5 december 1999. Betreft: BRUXELLES Kenmerk: JH/LH991205. Dear Elizabeth, Zondag 5 december 1999. Sint Niklaas wordt dit jaar niet gevierd in Nijmegen. Voor onze president heb ik vorige week alleen nog een gedicht gefabriekt. Het luidt alsvolgt:
Maarn-Maarsbergen, 30 november 1999
Dear President
De Sint wist niet meer wat hij
wilde
Hij dacht aan Jan
en ook aan Hilde
En natuurlijk aan Filip
en Mathilde
Dát was het, zoals hij het wilde
Hij ging op zoek naar een edelvrouw
maar die vond hij niet zo gauw
Hij reed weg in zijn 'Rocinante'
Maar daarmee kreeg hij nog geen klanten
Daarvoor ging hij naar Madrid
Kijken waar zijn
collega zit
Dat is een heel mooi wit paleis
Die beelden worden wel wat grijs
Hij vond hier wel een aardig
stel
Dat werkte aan het Haarlemmermeerpoldermodel
Zij kregen allemaal een fiets
Alleen Dehaene
vond dat maar N.I.E.T.S.
Hij mocht hier ook een tijdje
rusten
Ze zouden er later nog van lusten
Hij moest naar Parijs en ook naar
Londen
Daarover spreken slechts de Honden
De Vossenjacht
werd ingezet
De billen bloot: goed opgelet!
Een testament
werd opgemaakt
Maar 'Honest John'
had hem niet goed geraakt
Die Sint die had hier goede vrinden
Ze kunnen het jaren al goed vinden
Ze gingen zelfs ooit naar Engelen
daar moest de Sint even naar hengelen
Hij zag een engel
op een brug
maar die kwam nooit meer terug
Zij was rood en hij was paars
Dat lapte men rustig aan zijn laars
Hij ging toen weer alleen op
stap
En vond een mooi kasteel
Zoals Terworm
en de Engelenburg
Zo zijn er niet meer veel
"Eureka!" dacht toen
onze sint
En was gelukkig als een kind
"Ik houd van dammen en van Schaake
Daar moeten We iets moois van maken!"
Hij ging toen weer eens terug
naar Spanje
En dat zegt hij zonder franje
De 'Costa del Golf', daar moet hij zijn
daar krijgt niemand hem nog klein
Iedereen gaat uit zijn bol
Op zijn congres aan de Costa del Sol
De Lions boden hem een Nieuwe Start
Vandaar van hem
een
PURPLE HEART
Dan blijft er nog één
vraag:
Is dit verhaal echt waar?
Dan is er slechts één antwoord:
De wereld hangt van codes aan elkaar!
Muchas gacias para su colaboración
San Juan
P.S.
Vind je het lopend iets te ver?
Kom dan met
Cervantes Air
Bij nader inzien heb ik ervan afgezien om dit gedicht in Maarn te laten voorlezen. Jij bent immers meer van het verhaal op de hoogte dan de heer De Graaff en hij heeft mij vorige week zondag niet meer gebeld. Vandaar. Het was gisteren een bijzondere feestdag in BRUXELLES. De trein van 7.52 had ik gemist. Ik kwam dus rond het middaguur op BRUSSEL Centraal aan.
Er was al op mijn komst gerekend - net als op 18 april 1997 op The Mall - want er was niemand op straat en er zat bijna niemand in de trein, ondanks de gratis vervoersbewijzen die de Belgische Spoorwegen beschikbaar hadden gesteld. Spoorslags ben ik naar de Sint Goedele Kathedraal getogen. Daar vond het feest plaats.
Men had een groot projectiescherm voor de kerk geplaatst en ik constateerde al snel dat alle leden van mijn Inner Circle in de kerk vertegenwoordigd waren. Ik heb onder meer waargenomen: Prins Charles, Hare Majesteit Beatrix naast mijn goede 'oude' bekende Doña Sofía uit Madrid (leuk Haar weer eens terug te zien na meer dan drie jaar), onze Kroonprins Willem-Alexander naast onze eveneens goede vriend Don Felipe de Asturias, Prins Henri van Luxemburg (Hij lijkt veel op mijn neef Hans en was getuige bij het huwelijk) en uiteraard onze Belgische koninklijke gastheren.
Ik stelde het buitengewoon op prijs dat zij zich hadden gehuld in de kleur van het Instituto Cervantes Benelux en ben benieuwd of zij terzake nog van gedachten hebben gewisseld. Het was gisteren de gelegenheid bij uitstek om aan onze organisatie definitief gestalte te geven in verband met de aanwezigheid van alle betrokkenen. Ik heb mijzelf - in de geest van onze Noordwijkse afspraken - enigszins op de achtergrond gehouden. Mij was immers al eerder geadviseerd to stay away from the Royal Palaces for the time being. Ik heb mij achteraf gerealiseerd dat het niet zo'n goede beslissing is geweest om dat advies op te volgen. Voor je het weet ontstaan er dan ongewenste interventies. Vandaar. Ik had wel mijn sweatshirt uit Earls Court Gym voor deze gelegenheid uit de kast gehaald.
