De Wellenkamp 15-30. 6545 NM NIJMEGEN. Telefoon 024-3781959. Telefax 024-3781959. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. T.a.v. mevrouw M. Nijdam. Postbus 25000. 2700 ZL ZOETERMEER. Datum: 24 april 1996. Betreft: Beleidsontwikkeling. Kenmerk: ICB/OCW960424. Geachte Mevrouw Nijdam, Van het Hoofd van het Bureau Algemene Integratie Europa ontving ik namens de Minister van Buitenlandse Zaken onder zijn kenmerk DIE/AE-436/96 de mededeling dat mijn brief d.d. 2 maart 1996 aan Minister President Kok voor beantwoording naar U is doorgestuurd.

Ervan uitgaande dat de Minister President U het Beleidsplan Instituto Cervantes Benelux ter beschikking heeft gesteld geef ik U dienaangaande hiermede gaarne enige aanvullende informatie en stel U graag in kennis van de stappen die ik in het kader van de verdere beleidsontwikkeling na 2 maart 1996 heb genomen.

1. In de eerste week van februari 1995 heb ik tijdens een nascholingscursus voor docenten Spaans te Han-sûr-Lesse een groep Nederlandse en Belgische docenten in kennis gesteld van de Stichting Cervantes Benelux.
2 Hieruit is een wetenschappelijk contact voortgekomen met een hoogleraar van de Katholieke Universiteit te Nijmegen.
3. In de periode
november 1994-oktober 1995 ben ik bestuurslid geweest van de Vereniging Spaans Op School en heb mijn bestuur van al mijn beleidsvoorbereidende stappen ten behoeve van de Stichting Cervantes Benelux in kennis gesteld.
4. Op 30 mei 1995 heb ik de
Casa de España in een aangetekend schrijven verzocht niet zonder mijn toestemming onder de naam 'Instituto Cervantes' te opereren.
5. Op
5 juli 1995 heb ik op het Management Studiecentrum van het VNO/NCW te Noordwijk als bestuurslid van de Stichting Cervantes Benelux deelgenomen aan de Strategisch Perspectief bijeenkomst 'Business Process Redesign, the next step'.
6. Op
18 juli 1995 heb ik de voormalige voorzitter van de Vereniging Spaans Op School in een brief in kennis gesteld van mijn motieven tot de oprichting van het Instituto Cervantes.
7. In de
zomer van 1995 heeft de Burgemeester van Nijmegen van het Beleidsplan Instituto Cervantes Benelux kennis genomen en mij in een brief d.d. 14 september 1995 laten weten dit als zeer waardevol te beschouwen.

8. In oktober 1995 heb ik mijn beleidsplan in het Spaans vertaald en ter correctie aan de directie van een particulier Spaans opleidingsinstituut aangeboden.
9. Op
15 december 1995 heb ik mij ingeschreven voor de Strategisch Perspectief bijeenkomst op 10 september a.s. op de Baak onder de titel 'Spin in het web, duizendpoot?'
10. Op 23 december 1995 heb ik burgemeester
d'Hondt van Nijmegen verzocht het Instituto Cervantes Benelux een plaats in de nieuwe Valkhofburcht te geven en hem gemeld dat ik mij als bestuurslid/oprichter van de Stichting Cervantes Benelux heb voorgenomen het Spaanse Koningshuis op 25 december 2000 in het Nieuwe Valkhof uit te nodigen.
11. Op
31 januari jl. heb ik het bestuur van de Valkhofvereniging in een vertrouwelijk schrijven van dit voornemen in kennis gesteld.
12. Op
3 februari heb ik uw staatssecretaris in een brief kenmerk ICB/OCW960203 een reactie gezonden op haar toespraak tijdens het Taalcongres te Amsterdam.
13. Op
10 februari heb ik deelgenomen aan het symposium 'Spaans in Onderwijs, Onderzoek en Bedrijfsleven', georganiseerd door Dr. C. van Esch van de faculteit Spaans van de Katholieke Universiteit.
14. Hierna heb ik nog enkele brieven aangaande het beleidsplan aan verschillende departementen verzonden die ik U desgewenst gaarne ter inzage verstrek.

Na mijn brief BENELUXTOP d.d. 2 maart 1996 aan de Minister President hebben zich onder meer de volgende ontwikkelingen voorgedaan.

1. Ik heb een briefwisseling gevoerd met de Vereniging van Leraren in Levende Talen met betrekking tot mijn beleidsplan.
2. Op 8 maart heb ik Mevrouw
mr. C.E.M. van den Boom, Hoofd Sector Juridische Aangelegenheden naar aanleiding van haar brief JURA/JN d.d. 6 maart 1996 voorgesteld mijn verzoek tot het verstrekken van bestanden werkzoekenden met Spaanstalige achtergrond te verruimen met het in overleg definiëren van een sociale paragraaf binnen het beleidsplan.
3. In het weekend van
17 maart heb ik een twintigtal beleidsbepalende functionarissen in Nederland en België het Mission Statement van de Stichting Cervantes Benelux met een begeleidende brief doen toekomen.
4. Bij die gelegenheid heb ik Uw staatssecretaris in brief BELEIDSONTWIKKELING (1) geadviseerd ten vervolge van het
Nationaal Actie Programma Moderne Vreemde Talen een permanente voorziening voor het Spaans binnen het Instituto Cervantes Benelux op te nemen en verzocht de Stichting Cervantes Benelux hiervoor een subsidie toe te kennen.
5. Op 27 maart heb ik de Prins van Oranje in kennis gesteld dat ik mij heb voorgenomen hem per 1 oktober 1996 uit te nodigen in het bestuur van de Stichting Cervantes Benelux zitting te nemen, alsmede Z.K.H. Prins Philippe van Saksen-Coburg van België,
Z.K.H. Erfgroothertog Henri van Luxemburg en S.A.R. Infante don Felipe de Borbón y Grecia van Spanje. De heer Prof.Mr. A.K. Koekkoek, thans deel uitmakende van de Parlementaire Enquête Commissie van de heer Van Traa, heb ik schriftelijk verzocht te onderzoeken of hiertegen staatsrechtelijke bezwaren bestaan.
6. Op
6 april 1996 heb ik de Ambassadeur voor Internationale Culturele Samenwerking van de Minister van Buitenlandse Zaken, Mr. J.A.F.M.F. Förster, in brief UW KENMERK DCV/96/562 uiteengezet op grond waarvan ik in de Benelux over het eerste recht beschik om de naam Instituto Cervantes te hanteren en hem verzocht zijn medewerking te verlenen aan een concept-samenwerkingsovereenkomst, te beginnen met de formulering van een 'letter of intent'. Op 9 april heb ik de heer Förster aanvullende informatie doen toekomen.
7. Op
14 april heb ik het bestuur van de Vereniging Spaans Op School in brief NOTULEN BESTUURSVERGADERING verzocht mijn verklaringen tijdens de bestuursvergadering van 15 september 1995, welke onder verantwoordelijkheid van de huidige secretaris, niet in de notulen waren opgenomen alsnog in de notulen van de volgende bestuursvergadering te vermelden.
8. Op
18 april heb ik Mr. S. Zwerver van het Fort-Team van de Rijksrecherche - met inachtneming van het staatsgeheim van de onderliggende stukken - een reactie doen toekomen op het onderzoek m.b.t. de RCIDS Kennemerland.
9. In het aprilnummer van het blad Levende Talen, nummer 509, blz. 228 is een artikel verschenen dat in
Utrecht het 'Instituto Cervantes' van start is gegaan. Ik heb het 'Instituto Cervantes Utrecht' hierop in een fax laten weten dat het mij bevreemdt dat daarover met mij geen vooroverleg heeft plaatsgevonden.
10. Op maandag
22 april jl. ben ik door de directeur van gemeld Instituto, de heer Gimeno, gebeld met het verzoek mij tot de rechter te wenden. Ik heb hem geantwoord dat ik dat een goed advies vind en ik na een rechterlijke uitspraak graag met hem verder praat om het Spaanse beleidsplan en het in 1991 op de Baak geboren beleidsplan aan elkaar te koppelen.
11. Op 22 april jl. heb ik de heer
Förster van Buitenlandse Zaken in brief UW KENMERK DCV/96/562 hiervan in kennis gesteld.

Nochtans ben ik van mening dat we de publikatie in Levende Talen dienen te beschouwen als een incident en verdere publikaties vanuit de Casa de España dienen te voorkomen totdat er een samenwerkingsovereenkomst op tafel ligt. Dit teneinde verdere verwarring onder het publiek te voorkomen. De actie van de Vereniging van Leraren in Levende Talen doorkruist een sinds 1991 uit een zwaarwichtig loopbaanadvies vanuit de Baak voortgekomen zorgvuldig ontwikkelde strategie. Dit dienen wij verder zien te voorkomen. Het kan niet zijn dat het staatsbelang ondergeschikt wordt gemaakt aan persoonlijke belangen. Ik hoop hierbij op uw volledige ondersteuning te kunnen rekenen. Te Uwer informatie vermeld ik nog dat op 8 of 9 mei a.s. de beslissing tot de herbouw van het Valkhof wordt genomen. Een voor het toekomstige Europa zwaarwichtige beslissing. Ik heb het Beleidsplan Instituto Cervantes Benelux reeds thans aan het Valkhof verbonden. Ook voor de Nijmeegse gemeenschap is uw ondersteuning derhalve van groot belang. Graag ontvang ik van U een ontvangstbevestiging van deze brief en ben graag bereid in alle opzichten nadere toelichtingen te verstrekken. Van 26 april tot 5 mei a.s. volg ik in het kader van het tienjarig bestaan van het instituut don Quijote een cursus te Salamanca. Nadien ben ik gaarne bereid met U nader van gedachten te wisselen. Hoogachtend, J.L. van der Heyden. Instituto Cervantes Benelux/Stichting Cervantes Benelux. C.C. Knijff & Partners. P.A.W. Thiel. Postbus 5054. 1380 GB WEESP.

24 APRIL 1996 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN TER ATTENTIE VAN STAATSSECRETARIS TINEKE NETELENBOS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN