5 oktober 1998. Betreft: VOORTGANGSRAPPORTAGE Kenmerk: JH/PO981005. Beste Peter, Ik heb je een tijdje verwaarloosd - jij mij ook overigens (voor zover ik dat kan beoordelen) - daarom hierbij mijn voortgangsrapportage vanaf 25 september jongstleden. Op die avond werd een intiem gesprek uitgezonden in het programma Villa Felderhof in St. Tropez. Hier waren Ralph Inbar en zijn tweede echtgenote op bezoek. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat dat te maken moet hebben met de verborgen camera die mij op 22 april 1997 moet hebben gefilmd tijdens The Changing of the Guard voor BUCKINGHAM PALACE.

Inmiddels heb ik van de heer Theo de Klein van Projects V Production bericht ontvangen dat hij niet kan meewerken aan de publikatie van mijn manuscript. Hij heeft hiervan wel kennis genomen en naar mijn inzichten blijft het een uitstekend raamwerk voor de te produceren film "The Angel on the Bridge". De vraag is alleen op welke wijze dat in het geheim kan geschieden op lokaties die wereldwijd bekend zijn. Ik hoop in ieder geval dat je op een goede manier met mijn plannen voor de holding aan het werk bent. Ik heb het plan inmiddels - for the time being - gereduceerd tot het businessplan Cervantes Management Centrum te Noordwijk. Daarbij heb ik geen andere ondernemers vermeld dan mijzelf. Dit geeft mij de mogelijkheid mee te dingen naar de hoofdprijs van Hfl. 15.000,- Want die heb ik echt wel nodig. Uiteraard heb ik ook goede mensen nodig die mijn plan kunnen uitvoeren. Ik mag aannemen dat jij wel enkele mensen voor mij weet die als projectleiders kunnen dienst doen. Deze week wil ik de puntjes op de i zetten. Daartoe dien ik nog enkele kostenposten te ramen. 30/9 Ik ben die dag ook met een nieuw project begonnen. Als je mij daarbij van dienst kunt zijn, graag. Ik houd mij thans bezig met een genealogisch onderzoek naar de familie Halbertsma. Die belangstelling is - los van de goede ervaringen die ik met Liesbeth heb - vooral gegroeid nadat ik tijdens mijn verblijf in Leeuwarden in het voorjaar van 1996 in het Fries Museum plotseling oog in oog stond met een schilderij van Joost Hidde Halbertsma, met onmiskenbare familietrekken. Vooral 'those mysterious eyes'. Een van de leden van de familie is lid geweest van de doopsgezinde congregatie in Ternaard. In de Mennonite Encyclopedia (blz. 631) vond ik het volgende verhaal over de familie: "Halbe(r)tsma, a Dutch Mennonite family, formerly living in the province of Friesland, now spread throughout the Netherlands. From the side of the mother this family became Mennonite. Dr. Scipio Halbetsma, a lawyer at the Court of Friesland, in 1669 married Catharina Rinia Stinstra (Mennonite) of Dokkum (daughter of Joost Rinia and Antje Hendricksz Stinstra). Their son Hidde Halbetsma (1685-1762) was a silversmith and a member of the congregation of Gorredijk (q.v.). Their son Joost (1732-88), b. at Gorredijk moved to Grouw (q.v.), where this family resided for many generations and where are still found the Halbertsma woodworking factories. Joost's son was Hidde (1756-1809), a merchant and officer of a volunteer corps. This Hidde was the father of Pastor Joost Halbertsma (q.v. 1789-1869). Like him his brothers Tjalling (1792-1852), a merchant, and Eeltje (1797-1877), a physician, both living at Grouw, were active in promoting the Frisian language and culture. Their popular literary work in the Frisian language was compiled in the collection of Rimen en Teltsjes, of which a fifth edition appeared at Leeuwarden in 1918. These Halbertsma brothers have a large progeny, many of whom served in several Mennonite congregations as deacons. Lieuwe E. Halbertsma (b. 1824 at Grouw, d. Lippspringe, Germany 1854), a son of Tjalling, went into the ministry after having been trained at the Amsterdam Mennonite Seminary. He served the congregations of Ternaard 1850 and Emden, East Friesland 1850-54." Daar woont ook nog een goede bekende van mij, die ik de volgende brief heb gezonden: 28 NOVEMBER 1998. Het was overigens prettig weer op de Engelenburg te vertoeven. De heer De Lange beschikt nu ook over mijn Letters, alsmede het beleidsplan. Mocht je nog een leuke reactie willen schrijven op mijn brief aan oom Piet, dan moet je daar toch eens gaan kijken. Er verrijst daar op het landgoed een heus Kaaps huis, dat zo uit Kaapstad overgevlogen zou kunnen zijn.