Van de laatste brief van Prins Filip had ik ook nog enkele kopieën meegenomen teneinde deze aan de paleiswachten te kunnen tonen.
Na de plechtigheid in Sint Goedele ben ik derhalve naar het Koninklijk Paleis getogen alwaar de balkonscène nét achter de rug was. "Reculer" werd ons derhalve verzocht. "Pour mieux sauter" dacht ik ogenblikkelijk en vroeg de betreffende politiefunctionaris of hij ook Nederlands sprak. "Awel Mijn Heer" liet hij mij weten.
Ik was deze keer - in plaats van naar een condoleanceregister - op zoek naar een felicitatieregister. Daartoe heeft hij mij naar de achterzijde van het Paleis doorverwezen. Er was echter geen doorkomen aan. Vandaar dat ik mij direct heb gewend tot het hoogste militaire gezagsorgaan van het paleis, de chef van de generale staf.
Enigszins vergelijkbaar met The Lord Chamberlain's Office in Londen. Kolonel Van den Put (Joseph) was echter niet aanwezig. Ik heb zijn plaatsvervanger verzocht mijn groeten aan hem over te laten brengen. De ontvangst was bijzonder hartelijk en ik kreeg het advies een brief aan Prins Filip en Prinses Mathilde te schrijven. Over de inhoud daarvan moeten we nog maar eens goed nadenken. De ambiance op een paleis bevalt mij immers ten zeerste en het lijkt mij aardig als je me weer eens een keer kunt vergezellen tijdens mijn bezoek. Ik zou al zeer snel de indruk wekken dat ik op zoek ben naar een nieuwe prinses. Van Prinses Astrid ben ik zeer gecharmeerd. Zij is echter al getrouwd met Prins Lorenz van Habsburg. Ik heb overigens ook altijd veel plezier met Prins Laurent. Hij heeft aan het eind van het verlovingsfeest van Filip en Mathilde nog een aantal onwillige gasten het paleis uitgejaagd. Dat zit in de familie, denk ik. Bij de Familie Van den Broek is men gauw geneigd te zeggen "raus", als het hen niet meer bevalt. Dat heb ik ook wel. Het spreekt mij dus buitengewoon aan in Astrids jongste broer. Aangezien ik er niet op was gekleed om nog een glas champagne te gaan heffen op het Paleis te Laeken ben ik nog even nagebleven om mij te onderhouden met enkele paleiswachten. Eén van hen is tot drie keer toe voor mij in de houding gesprongen voor een foto.
Op het 'moment suprème' was echter de batterij van mijn fototoestel leeg. Dat moet hij dus nog maar een keer over doen als we samen in onze Rolls nog een keer teruggaan. Daar ziet het immers sterk naar uit. Rond een uur of drie stak er een hevige wind- en regenbui op op het plein voor het paleis. Ik was nog de enige overgeblevene met mijn oranje paraplu. Die dreef mij alras via de 'Galerie Ravenstein' naar het Centraal Station, waar ik nieuwe batterijen in mijn toestel heb geplaatst. Van daar ben ik wederom naar de kathedraal van Sint Goedele en Sint Michiel getogen, dat nu voor het publiek geopend was.
Ook daar heb ik de brief van 24 maart 1997 laten zien aan de beveiligingsdienst.
Men sprak er zijn verwondering over uit dat ik mij niet op het Paleis bevond. In de Galerie du Roi ofwel Koningsgalerij werd ik gepasseerd door onze voormalige minister van Ontwikkelingssamenwerking en huidige Minister van VROM, de heer Jan Pronk. Nadat hij mij klaarblijkelijk had herkend van de Government Game trok hij zijn jas stevig over zijn oren, liep in ijltempo door en verdween in de eerste de beste rechter zijsteeg.
Het is hem immers bekend dat ik het niet zozeer op prijs stel dat hij voor zijn beurt spreekt. Dat is met name in het begin van Paars II gebeurd met bijna catastrofale gevolgen voor het kabinet en de Nederlandse Economie. Ik doel met name op het laten publiceren van zijn voorgenomen besluit om een eind te maken aan het zakelijk vliegverkeer tussen Schiphol en Eindhoven. Aangezien ik hem daar nog even aan wilde herinneren ben ik hem nagelopen. Hij was echter plotsklaps verdwenen in die zijstraat. Ik kwam toen uit bij een boekwinkel. Uiteraard wil ik nog wel iets meer weten over het nageslacht van Gaspar van der Heyden uit Mechelen. En ook over zijn voorouders. De winkel bevatte echter uitsluitend boeken in het Frans. Dat was nog het laatste waar mijn hoofd naar stond. Daarom ben ik naar de Grote Markt getogen. Er werd een kerstboom opgezet. In de Roy d'Espagne zag ik geen bekenden.
Na het verlaten van dit etablissement - waar ik op 6 november 1996 nog een aardig onderhoud heb gehad met de heer De Heer - werd ik benaderd door twee Engelse dames met een witte roos in de hand. "That is The Princess of Wales, That Rose" vertelde ik hen. Zij raakten hierdoor klaarblijkelijk enigszins in verlegenheid. Reden waarom ik besloot niet meer naar de Koning van Spanje terug te gaan op dat moment. Om 16.20 nam ik de trein naar Mechelen.
Daar kwam ik in het donker aan. Even voor 6 uur ben ik daar de winkel van de Slegte binnengegaan. Ik trof er enkele boekjes van de Vlaamse Genealogievereniging uit Antwerpen. De winkel werd gesloten. Hierdoor had ik gelegenheid nog even kennis te nemen van de paarse vlaggen met het opschrift Keizer Karel V 1500-2000.
Tegenover het station heb ik bij Friends een toast uitgebracht op Filip en Mathilde. De Belgische vlag met het bruidspaar had ik op tafel gelegd alsmede een kopie van de brief From the Office of Diana, Princess of Wales.
Ik heb een jongedame uit Salamanca daarbij uitgelegd dat ik op zoek was geweest naar mijn voorouders en heb haar gevraagd of Mathilde - naar haar inzichten - op mijn overleden Engelse vriendin lijkt. Die mening was zij niet toegedaan. Zij had nog enige twijfels over de kroonprins van België. Ik vind het ook een vreemde zaak dat hij klaarblijkelijk het verschil niet wist tussen een stichting en een vereniging. Daartoe citeer ik nogmaals zijn laatste brief aan mij:
"Paleis te BRUSSEL. Huis van Prins Filip. 24 maart 1997. Geachte Heer, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip heeft met veel aandacht kennis genomen van uw brief van 9 maart jongstleden. De Prins dankt U voor het vertrouwen dat U in hem stelt. Voor wat betreft uw aanvraag om steun te verlenen aan de oprichting van de European Cervantes Foundation, spijt het mij U te moeten meedelen dat de Prins hierop niet kan ingaan. Volgens de in voege zijnde voorschriften op het Paleis, is het immers niet gebruikelijk dat Leden van de Koninklijke Familie zich mengen in de oprichting van een vereniging. De Prins is ervan overtuigd dat U voor dit standpunt begrip kan opbrengen. De Prins stelt er prijs op om U langs deze weg zijn hernieuwde wensen voor succes over te maken bij de oprichting van deze Stichting. Met oprechte hoogachting, Kolonel SBH Joseph VAN DEN PUT, Adviseur van Prins Filip. Aan de Heer J.L. VAN DER HEYDEN Instituto Cervantes. De Wellenkamp 1530. NL 6545 NM NIJMEGEN NEDERLAND."
In juridische zin maak ik hieruit op dat het niet ongebruikelijk is dat Leden van de Koninklijke Familie zich mengen in de oprichting van een stichting. Ik hoop dat hij - ofwel Zijn Vader - daaromtrent gisteren met Prins Charles tot overeenstemming is gekomen. Ik mag aannemen dat Kroonprins Felipe van Spanje aan de Spaanse Vereniging Instituto Cervantes te Madrid is gebonden. Aangezien ik met het bestuurslidmaatschap van de European Cervantes Foundation geen 'función de carácter permanente' voorsta, is hij in mijn visie vrij om voor enige tijd in het bestuur van die 'foundation' zitting te nemen en zijn functie volgend jaar aan Prins William over te dragen.
