeksrichting
was..... Van Randwijck: (Hevig sputterend) Eh, nee maar.... maar....
maar... ik meen dat de behandeling van deze zaak in handen was
van de heer Van Riel. Maar u overvalt mij op deze vraag want,
noch in het voorgesprek, noch elders, heb ik vragen in deze richting
vermoed. Ik praat laat ik zeggen vanuit van wat er in mijn achterhoofd
zit. Ik denk dat het goed is als ik daar nog eens met de heer
Van Riel over praat. Koekkoek: Maar wij gaan wel eens verder met
waar we de vorige dag gebleven zijn. Van Randwijck: Dat begrijp
ik, maar dat betekent dat dat beperkingen oplegt aan mijn voorbereiding." Ik ben benieuwd hoe het gesprek
met de heer Van Riel wordt gerapporteerd. Ook deze procureur generaal
zal ervoor dienen zorg te dragen dat er geen grammetje drugs meer
Nederland binnenkomt. Dat is hij aan onze rechtsorde verplicht.
Er zijn nog mogelijkheden genoeg om nieuw werk te creëren.
Daarvoor is het niet nodig om de eigen markt in stand te houden.
Integendeel. Ik vind wel dat de Graaf
van Randwijck in de
gelegenheid gesteld moet worden om het Cervantesplan te ondersteunen.
Maar dan denk ik vooral vanuit het belang van De Familie. Burgemeester
Ed d'Hondt was vandaag
bij de verhoren aanwezig. Ik vertrouw erop dat hij mijn signalen
heeft overgenomen. " Dat heeft hij goed gedaan. Op de vrijdag
van de Vierdaagse heeft hij me nog gevraagd of ik meeloop volgend
jaar. Ik sta immers goed bekend bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Ook ben ik nog goed bekend bij onze voormalige Minister Ritzen. Hij heeft ons oorspronkelijke idee om het onderwijs onafhankelijk te maken van de staat overgenomen, zoals opgetekend in de Telegraaf van zaterdag 11 december jl.: UNIVERSITEIT NIJENRODE: KWALITEIT VAN LESSEN WORDT BETER. Hier ligt mijn primaire belang als initiatiefnemer van het erkend particulier mondeling onderwijs. In 1988 ben ik t.g.v. de interventie van het 'Bureau Van Goethem' gedwongen geweest uit het VBMO-bestuur te stappen. Dat was exact in de periode dat de delegatie van Nieuw Elan de CEOE in Madrid bezocht. Ik heb in die tijd nog een brief voor mijn collega-bestuurders geconcipiëerd. Hiervan vond ik vandaag nog enkele fragmenten terugop mijn 'harde schijf'. Zo lees ik onder meer: 21 september 1988.
Ik citeer in
dit verband ook enkele fragmenten uit het verslag van René Glaser: "Naast
Sanchez Fierro zijn ook de anderen zeer positief over een gezamenlijk
projekt Nederland-Spanje. De aanwezigen wensen de plannen uit
te werken en dat wordt staande de vergadering verricht.
* Het idee is om op 1 jan.1989 met een trainingsprogramma in Madrid
te starten.
* De problemen m.b.t. de aanpak van structurele werklozen en tegelijkertijd
een tekort aan managers is minstens zo nijpend als in Nederland.
- Van de Nederlandse Overheidszijde is benadrukt dat een samenwerking
op dit vlak positief wordt ervaren.
- Gezamenlijk dient met de Europese
Commissie te worden overlegd opdat het ESF mee kan financieren.
- In bijlage staat een actielijst.
Gezamenlijk is een bezoek gebracht aan Perez Infante, directeur-generaal
Werkgelegenheid en twee medewerkers. Van Spaanse overheidszijde
bestaat ook grote belangstelling. N.a.v. de discussie is een concept-aanvraag
om bijstand uit het ESF ingevuld. Afgesproken is dat vóór
30-6 de C.E.O.E. een aanvraag zal indienen bij Perez Infante.
N.a.v. de komende discussies kan nog het één en
ander worden bijgesteld. Drs. R.J.Glaser, Madrid, 28
juni 1988."
Vele jaren terugblikkend denk ik dat de directieleden van de Baak in die periode reeds hun volledige vertrouwen in mij hadden gesteld om dit project te gaan "trekken". Mijn 'involvement' in de toenmalige juridische problematiek met Advocaat Van Goethem, kon dat niet doorgaan. Ik sluit niet uit dat de heer Perez Infante zich in verband met de geïnvolveerdheid van dat bureau uit het project heeft teruggetrokken. Dat probleem is echter opgelost. Het is thans wel zaak dat dat soort elementen eerst volledig verantwoording afleggen inzaken hun banden - al of niet - met de georganiseerde criminaliteit - voor zover nog actief. Daar doe ik immers geen zaken mee conform de toezegging die ik aan de Spaanse Minister-President heb gedaan.
Hartelijke groet en Goede Kerst.