5 september 1999. Betreft: SPAANSE LES Kenmerk: JH/LH990905. Dear Elizabeth, Nijmegen, zondag 5 september 1999. Het was weer een gezellige bijeenkomst gisteren in Maarn. Ik zal hiervan uitgebreid kond doen in deze missive. Op de brief van gisteren dient nog een correctie te worden toegevoegd. De zin: "Ik denk daarbij uiteraard aan het Franstalige stuk van mijn beleidsplan. De enige brief die ik in de loop van de laatste drie jaar heb ontvangen luidt alsvolgt:" moet luiden: "Ik denk daarbij uiteraard aan het Franstalige stuk van mijn beleidsplan. De enige Franstalige brief die ik in de loop van de laatste drie jaar heb ontvangen luidt alsvolgt: "Zo heb ik ook een aantal Spaanstalige brieven ontvangen in de loop van de afgelopen drie jaar." Zij waren bij binnenkomst al direct onderwerp van gesprek nadat mij werd gevraagd: "John, kun je me helpen aan het volledige dossier van Máxima Zorreguieta? Geboorte, afkomst, antecedenten, politieke voorkeur? enz. enz. Dan hebben wij maandag de primeur op het NOS-journaal." "Dan zal ik eerst even naar New York moeten", was mijn antwoord, maar in principe kan ik je wel van dienst zijn. Ik begin deze Spaanse les echter met het memoreren van de brieven die terzake de ronde hebben gedaan. Het is voor jou een herhaling van zetten, maar ik schrijf dit om de situatie nog duidelijker te verhelderen en werk vanaf nu terug naar 31 juli 1996:
"MILAGROS RODRÍGUEZ FALCÓN. JEFE DE LA SECRETARÍA PARTICULAR DEL PRESIDENTE DEL GOBIERNO. Madrid, 5 de febrero de 1999. Sr. J.L. Van der Heyden. Instituto Cervantes Holding Ltd. Apartado 689. NL 3500 AR UTRECHT (HOLANDA) Estimado amigo: Acuso recibo a la carta que dirige al Presidente del Gobierno con fecha 28 de enero, en la que le comunica la nueva dirección del Cervantes Management Centre. Reciba, en su nombre y en el mío propio, un cordial saludo, Milagros"
Ik mag aannemen dat de secretaresse van de Spaanse Minister-President begrijpt dat het adres van het Cervantes Management Centre "provisional" is, ofwel "for the time being", onder meer in verband met de voordien door zijn baas verzonden brief:
"CASA DE S.M. EL REY. EL JEFE DE PROTOCOLO. PALACIO DE LA ZARZUELA. 25 de Enero de 1998. SEñOR J.L. VAN ALER HEYDEN. APARTADO 689. ML. 35000 UTRECH HOLANDA. Muy señor mío: Sus Majestades los Reyes me encargan le agradezca en Su nombre la felicitación que tan amablemente Les ha enviado con motivo de las fiestas navideñas y el año nuevo. Al mismo tiempo, Sus Majestades me piden que le haga llegar Sus mejores deseos para el año 1998. Reciba un cordial saludo, Francisco Fernández Fábregas."
Ik heb dit bericht van Hunne Koninklijke Hoogheden zeer op prijs gesteld, aangezien ik hen enigszins heb verwaarloosd vanaf 28 augustus 1996. Het doet mij deugd dat Zij daar klaarblijkelijk anders over denken. Dat geldt ook voor hun Minister-President. Hij zond mij op 7 januari 1999 een kaart met de tekst:
"EL PRESIDENTE DEL GOBIERNO. Mi más cordial felicitación en las fiestas de navidad y los mejores deseos para 1.999. José María Aznar"
Nodig hem ook maar uit voor ons feest. Je hebt zijn adres. Ik beschik nog niet over zijn telefoonnummer, maar daar kan de heer Kok wel voor sorgdragen. Mijn goede vriend uit het Palacio de la Moncloa is al geruime tijd een trouwe supporter, zoals ook blijkt uit zijn kaart van december 1996 aan: "Sr. John Van der Heyden, Instituto Cervantes Benelux De Wellenkamp. 15-30. NL 6545 NM NIJMEGEN (HOLANDA)":
"EL PRESIDENTE DEL GOBIERNO. Nuestra más cordial felecitación de navidad y los mejores deseos para el año nuevo. José María Aznar/Ana Botella" (beide kaarten persoonlijk ondertekend). In die tijd was Diana nog in leven en was Zij nog druk bezig met haar laatste testament. Ik ga nog een klein stukje verder terug in de tijd:
'CASA DE S.M. EL REY. EL JEFE DE LA SECRETARIA DE S.A.R. EL PRINCIPE DE ASTURIAS. Palacio de la Zarzuela. MADRID, 9 de Septiembre de 1996. SEñOR J.L. VAN DER HEYDEN Instituto Cervantes Benelux. De Wellenkamp 15-30. NL 6545 NM NIJMEGEN. Estimado amigo: Su Alteza Real el Príncipe de Asturias me encarga acusar recibo a su carta de fecha 31 de Julio pasado en la que Le invita a formar parte de la Junta de Gobierno de la Fundación Cervantes Benelux. Su Alteza Real agradece su amable ofrecimiento sintiendo tener que comunicarle la imposibilidad de su aceptación de acuerdo con los criterios generales de esta Casa sobre los nombramientos de caracter permanente. Lamentando no poder darle otras noticias le envío los mejores deseos de Su Alteza Real junto a Su saludo afectuoso. Atentamente, JAIME ALFONSIN"
De heer Alfonsín heeft in deze brief uitdrukkelijk gesteld dat de Spaanse kroonprins geen functies kan aanvaarden met een permanent karakter. Ik ben derhalve van mening dat we de Spaanse kroonprins daarom de eer dienen te vergunnen hem als eerste het presidentschap van de European Cervantes Foundation te verlenen totdat Prins William deze functie van zijn overleden moeder kan overnemen zodra hij meerderjarig wordt: 21 juni van het jaar 2000. De heer Alfonsín had mij al eerder een brief doen toekomen namens Zijne Koninklijke Hoogheid:
"CASA DE S.M. EL REY. EL JEFE DE LA SECRETARIA DE S.A.R. EL PRINCIPE DE ASTURIAS. Palacio de la Zarzuela. MADRID, 22 de Mayo de 1996. SEñOR J.L. VAN DER HEYDEN Instituto Cervantes Benelux. De Wellenkamp 15-30. NL 6545 NM NIMEGA. Países Bajos. Muy señor mío: Acuso recibo a su carta de fecha 9 de Mayo actual en la que me informa de las actividades de la Fundación "Cervantes Benelux". Atentamente, JAIME ALFONSIN."
Eén van zijn collega's zond mij al eerder een aardige brief. Hij luidt alsvolgt:
"CASA DE S..M. EL REY. SECRETARIA GENERAL. SECRETARIA DE DESPACHO. Palacio de la Zarzuela. MADRID, 12 de Mayo de 1995. Señor J.L. VAN DER HEIJDEN. Zwanenveld 91 -21. 6538 SH NIJMEGEN (Holanda). Estimado señor: Por encargo de Su Majestad el Rey, me complace acusar recibo a su carta del pasado día 4 y darle las gracias, en Su Nombre, por la fotografía de su dibujo que ha tenido la amabilidad de enviarle. Cumplo muy gustosamente el encargo recibido de Su Majestad y le envío un saludo muy cordial, JUAN LUIS VASALLO."
Ik geef je daarom in deze brief een opsomming van de brieven die ik vanaf 12 februari 1995 aan het Spaanse Vorstenhuis heb doen toekomen: 12 de febrero de 1995. Op deze brief heb ik geen reactie ontvangen. Waarschijnlijk is hij aangekomen in het Palacio de Oriente, tegenover het voormalige woonhuis van PRINSES IRENE. Vandaar dat ik in een later stadium de volgende brief heb verzonden in het kader van Bevrijdingsdag 1995: En conmemoración del 5 de mayo. Hierop ontving ik de bovenvermelde reactie d.d. 12 mei 1995. Inmiddels had ik het plan opgevat om in het kader van het Diana Project een leerplan te ontwikkelen voor de Britse kroonprins in samenwerking met de vorstenhuizen die ik bij mijn Cervantes Project wenste te betrekken en zond de heer Alfonsín Alonso de volgende brief: MANUEL DEL PRÍNCIPE. De heer Alfonsín heeft hierop gereageerd door middel van zijn ontvangstbevestiging d.d. 22 mei 1996 waardoor het wettelijk draagvlak voor de uitvoering van mijn verdere plannen was gevestigd.
Het was mij derhalve mogelijk op 31 juli 1996 de Spaanse kroonprins bij mijn plannen te betrekken door middel van de volgende - historische - brief: Su Alteza Real don Felipe de Borbón y Grecia Príncipe de Asturias. Palacio de la Zarzuela, 1 E 28071 MADRID - SPANJE. De hierboven vermelde reactie van 9 september 1996 (daags na Diana's eerste bezoek aan de Wellenkamp) is hiervan het resultaat. Ik heb hierop de volgende reactie gezonden: TENDER LA PUENTE. De laatste brief die Su Real Majestad van mij heeft ontvangen, dateert alweer van februari vorig jaar: AUDIENCIA. Dit proces heeft - door omstandigheden, waaronder het tussentijds overlijden van mijn vader - ook weer enige vertraging opgelopen. Nochtans heb ik in Torremolinos het beste Spaanstalige contact met de familie Alonso uit Sevilla/Bilbao (van de wereldzender). Deze zender reikt onder meer tot Argentinië. Vandaar dat dit land gisteren ook onderwerp van gesprek was. Met name mevrouw Hessing was hierin geïnteresseerd. Op haar vraag wat ik met dat land van doen heb heb ik haar geantwoord dat daar mijn nieuwe beleidsmedewerkster vandaan komt. Dat heeft zij duidelijk in de krant kunnen lezen. Ook mevrouw Hessing zag het water branden alsof zij naar het Swanlake zat te kijken onder de Waalbrug bij Nijmegen. In dit verband neem ik in deze brief eveneens de teksten op waarbij onze kroonprins is betrokken. Zijn particulier secretaris zond mij op 24 januari 1996 de volgende brief:
"DIENST VAN HET KONINKLIJK HUIS. De Heer J.L. van der Heijden. de Wellenkamp 15-30. 6545 NM NIJMEGEN. NO. 9/wa/mjv. 'S-GRAVENHAGE 24 januari 1996. NOORDEINDE 66. Zeer geachte Heer Van der Heijden, Namens Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje zeg ik U hartelijk dank voor Uw brief van 14 januari jl.. De Prins heeft met veel waardering kennisgenomen van de Stichting Cervantes Benelux waar u de oprichter van bent. Met gevoelens van de meeste hoogachting, (J.W. Leeuwenburg) Particulier Secretaris van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje.".
Dit naar aanleiding van de volgende brief: STICHTING CERVANTES BENELUX.
De reactie met het open eind gaf mij de mogelijkheid dit ontwikkelingstraject verder door te zetten vanaf dat moment. De uitreiking van de Four Freedoms Award en de Karlspreis waren daartoe de meest aangewezen aanknopingspunten. Reden waarom ik kort daarop de volgende reactie kreeg uit de residentie:
"DIENST VAN HET KONINKLIJK HUIS. De Heer J.L. van der Heyden. De Wellenkamp 15-30. 6545 NM NIJMEGEN. NO. 96/sl. 'S-GRAVENHAGE 14 maart 1996 PALEIS NOORDEINDE. Zeer geachte Heer van der Heyden, Gaarne zeg ik U dank voor Uw vriendelijke brief van 10 maart j.l., die hier in goede orde werd ontvangen. Met gevoelens van de meeste hoogachting, (Ph. de Heer) Algemeen Secretaris van Hare Majesteit de Koningin."
Op 11 mei daaropvolgend heb ik klaarblijkelijk nog een brief verzonden die ik - op dit moment - niet in mijn archief kan terugvinden. Voor zover ik mij kan herinneren betreft het mijn toenmalige voornemen om de toekomstige staatshoofden van de Benelux en Spanje in onze stichting op te nemen. Hierop ontving ik de volgende reactie
"DIENST VAN HET KONINKLIJK HUIS. De Heer J.L. van der Heyden. De Wellenkamp 15-30. 6545 NM NIJMEGEN. NO. 96/cvb 'S-GRAVENHAGE 14 mei 1996 PALEIS NOORDEINDE. Zeer geachte Heer Van der Heyden, Gaarne bevestig ik U de goede ontvangst van Uw brief van 11 mei j.l. waarvan de inhoud ter kennis van Hare Majesteit de Koningin zal worden gebracht. Met gevoelens van de meeste hoogachting, (A.M. Leendertse-Venekamp) Particulier Secretaresse van Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Claus der Nederlanden. Hierop heb ik de brief verzonden die ik als bijlage heb toegevoegd aan mijn beleidsstuk onder de titel The Day my Partner Died. Hierop kreeg ik uit de residentie de volgende reactie:
"DIENST VAN HET KONINKLIJK HUIS. De Heer J.L. van der Heyden. Instituto Cervantes Benelux. De Wellenkamp 15-30. 6545 NM NIJMEGEN. NO. 96/sl. 'S-GRAVENHAGE 30 mei 1996 PALEIS NOORDEINDE. Zeer geachte Heer van der Heyden, Ik heb de eer te verwijzen naar Uw brief van 21 mei j.l., kenmerk: ICB/HMKB960521, waarin U hare Majesteit de Koningin gelukwenst met de verlening van de Karelsprijs 1996. Voor Uw vriendelijke woorden wordt U ten zeerste bedankt. Met gevoelens van de meeste hoogachting, (Ph. de Heer) Algemeen Secretaris van Hare Majesteit de Koningin."
Het moment suprême had ik nadien vastgesteld op 31 juli daaropvolgend. Ook de Prins van Oranje kreeg de hierboven opgetekende brief in het Nederlands: Nijmegen, 31 juli 1996. De reactie op deze brief werd ogenblikkelijk vanuit Den Haag verzonden op het moment dat ik al naar Canterbury onderweg was:
"DIENST VAN HET KONINKLIJK HUIS. De Heer J.L. van der Heyden. Instituto Cervantes Benelux. De Wellenkamp 15-30. 6545 NM NIJMEGEN. NO 196/96/wa/mjv. 'S-GRAVENHAGE 1 augustus 1996 NOORDEINDE 66. Zeer geachte Heer Van der Heyden, Gaarne bevestig ik U, namens Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje, onder dankzegging de goede ontvangst van Uw brief van 31 juli jl.. Binnenkort zal uw verzoek aan prins Willem-Alexander worden voorgelegd. U zult te gelegener tijd antwoord ontvangen. Met gevoelens van de meeste hoogachting, i.o. M. Janssen (J.W. Leeuwenburg) Particulier Secretaris van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje." Een week later ontving ik de volgende brief:
DIENST VAN HET KONINKLIJK HUIS. De Heer J.L. van der Heyden. Instituto Cervantes Benelux. De Wellenkamp 15-30. 6545 NM NIJMEGEN. NO 196/96/wa/mjv. 'S-GRAVENHAGE 8 augustus 1996. NOORDEINDE 66. Zeer geachte Heer Van der Heyden, Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje heeft mij gevraagd U hartelijk dank te zeggen voor Uw brief van 31 juli jl.. De Prins heeft goede nota genomen van Uw verzoek om zitting te nemen in het bestuur van de Stichting Cervantes Benelux. Hij heeft het buitengewoon op prijs gesteld dat U aan hem hebt willen denken; zeer tot zijn spijt moet hij U echter laten weten dat hij niet in de gelegenheid is om Uw verzoek te honoreren. Het zal U niet verbazen, dat hem zeer veelvuldig vergelijkbare verzoeken bereiken. Bovendien wenst de Prins voorlopig de nodige terughoudendheid in acht te nemen bij het aangaan van diverse functies. Prins Willem-Alexander hecht eraan in deze een consistent beleid te voeren, reden waarom hij voor de Stichting Cervantes Benelux geen uitzondering zal maken. Gaarne vraag ik om Uw begrip voor deze voor U ongetwijfeld teleurstellende beslissing. Met gevoelens van de meeste hoogachting, (J.W. Leeuwenburg) Particulier Secretaris van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje".
Ik vond deze brief in de brievenbus na mijn terugkeer van mijn Royal Mission aan de overkant. Gezien de ontwikkelingen aldaar en Diana's bezoek op 8 september kon ik een verdere welwillendheid van onze kroonprins helaas niet afwachten en heb derhalve besloten twee dagen later (10-9-1996) de volgende brief - kort voor de bijeenkomst 'Spin in het Web Duizendpoot...' op de Baak persoonlijk af te geven: CONVOCATIE. Uiteraard heb ik bij die gelegenheid tevens een brief voor Hare Majesteit afgegeven namens ons bedrijf: INZAKE STRATEGISCH PERSPECTIEF 2000. 'Paleis Noordeinde' reageerde hierop alsvolgt:
"DIENST VAN HET KONINKLIJK HUIS. De Heer J.L. van der Heyden. Instituto Cervantes Benelux. De Wellenkamp 15-30. 6545 NM NIJMEGEN. NO 567/96/cvb. 'S-GRAVENHAGE 30 september 1996. NOORDEINDE 66. Zeer geachte Heer Van der Heyden, Gaarne zeg ik U, namens Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Johan Friso der Nederlanden, dank voor Uw brieven van 10 september j.l. waarmee U hen in kennis stelt van het recentelijk door U opgerichte 'Instituto Cervantes Benelux' en tevens Prins Friso uitnodigt zitting te nemen in het bestuur van het instituut. In het licht van zijn drukke werkzaamheden, verband houdend met de functie die Prins Friso reeds geruime tijd geleden in het bedrijfsleven heeft aanvaard, moet hij zich helaas strenge beperkingen opleggen ten aanzien van het vervullen van officiële handelingen en functies als door U gewenst. Het spijt de Prins dan ook zeer U te moeten laten weten dat hij niet in de gelegenheid is aan Uw verzoek gevolg te geven. Prins Friso vertrouwt gaarne op Uw begrip voor deze overweging en hoopt dat U met succes Uw voornemens zult weten te realiseren. Met gevoelens van de meeste hoogachting, (A.M. Leendertse-Venekamp) Particulier Secretaresse van Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Claus der Nederlanden."
Gewoontegetrouw had ik Prins Friso echter al een 'reminder' gezonden voordat gemelde brief de Wellenkamp bereikte. Hij luidde: OPERATIONALISERING. Vervolgens is de correspondentie met de Minister-President op gang gekomen. Gemakshalve noteer ik in deze brief zijn correspondentienummer: 96MO06949/6595 d.d. 's-Gravenhage, 17 oktober 1996.
Dienaangaande houd ik de heer Kok aan Zijn verantwoordelijkheden als Minister-President van het Koninkrijk der Nederlanden. De berichtgeving aan het Nederlandse Koninklijk Huis heb ik voortgezet na mijn benoeming tot company-director van de Britse tak van ons bedrijf: BRITSE PARTNER. Onze kroonprins heb ik daarna alsvolgt gerapporteerd: EUROPEAN CERVANTES FOUNDATION. De reactie op deze rapportage luidt:
"DIENST VAN HET KONINKLIJK HUIS. De Heer J.L. van der Heyden. Instituto Cervantes. De Wellenkamp 1530. 6545 NM NIJMEGEN. NO 067/97/wa/mjv. 'S-GRAVENHAGE 20 maart 1997. NOORDEINDE 66. Zeer geachte Heer Van der Heyden, Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje heeft mij gevraagd U hartelijk dank te zeggen voor Uw brief van 9 maart jl., kenmerk ICB/PWA970309. De Prins heeft goede nota genomen van Uw verzoek om een eventueel bestuurslid voor de European Cervantes Foundation voor te dragen en een financiële bijdrage te ontvangen voor hier bovengenoemde stichting. Ingaande op Uw eerste verzoek moet ik U tot mijn spijt teleurstellen. Het is niet gebruikelijk dat de Prins iemand voordraagt. Hij zou dan ook ten aanzien van dit verzoek willen vasthouden aan deze regel, temeer daar hem in toenemende mate verzoeken gelijk aan het Uwe worden voorgelegd en het om die reden gewenst is een consistent beleid in deze na te streven. Voor wat betreft de financiële bijdrage moet ik u berichten dat gezien de vele gelijkluidende verzoeken welke de Prins bereiken, hij heeft moeten besluiten van inwilliging hiervan af te zien. Ten aanzien van al diegenen van wie in de afgelopen jaren eenzelfde verzoek moest worden afgewezen, zou het dan ook niet juist zijn nu een uitzondering te maken. Gaarne vertrouw ik op Uw begrip voor dit voor U - wellicht - negatieve antwoord. Met gevoelens van de meeste hoogachting, (J.W. Leeuwenburg). Particulier Secretaris van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje."
Op 24 maart 1997 liet Prins Philip van België aangaande hetzelfde onderwerp opnieuw zijn hernieuwde wensen voor succes overmaken bij de oprichting van de European Cervantes Foundation.
Mijn Britse partner was toen nog niet geschaakt. Uiteraard ontving de kroonprins van mij wederom een reactie op de brief van zijn particulier secretaris: ICBUK/PWA970327.
Tot zover deze eerste Spaanse les. Ik heet Señorita Zorreguieta Van Harte welkom binnen ons bedrijf en hoop dat ze gauw voor ons aan het werk kan, ofwel voor de 'Foundation'. Dat is haar eigen keus. Ik denk dat zij het beste de lijn van de heer Philip Homer kan aanhouden. De heer de Graaff heb ik gemeld dat ik heb besloten de berichtgeving terzake via de Rijks Voorlichtings Dienst te laten verlopen en nadrukkelijk op het hart gedrukt dat wij ons geen paparazzimethoden meer kunnen veroorloven. Ik sprak ook met de heer Woudsma in het kader van het binnen de European Cervantes Foundation op te zetten kinderdorpenproject, zoals - in Mexico - ingezet door de heer Wim Huinck, die ik dienaangaande eveneens gesproken heb. De heer Woudsma is thans als penningmeester actief voor de stichting die de kinderdorpen in de Oekraïne opbouwt. Hij heeft hierin dus al een goede ervaring opgebouwd. Voorts sprak ik nog met de heer Fred Warnaar. Hij is nog steeds zeer actief voor Akzo-Nobel. Volgende week moet hij weer naar Atlanta. De heer Ab van Gorcum heeft ook kennis genomen van de ontwikkelingen en laten weten dat er thans geld verdiend moet worden. Ik heb hem laten weten dat jij daar het beste in thuis bent en ik dat graag aan jou overlaat. De heer Hageman staat - ondanks zijn drukke werkzaamheden voor Hoek Loos in Eindhoven - open voor medewerking aan ons feest over drie weken. Tenslotte ontving ik nog bijgaande aankondiging in de bus van "Circus Colourfull: DE TERUGKEER VAN DON QUICHOT". Hiermee kunnen We verder bouwen. Graag tot spoedig ziens. Succes ermee en desde Nimega un abrazo! Instituto Cervantes Holding Ltd. John L. Van der Heyden Vice President. Swanlake NIJMEGEN P.S. Mark belde. Ik tref hem dinsdag om 12.30 op de Catharijnesingel in Utrecht. Hij heeft zijn eerste overleg al achter de rug op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar zit dus ook Schot in. Bijlage: Informatie over: DE TERUGKEER VAN DON QUICHOT.