De Silver Seraph staat niet meer bij Hessing in de showroom. We hebben hem echter wel nodig voor de directie van de holding. Aangenaam nieuws is dat John Major er klaarblijkelijk spijt van heeft dat hij de verkeerde advocaten aan het werk heeft gezet. Prins Charles weigert de ongespecificeerde rekening van 1,3 miljoen te betalen. Daar heeft hij groot gelijk in. Dit soort praktijken - het indienen van declaraties voor ongevraagde adviezen - dient te worden uitgeroeid. Nu is nog de publikatie van het echte testament van belang. Major schijnt met de zaak goed omhoog te zitten. Hij heeft de fout echter zelf gemaakt en dient hem dus ook zelf te corrigeren. Tony Blair kan hem daar wel een handje bij helpen. Ik heb niet voor niets dat beeldje ontvangen uit Royal Leamington Spa, met de Pauw, de twee gebroken paddestoelen en de helpende hand. Die relatie ben ík. Uiteraard ben ik bereid jou te helpen om een plan van de grond te tillen. We moeten het immers hebben van teamwork. Eergisteren heb ik een leuk feest gevierd. Heintje Davids was er ook. Zij heeft jou ooit eens - op mijn verzoek - in bescherming genomen. Ik ga ervan uit dat jij niet alleenstaand bent in de persoonlijke sfeer. Bestuurlijk wellicht enigszins. Zaterdagmiddag heb ik hier op het postkantoor door wat telefoonboeken heen gebladerd en kwam de volgende gegevens tegen: "T.S. Neuman SNEEK.". Ik heb de indruk dat het onze goede vriend Toby betreft. Als dat zo is vind ik dat met name prettig voor mijn voormalige buren in SNEEK. Uiteindelijk was Henks persoonlijke motief om in de stichting te stappen - naar zijn zeggen - dat hij hierdoor zijn zoon terugkreeg. Ik heb veel van Henk geleerd. Vooral in de eerste fase van de ontslagonderhandelingen die hij voor mij heeft gevoerd op een slaapkamer van Hotel Kerckebosch te ZEIST. Een van zijn gevleugelde woorden was "U legt mij woorden in de mond die ik niet heb gezegd". Dat vertelde hij tegen iemand die ook regelmatig rekeningen verzond voor ongevraagde adviezen. Hij noemde dat een "management fee". Dezelfde man heeft mij ook woorden van jou in de mond gelegd. Ongehoord en ongepast! Jij bent verantwoordelijk voor jouw woorden en ik voor de mijne. Anthony Julius en Nigel o'Sullivan voor die van Diana. Je kunt het wel handig noemen, maar ik ben blij dat er mensen zijn die dat tegenwoordig niet meer accepteren. Eerlijk duurt het langst. John Major lijkt dus een gat in de hand te hebben. De erfenis of het legaat betreft uiteraard het testament van mijn verongelukte partner. Een belangrijke rol in het verhaal speelt daarbij de directie van het Malaca Instituto. Hiervan heb je uiteraard al kennis kunnen nemen in mijn brief van 19 september jongstleden. Ook mijn correspondentie met Companies House te Cardiff en Her Majesty's Tax Collector te Folkestone bevat dienaangaande essentiële sleutelinformatie. Hartelijke groet.

7 OKTOBER 1998 HAARZUILENS