Na de brief van 25 januari 1998 namens Sus Majestades los Reyes van Francisco Fernández Fábregas, alsmede het Britse Koninklijke Wapen met het opschrift HONI SOIT QUI MAL Y PENSE van mijn Certificate of Incorporation aan de Salmantijnse jongedame te hebben laten zien ben ik met de trein van 18.59 weer naar Nederland vertrokken met de volgende brief in mijn achterhoofd: European Cervantes Foundation. Om 21.40 was ik weer in Nijmegen. Om 15.20 werd ik door Herman de Koning gebeld. Ik heb hem verslag uitgebracht en in kennis gesteld van mijn voorgenomen reis naar Schotland. Hij heeft mij geadviseerd de volgende keer een bezoek te brengen aan het Jubelpark in BRUSSEL. Koning Carl Gustav van Zweden heb ik niet gezien. Er stond wel een groepje jongens met de blauwe vlag van Scouting voor de kathedraal. Het ligt dus voor de hand dat hij wel aanwezig was. Ik ga nu weer over tot de orde van de dag. Liefde is... ...haar in de bloemetjes zetten. Ik hoop daar spoedig weer de gelegenheid voor te hebben. In dat verband valt mijn oog op het artikel "Koninklijke borrelpraat? door J.L. Heldring" in de NRC van vrijdag 3 december. Herman heeft een tijd van zijn middelbare schooltijd doorgebracht op het Heldring College in Zetten. Het verbaast mij echter dat bij een journalist van het meest gerenommeerde dagblad van Nederland kennelijk nog niet is doorgedrongen wie er met dat paarse mannetje op de plaats van de koningin is aangeduid in de advertentie van MCC-Nederland op pagina 40 van 12 april 1997. Ik heb de leugens aan den lijve ondervonden en zelfs onze Britse partner zijn wij kwijtgeraakt door dodelijke roddel. Ik acht het onheus van de heer Heldring om te stellen "Het zou prettig zijn geweest als de koningin voorbeelden had gegeven." De Minister-President is hier immers voor verantwoordelijk. Ik verwacht daarom dat de heer Kok terzake thans zijn verantwoordelijkheid neemt. Ik heb hem volledig geïnformeerd. Hij zal Harry en Ed daarmee zodanig van dienst kunnen zijn dat zij het komende halfjaar volledig schoon schip kunnen maken. Ik houd mij toch liever met het positieve nieuws bezig uit de Telegraaf van gisteren: Bruiloft zegen voor monarchie in België. "Dit huwelijk zorgt voor continuïteit van de monarchie, zeker als er volgend jaar een kindje komt", vindt Van den Broeck." Dat moet wel lukken als het aan De Familie ligt. Ik ben op de eerste plaats al gelukkig dat Wij het vertrouwen van meer dan zestig procent van de Belgische bevolking genieten. Ervan uitgaande dat de republikeinen slechts 15% uitmaken, kunnen Wij 85% tot onze huidige achterban rekenen bij onze zuiderburen. Dat lijkt mij een voldoende basis om ons beleidsplan aldaar ten uitvoer te brengen. Ik hecht er aan om de koninklijke - zoniet keizerlijke - weg te blijven bewandelen. Om die reden heb ik in de week van 17 oktober 1995 samen met Jos van Kerkhof en zijn groepje cursisten Sevilla bezocht.
In de kathedraal heb ik toen plaats genomen op de stoelen waar op 18 maart daaraan voorafgaand Prinses Elena in het huwelijk is getreden met Jaime de Marichalar. In dit verband heeft de Telegraaf van gisteren eveneens een aardig artikel van deze toekomstige bestemming van KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ CERVANTES. TRANSAVIA dient dan slechts haar landingsrechten aan onze luchtvaartmaatschappij over te dragen. Ik denk dat mijn vrienden in Madrid dat zeer op prijs zullen stellen. Het artikel luidt alsvolgt: TOCH HEFTIGE EMOTIES IN RUSTIG SEVILLA. Ik krijg even de indruk dat ik in mijn reisverslag van 1992 zit te lezen. Het artikel leent zich uitstekend ter voorbereiding van de excursie van 13 en 14 november. Daarom oriënteer ik mij tevens op de verworvenheden van ons poldermodel. In de trein trof ik gisteren ook nog een Gelderlander van dinsdag 30 november met een artikel onder de titel 'Polder blijft dè plaats voor overleg'. 'Achter de dijken regeert de degelijkheid van Wassenaar. "Let's talk Dutch now' staat in internationale vergaderkamers voor 'Laten we niet langer om de hete brei heendraaien.' Dat is exact de karaktereigenschap die ik van jou zo hogelijk waardeer. 'Vamos al grano', noemt men dat in Spanje.
9 DECEMBER 1999 HET GELIJK VAN DE ASTROLOOG
Het EERSTE PAARSE KABINET van het KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. Voorste rij van links naar rechts Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen JO RITZEN, Minister van Buitenlandse zaken HANS VAN MIERLO, Minister-President WIM KOK, Oprichter Instituto Cervantes JOHN VAN DER HEYDEN, Minister van Binnenlandse Zaken en Vice Premier HANS DIJKSTAL, Minister van Justitie WINNIE SORGDRAGER, Minister van Financiën GERRIT ZALM. Achterste rij van links naar rechts Minister van Volksgezondheid en Sport ELS BORST, Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij JOZIAS VAN AARTSEN, Minister van Verkeer en Waterstaat ANNEMARIE JORRITSMA, Minister van Defensie JORIS VOORHOEVE, Minister van Economische Zaken HANS WIJERS, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AD MELKERT en Minister van Ontwikkelingswerk JAN PRONK.