FOTO BOVEN: 2005 LA PAZ DE VALLADOLID

J.L. van der Heijden NIJMEGEN. Prof. Dr. H. de Schepper. Postbus 9103 6500 HD NIJMEGEN. Nijmegen, 29 mei 1995. Geachte Heer de Schepper, Aansluitend aan mijn brief van 10 mei jl. breng ik u graag van het volgende in kennis. A. Op 15 mei heb ik uw collega Prof.Dr Max Kerkhof in kennis gesteld van het gesprek dat wij op 10 mei hebben gehad en hem geschreven "dat de rechtspersoon Stichting Cervantes Benelux beschikbaar is als 'parasol-organisatie' voor alle hispanisten in de Benelux. Ik streef op termijn naar operationalisering van de Stichting en zoek thans - met betrachting van uiterste zorgvuldigheid - naar bestuurders uit de sectoren bedrijfsleven, onderwijs cultuur en wetenschap, economie, justitie en buitenlandse zaken in Nederland, België en Spanje." Ik heb hem laten weten dat hij voor mij een serieuze kandidaat is voor de sector 'wetenschap' als hij dat zou willen. Eveneens heb ik hem laten weten dat ik deze aangelegenheid ook met u heb besproken en u hieromtrent met hem in overleg zal treden. B. Op 19 mei jl. heb ik op het stadhuis te Nijmegen een brief afgegeven ten behoeve van onze burgemeester.

C. Verdere ontwikkelingen
Van Koning Juan Carlos ontving ik een dankbrief d.d. 12-05-1995, nadat ik hem om zijn colaboración real had verzocht.

Op 15-05-1995 zond ik een brief aan de heer Santiago Piñol y Manchón, directeur Vertol-opleidingen, m.b.t. Instituto Cervantes Benelux. Santiago heeft contacten bij de Spaanse ambassade. Ik heb hem hierin de volgende mededelingen gedaan:

"Het telefoongesprek dat wij op 10 april jl. hadden kan m.i. worden samengevat in de volgende kernpunten:

1. Ik ga dissertatie schrijven over de Van der Heijdens in de Nederlands-Spaanse betrekkingen.
2. Je hebt besloten niet onder de naam Instituto Cervantes te gaan opereren, aangezien je vanuit jouw positie niet in conflict wil raken met aan Vertol verbonden medewerkers van de culturele afdeling van de Spaanse ambassade.
3. De zaak wordt in Madrid op hoog niveau behandeld.
4. Ik heb je herinnerd aan de toezegging van Alcalá dat zij willen samenwerken, mits het probleem van de naam wordt opgelost.
5. Ik ben bereid met hen te overleggen om dat probleem op te lossen op een nette manier.
6. Voorwaarde daarbij is de arbeidsmarktpositie van de Nederlandstalige docenten Spaans en verder wil ik ook eten.
7. Er zijn ook andere partijen die geïnteresseerd zijn in het handelsmerk.
8. Mijn partners zal ik zorgvuldig moeten uitkiezen.
9. Jij houdt contact met de ambassade en met mij.

Uit jouw brochure heb ik opgemaakt dat de docenten Miguel Angel Campo en Ana Escofet aan de Spaanse ambassade zijn verbonden. Ik kan je vertrouwelijk mededelen dat mijn promotor Prof. H. de Schepper, die je ook nog kent uit Han, contact heeft gehad met het Instituto Cervantes te Alcalá. Zij willen met een vestiging starten in het Erasmus-gebouw in Nijmegen. Ik heb hiermee ingestemd onder de voorwaarde dat we vóórdien een gezamenlijk Nederlands-Belgisch beleid ontwikkelen om de arbeidsmarktpositie van alle Nederlandstalige hispanisten voor de toekomst zeker te stellen. Ik denk dat het wel goed is als we samen optrekken. Ik wil echter wel mijn initiële kosten terugverdienen. Wat mij betreft is een participatie vanuit de Spaanse overheid in de Stichting Cervantes Benelux thans ook bespreekbaar indien dat gepaard gaat met een financiële vermogensinjectie. Ik denk dat het goed is dat we op gelijke koers blijven." Op 21-05-1995 heb ik de Minister van Justitie naar aanleiding van de brief van Koning Juan Carlos laten weten dat ik denk dat er thans uitvoering gegeven kan worden aan mijn beleidsplan Instituto Cervantes Benelux en de operationalisering van de Stichting Cervantes Benelux per 21 september 1996, zoals dat in overleg met de Baak in 1991/1992 tot stand is gekomen. De Exportbevorderings- en Voorlichtingsdienst van het Ministerie van Economische Zaken, mevrouw Th. Linck, heeft te dien tijde het plan positief beoordeeld. In verband met de meevaller van één miljard voor de Minister Van Financiën heb ik de Minister verzocht uitermate serieus de heer Zalm te verzoeken een deel van deze meevaller aan te wenden voor de ontwikkeling van de Stichting Cervantes Benelux en Instituto Cervantes Benelux met als uitgangspunt de in Nederland aanwezige hooggekwalificeerde hispanisten permanent aan het werk te kunnen helpen. Ik heb daarbij vermeld: "Nu Koning Juan Carlos positief op mijn ideeën heeft gereageerd denk ik dat het Instituto Cervantes Benelux van eminent belang gaat worden voor de verdere ontwikkeling van de relatie tussen de Nederlands- en Spaanstalige landen, mits het plan wordt ondersteund door bonafide partijen." Het journaal meldde hierna dat de Minister van Justitie een duidelijk beeld wil hebben van bonafide en malafide bedrijven om het kaf van het koren te scheiden. Afgelopen zaterdag 25 mei verscheen bijgaande advertentie in De Volkskrant waarin Instituto Cervantes (Spanje) personeel werft voor een activiteit in Utrecht. Deze advertentie druist in tegen mijn merkenrecht van het Instituto Cervantes Benelux. Dit heb ik eveneens aan de Minister van Justitie laten weten. Ik heb haar gemeld dat de onderhandelingen m.b.t. de verdere samenwerking tussen Nederland en Spanje thans verlopen via de Katholieke Universiteit Nijmegen en heb haar verzocht de Spaanse overheid daarvan in kennis stellen. Voorts heb ik haar medegedeeld: "Kernpunt: Eerst de belangen van Nederlandstalige hispanisten veilig stellen, dan verder. Ik ben bereid tot een gezamenijke beleidsontwikkeling. Die dient echter te lopen via

1. Ministerie van Justitie.
2. Universiteit van Nijmegen.

Ik hoop dat u mij op korte termijn uit de WAO kunt helpen en ervoor kunt zorgdragen dat ik mijn geïnvesteerde kapitaal van ca. fl. 50.000,- kan terugverdienen. Ik wil graag op therapeutische basis op het Erasmusgebouw te Nijmegen weer aan de slag." Ik zal de directie van de Casa de España ook een zetel in het bestuur van de Stichting Cervantes Benelux aanbieden teneinde een gezamenlijk integraal beleid te ontwikkelen en onder de voorwaarden zoals wij die op 10 mei hebben besproken en zoals ik die in de brief van dezelfde datum aan u heb vastgelegd. Dit neemt niet weg dat ik een eis tot schadevergoeding kan indienen in verband met het onrechtmatig voeren van mijn handelsmerk in de Benelux. In verband met ingewikkelde juridische en staatsrechtelijke constructies vind ik een participatie vanuit het Ministerie van Justititie in het 'Cervantes-bestuur' ook van belang. Ik heb de Minister verzocht ook hierover haar gedachten te laten gaan. Met hartelijke groet, Bijlage: Advertentie Instituto Cervantes in De Volkskrant d.d. 27 mei jl.

 

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN