Verzonden aan Drs T. Breuker (zie verder Brief 46) Mr. J.B. Rijpkema Zuiderpark 13 9724 AG GRONINGEN Betreft: Breuker versus Nieuw Elan/Gemeente Groningen Nijmegen, 16 april 1994 Geachte heer Rijpkema, Op verzoek van de heer T. Breuker te Groningen doe ik u hierbij mijn commentaar toekomen m.b.t. zijn verwijdering uit de cursus Assistant-to-the-Manager (AtM) van het opleidingsinstituut Nieuw Elan. Ik doe dit in de hoedanigheid van oud-cursist van de AtM-cursus van Nieuw Elan gedurende de periode november 1988 tot en met oktober 1989 en op basis van gegevens die de heer Breuker mij vanaf januari 1993 tot en met heden heeft verstrekt. Gedurende de periode oktober 1989 tot en met 15 juli 1991 ben ik bij de Baak/Nieuw Elan op basis van een arbeidscontract werkzaam geweest. Gedurende de eerste zes maanden in de functie van Office-Manager, nadien als stafmedewerker 'Algemene Zaken'.
Relatie Breuker/Van der Heijden
De heer Breuker is door voormalig Nieuw Elan-projectleider Mr. Tj. Maris in de periode december '88/januari '89 geplaatst in de werkgroep Nieuw Elan Internationaal. Ik maakte deel uit van deze werkgroep. Van de in deze werkgroep gehouden besprekingen bestaan genotuleerde gespreksverslagen. Vanaf 1 april 1989 is de verantwoordelijkheid voor de leiding door de heer Maris formeel overgedragen aan mevrouw Drs A. de Jong, naar verluidt thans directeur van Nieuw Elan. Aangaande de problematiek van de heer Breuker is mevrouw De Jong mijns inziens thans in rechte aanspreekbaar.
Van de heer Breuker vernam ik dat u behoefte heeft aan meer informatie m.b.t. de volgende vragen:
1. De cursus had onvoldoende
kwaliteit
2. Het niveau kon door de heer Breuker
gehaald worden
3. De verwijdering van de cursus was onterecht en is door de heer
Breuker bestreden
4. Er is door de heer Breuker
schade geleden door onterechte verwijdering
Ik geef u t.a.v. deze vragen mijn persoonlijke visie
1. De cursus
had onvoldoende kwaliteit
Als oud-cursist en voormalig directeur
van een particulier opleidingsinstituut zonder theoretische managementkennis
heb ik de opleiding Assistant-to-the-Manager als positief ervaren.
Op basis van de mij gezonden correspondentie constateer ik dat
de heer Breuker
op grond van opleiding, (management)-ervaring, wetenschappelijke
inzichten en visies en kritisch opmerkingsvermogen wellicht voor
de AtM-opleiding enigszins overgekwalificeerd was. Hetgeen niet
betekent dat hij niet in staat zou zijn de cursus met succes af
te ronden.
2. Het niveau
kon door de heer Breuker
gehaald worden
Als stagiair binnen het opleidingsprogramma
"Internationale Marketing gericht op Spanje", heb ik,
onder verantwoordelijkheid van mevrouw A. de Jong, namens het
opleidingsinstituut deel uitgemaakt van de wervings- en selectiecommissie,
tezamen met een vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven (directeur
Nederlands Centrum voor Handelsbevordering) en Arbeidsvoorziening
(GAB Utrecht). Ook zijn mij de selectiecriteria bekend m.b.t.
de opleiding Assistant-to-the-Manager. Op basis van mijn persoonlijke
visie ten aanzien van het cursusniveau zie ik geen aanleiding
waartoe de heer Breuker
uit de cursus is ontheven. Vastgesteld kan worden dat de heer
Breuker door voormalig
adjunct-directeur J. Tegels, zonder toelatingstest vooraf, aan
de cursusgroep Amsterdam II is toegevoegd, ter compensatie van
het niet doorgaan van de hem door de heer Maris in het vooruitzicht
gestelde MLP-opleiding. De heer Breuker
beschikt zelf over tal van getuigschriften die aantonen dat hij
in staat geacht mocht worden met succes de AtM-cursus te beëindigen.
3. De verwijdering
van de cursus was onterecht en is door de heer Breuker bestreden
Ten tijde van onze stage bij Nieuw
Elan Internationaal heb ik op 6
maart 1989 op verzoek van de toenmalige stagebegeleidster
en op grond van mijn achtjarige ervaring als directeur van de
particuliere onderwijsinstellingen FSI
B.V. (thans LINGUARAMA NEDERLAND B.V.) en NIOW-Talen
B.V. een kritisch stuk geschreven m.b.t. mijn ervaringen binnen
de Nieuw Elan-organisatie
tot op dat moment. Ik heb de heer Breuker
in die tijd van de inhoud van dit stuk in kennis gesteld. De directie
van de Baak
heeft de inhoud van dit stuk geaccepteerd, hetgeen heeft geresulteerd
in mijn aanstelling tot office-manager en nadien tot stafmedewerker.
Het desbetreffende stuk bevatte o.a. kritiek op de toenmalige
rol en juridische positie - stagiaire zonder formele bevoegdheden
- van de huidige Nieuw
Elan-directeur De Jong. Ten tijde van de verwijdering van
de heer Breuker
uit de AtM-opleiding was mevrouw De Jong projectleidster en directe
collega van mevrouw J. Ravenstein, de voor de cursusverwijdering
verantwoordelijke projectleidster, met wie zij goede contacten
onderhield. Ingeval de heer Breuker
kan aantonen dat hij zich ten tijde van zijn deelname aan de AtM-opleiding
kritisch heeft uitgelaten m.b.t. de toenmalige rol en/of het functioneren
van mevrouw De Jong kan hij daarmee een causaal verband aantonen
tussen zijn cursusverwijdering en de benoeming van mevrouw De
Jong tot directeur van Nieuw
Elan. Naar mijn vaste overtuiging is de heer Breuker
niet op grond van objectieve criteria uit de AtM-opleiding ontheven
doch op grond van persoonlijke belangen van A. de Jong en in het
verlengde daarvan van J. Ravenstein.
De in brief JR/265 d.d. 19-03-90 van Nieuw Elan aan Breuker vermelde zin "Echter, op dit moment kun je niet voldoen aan de voorwaarden die Nieuw Elan stelt aan het niveau van de cursisten en de daaruit te volgen stage/baan" mist elke rechtsgrond. Er bestonden immers in die tijd geen voorwaarden op dat punt en voorzover er "in the mind" van de projectleiders voorwaarden bestonden, waren zij door het instituut niet geformaliseerd.
Op basis van mijn kennis van het denken en de stijl van mevrouw Ravenstein en mevrouw Halbertsma stel ik vast dat de tekst grotendeels afkomstig is van mevrouw Ravenstein, m.u.v. "Nieuw Elan als organisatie heeft haar beperkingen. Aldus zien wij geen kansen om jou te begeleiden in het verkrijgen van een stage/baan. We hebben begrip voor de teleurstelling die deze beslissing voor jou zal betekenen" dat m.i. van de hand is van mevrouw Halbertsma. Mevrouw Ravenstein was mijn projectleidster tijdens mijn deelname aan de AtM-cursus in 1988/89 en met mevrouw Halbertsma heb ik tijdens mijn dienstverband bij de Baak intensief samengewerkt.
4. Er is door
de heer Breuker
schade geleden door
onterechte verwijdering
Op grond van mijn observaties van en
contacten en correspondentie met de heer Breuker
stel ik vast dat hij na zijn cursusverwijdering inderdaad in een
situatie is komen te verkeren die hem tot het absolute bestaansminimum
heeft teruggebracht. De heer Breuker
heeft daardoor uiteraard schade geleden tegen de achtergrond van
de beloften die hem door Nieuw
Elan-oprichter Mr. Maris zijn gedaan. De hoogte van deze schade
kan ik niet aangeven.
5. Verdere in
de onderhavige zaak van belang zijnde elementen
Op 17 maart 1993 heb ik de heer Breuker naar aanleiding
van mijn bezoek aan hem op 15 en 16 maart 1993 onder meer de volgende
mededelingen gedaan:
Uit ons gesprek en mijn inzicht in de marktsituatie heb ik het volgende vastgesteld:
- De heer Breuker
is als cursist toegevoegd aan de cursusgroep AtM Amsterdam II.
- De verantwoordelijkheid voor de stagewerving voor deze cursusgroep
berustte bij het Top Centre te Amsterdam.
- De verantwoordelijkheid voor Top Centre berustte bij het Arbeidsbureau
Amsterdam, de heer Martin Meijer.
- In de beginfase van onze samenwerking heb ik adjunct-directeur
Halbertsma geadviseerd
verantwoordelijkheden van opleidingsinstituut, cursistenleveranciers
en stagebemiddelaars en de verplichtingen jegens elkaar duidelijk
in samenwerkingscontracten vast te leggen. Voor zover mij bekend
heeft zij zich daar sterk voor ingespannen doch heeft de uitvoering
daarvan ten gevolge van de problemen bij het Arbeidsbureau Amsterdam
een sterke vertraging opgelopen.
- Nieuw Elan
heeft ten behoeve van de heer Breuker
een cursusplaats gereserveerd in de groep AtM-Amsterdam II en
daarmee een oplossing gezocht voor een probleem dat in de periode
Maris was ontstaan. Daartoe heeft zij kosten gemaakt en ik ben
van mening dat betaling daarvan terecht heeft plaatsgevonden.
- In tegenstelling tot bij de overige cursisten van de AtM-groep
het geval was, heeft voorafgaand aan de toelating tot de cursus
geen selectieprocedure plaatsgevonden.
- Uit de brief van 19 maart 1990 concludeer ik dat Nieuw
Elan de verantwoordelijkheid voor het probleem van de heer
Breuker heeft teruggelegd
bij de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojekten van de
gemeente Groningen en dat deze dienst blijkens de handtekening
van Directeur D.H. Schuur deze verantwoordelijkheid heeft geaccepteerd.
6. De rol van
"projectleider/directeur" Mr. Tj. Maris
In brief kenmerk MW/SA 179 d.d. 13 april
1993 van het Arbeidsbureau Groningen (C.H.L. Kortes) lees ik onder
meer "De projectleider de heer T. Maris heeft de heer
Snippe geconsulteerd over uitsluiting van verdere deelname. De
argumenten van de projectleider waren overtuigend. U functioneerde
in het project niet naar behoren." Het dienstverband
tussen Tj. Maris en de
Baak is per 1 juni 1989 beëindigd, zoals vermeld in "Baakbabbel".
De heer Maris heeft blijkens een schrijven van de heer Kortes
aan de heer Breuker
bovenvermelde mededeling in maart 1990 aan het Arbeidsbureau van
Groningen gedaan, negen maanden na zijn ontslag. De heer Breuker
kan u dit schrijven verstrekken. Deze mededeling van de heer Maris,
buiten rechte, heeft de heer Breuker
geschaad. Mr. Maris is naar mijn inzichten buiten zijn rechten
getreden. Ik laat het aan uw verantwoordelijkheid over om de juridische
grondslag hieromtrent aan te tonen.
7. Stageproblematiek
Ten tijde van mijn functie als office-manager
heb ik de Nieuw
Elan-directie geadviseerd het bedrijvenbestand van het instituut,
dat ten koste van vele manuren door het instituut was opgebouwd,
niet kosteloos aan het Arbeidsbureau Amsterdam (Top Centre), beschikbaar
te stellen. Ik diende in die tijd daarmee het bedrijfseconomisch
belang van de Nieuw
Elan-organisatie. De continuïteit van het bedrijf stond
op het spel. Aangezien de verantwoordelijkheid voor de stagewerving
voor de cursusgroep AtM Amsterdam II bij Top Centre lag is hier
een probleem ontstaan jegens de cursisten i.c. de heer Breuker,
die in dit verband een uitzonderingspositie innam. Hij was immers
door de heer Tegels aan de cursusgroep toegevoegd en het is mij
niet duidelijk in hoeverre de verantwoordelijkheid t.a.v. de stagewerving
voor het individuele geval Breuker
door de heer Tegels is geregeld.
8. Mijn historische
rol en positie binnen het segment particulier onderwijs
Ik ben (mede)-initiatiefnemer tot de
oprichting van de Vereniging van
instellingen voor Buitenschools Mondeling Onderwijs (VBMO),
pleitbezorger van en medewerker aan de totstandkoming van de Wet
op de Erkende Onderwijsinstellingen (WEO). Middels deze wet zijn
er in Nederland thans 240 particuliere onderwijsinstellingen erkend.
Aangaande informatie m.b.t. mijn betrokkenheid bij de totstandkoming
van deze wetgeving kunt u zich wenden tot de directie VO/OV van
het Ministerie
van Onderwijs en Wetenschappen te Zoetermeer. In de Volkskrant
van woensdag 6 april jl. staat het volgende m.b.t. mijn initiatief:
"Natuurlijk werd er in de opleidingen-branche gemokt over beunhazen die slecht onderwijs leverden. Cursisten werden de dupe van onmogelijke contracten of beroerd onderwijs. De overheid ontfermde zich op aandrang van opleiders en slachtoffers over de bescherming van de cursist-consument, wat in 1986 uitmondde in de Wet Erkende Onderwijsinstellingen. En schoot gelijk door in strenge regeltjes........ Wie bij een mondelinge cursus afwezig is zonder bericht, moet een briefje krijgen 'dat het van wezenlijk belang is om de lessen regelmatig te volgen'. Aanvankelijk vroegen zo'n veertig opleidingen de overheidserkenning aan, maar hoeveel boze woorden er ook over het 'staatsonderwijs' worden gesproken, steeds meer opleidingen zagen de wervingskracht in van dat ene regeltje in de advertenties: 'Erkend door het ministerie van Onderwijs op grond van de Wet Erkende Onderwijsinstellingen'. Goedkeuring door de minister beloofde immers iets. Zekerheid. Kwaliteit misschien ook wel. De controle op de particuliere cursusboeren is in handen van de Onderwijsinspectie. 'Vroeger kregen we nog wel eens tachtig klachten over één opleiding, die tijd is echt voorbij', constateert inspecteur R. Pijlman tevreden over de zuiverende werking van de WEO. De echte beunhazen zijn verdwenen. Zijn collega H. Scholte is na wat bedenkingen over particulier onderwijs in het algemeen, nu laaiend enthousiast over deze onderwijsvorm: 'Toen ik belast werd met het toezicht op particuliere scholen, had ik daar een aversie tegen. Want die instituten maakten winst en ik vond dat je niet aan onderwijs mocht verdienen. Ik ben helemaal bekeerd, als ik zie hoe nauwkeurig en innovatief het particulier onderwijs is. Zij zijn begonnen met het opdelen van leerjaren in modulen, iets dat je nu in het mbo terugziet.' De 240 opleidingen die zijn erkend, doen volgens de inspectie echt hun best om kwalitatief goed onderwijs te leveren. Tegenwoordig komen er bij de inspecteurs zo'n veertig problemen per jaar binnen, die voor 90 procent snel opgelost zijn."
Ik hoop dat u in staat bent de heer Breuker uit zijn maatschappelijk isolement te helpen. Hoogachtend, J.L. van der Heijden.
Het EERSTE PAARSE KABINET van het KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. Voorste rij van links naar rechts Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen JO RITZEN, Minister van Buitenlandse zaken HANS VAN MIERLO, Minister-President WIM KOK, Oprichter Instituto Cervantes JOHN VAN DER HEYDEN, Minister van Binnenlandse Zaken en Vice Premier HANS DIJKSTAL, Minister van Justitie WINNIE SORGDRAGER, Minister van Financiën GERRIT ZALM. Achterste rij van links naar rechts Minister van Volksgezondheid en Sport ELS BORST, Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij JOZIAS VAN AARTSEN, Minister van Verkeer en Waterstaat ANNEMARIE JORRITSMA, Minister van Defensie JORIS VOORHOEVE, Minister van Economische Zaken HANS WIJERS, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AD MELKERT en Minister van Ontwikkelingswerk JAN PRONK.
La Corona de la Casa Real Española sirve de símbolo de unidad de nuestros países y muestra la Lealtad Histórica como expresada en el himno nacional de los Países Bajos.
More information at the website of Amazon.com, Wal-Mart and Trafford Publishing Canada.
VANAF 16 OKTOBER 2004 HEEFT DE OPRICHTER VAN DE STICHTING CERVANTES BENELUX, EIGENAAR VAN HET HANDELSMERK INSTITUTO CERVANTES IN DE BENELUX EN DE LIMITED COMPANY INSTITUTO CERVANTES ENGLAND AND WALES - OP STRAFFE VAN EEN DWANGSOM - EENIEDER WAAR OOK TER WERELD - VERBODEN GEBRUIK TE MAKEN VAN DE BEELTENIS VAN ZIJN OP 31 AUGUSTUS 1997 TIJDENS EEN ONTVOERINGSPOGING OM HET LEVEN GEKOMEN PARTNER, TENZIJ DIT BINNEN HET KADER VAN DE DOOR HEM VERSTREKTE VOLMACHTEN NADRUKKELIJK IS OVEREENGEKOMEN.
© J.L. VAN DER HEYDEN TORREMOLINOS