Datum: Maandag 29 augustus 2005 Betreft: DON JOHN Kenmerk: 20050830JHLH Dear Elizabeth, Er staat hier een Londense bus in het winkelcentrum. Dat is een goed voorteken.
Zeker nu ik hier ook Ridders van St. George heb mogen ontwaren met het rode kruis van England op de borst. De laatste vier dagen van augustus zijn altijd uitermate belangrijke dagen. Ik attendeer je in dit verband op de brieven For your eyes only....., Partnership en Hartzeer in 1996; Honourable Proposal en Verjaardag in 1997, D-Day Domino, Oogsten, Erfenis en Ultimatum in 1998; Engagement Day, The President, The Day my Partner died, Fräulein Herzog en Dik en Dun in 1999. Met die gedachte heb ik na Acht jaar gemachtigd ter verzending in de brievenbus bij het station Nijmegen-Dukenburg te hebben gedeponeerd dezelfde wandeling nog eens gemaakt als vermeld in Snelbinder d.d. 24 mei 2004. In het totale stadsbeeld torende de DONJON van de Valkhofburcht overal bovenuit. Het is een metalen steigerconstructie die kan worden bezocht.
Met een liftje ben ik naar boven vervoerd na aan de kassa te hebben laten weten dat HET KASTEEL er in feite al lang had moeten staan gezien het op 12 juni 1996 genomen gemeenteraadsbesluit. Desalniettemin beschouw ik het als een goed initiatief van de Valkhofvereniging om op deze wijze met de vooralsnog bescheiden financiële middelen de aandacht op het slot te vestigen. Het trekt ook buitenlandse bezoekers en het zal de behoefte aan de herbouw onder de burgers zeker bevorderen. De wandeling eindigde om 16.30 in de feestwinkel van 2000 jaar Nijmegen in de kapel op het Mariënburg. Aangezien de bekendste Nijmegenaar aller tijden klaarblijkelijk nog niet is gekozen heb ik de aldaar dienstdoende Nijmegenaar een blik laten werpen op mijn website www.cervantes.nu en mijn laatste bericht over Fuengirola. De man liet mij weten dat de Mercedes waarin Diana op 31 augustus 1997 is omgekomen aan een nader onderzoek is onderworpen en men geen gebreken aan de auto heeft kunnen vaststellen. Dit maakt de bewijslast tegen Al Fayed alleen maar zwaarder en is in ons voordeel. Binnenkort moeten we dus kunnen 'cashen' om de woorden van Martijn ofwel 'Willem' uit Epse ofwel Joppe bij Gorssel aan te halen. Als vermeld in De Vuyst van 26 januari 2004. Als voorschot heb ik dus maar weer eens twee setjes Nijmeegse kronen gekocht. De vijf exemplaren die ik tijdens De Aftrap heb gekocht heb ik inmiddels in THE NUMBER ONE BAR uitgezet ter promotie van DE OUDSTE STAD VAN NEDERLAND. Die Nijmegenpromotie heb ik ook in Alcalá de Henares verricht. Ik ben derhalve van mening dat mij die eer als bekendste Nijmegenaar aller tijden THANS wel toekomt. Een aanbeveling van MIJN EIGEN NUMBER ONE lijkt mij daartoe op zijn plaats. Donderdag ga ik naar Utrecht. Opmerkelijk dat José Ravenstein mij op 19 oktober 1990 al met DON JOHN heeft aangeduid in haar toneelstukje met Carla Winkel. Ik heb met de man op het Mariënburg ook nog gesproken over Diana's testament van december 1996 en de fouten die door John Major zijn gemaakt. Hij was van mening dat Prins Charles de belangen van Prins William dient. Maar die belangen dien ik ook. Als de algehele nalatenschap van Diana in de Limited Company Instituto Cervantes England and Wales wordt ondergebracht - zoals Diana vermoedelijk met Paul Burrell voor ogen had - dan komt dat automatisch ook weer aan Prins William ten goede, aangezien ik hem heb aangewezen als de erfgenaam van onze limited als vermeld in Última Voluntad d.d. 8 november 1999. 22.09 Opnieuw is Diana's ontvoerder met 'partner' aangeduid in het RTL Boulevardartikel Bloederige foto Diana schokt Australië. Hier teken ik ernstig bezwaar tegen aan, tenzij zij hiermee duiden op een zakelijke relatie. Als ZAKENPARTNER dus. Nog een correctie op mijn brief van gisteren. Aanstaande vrijdag ben je al
ACHT JAAR GEMACHTIGD
Dinsdag 30 augustus 2005. De statistiek. 225 bezoeken. Gemiddeld 490. Jaartotaal 179.505. Opmerkelijk op plaats 32 in de Top 100 van 1853 verwijzende pagina's Diana. In de Top 20 van 417 zoekopdrachten is cees van lede in airlines op plaats 8 gebleven. Dat is een uitstekende uitgangspositie. Nieuw is jonikal op 12. Ik denk dat het onweer wel meevalt. Als iedereen zich maar aan zijn of haar verplichtingen houdt. Mijn analyse van de zaak Diana Spencer(DFS)/John van der Heyden (JH) is alsvolgt: Diana heeft vernomen dat ik op 4 maart 1992 heb besloten ons huwelijk te ontbinden. In die tijd is ook het handelsmerk Instituto Cervantes gedeponeerd bij het Benelux Merkenbureau. Na de oprichting van de Stichting Cervantes Benelux heeft zij in overleg met John Major besloten tot een scheiding van tafel en bed. John Major maakt dat kort daarop in december 1992 bekend aan de leden van het Lagerhuis. Verschillende partijen gaan zich daarna met de zaak bezighouden, waaronder de leden van de Lionsclub Maarn-Maarsbergen. Het bericht van 31 mei 2005 is hiervan een teken. Zowel in de Benelux als in het Verenigd Koninkrijk zit men met de situatie in de maag. Op honderd procent waarheid gebaseerde verhalen worden gemakshalve met 'hallucinaties' of 'schizofrenie' betiteld en afgedaan. We spreken nu over het jaar 1993. Vanaf mei 1993 tot 1 december 1994 heb ik de heer Jan Wilzing de gelegenheid geboden om in die tijd orde op zaken te stellen. In de tijd dat ik middels bemiddeling van de heren Van Munster, Wilzing en Woudsma op legale basis in het Radboudziekenhuis verbleef is in overleg met de heer Ferry Hartman besloten dat ik mij na 1 december 1994 ging wijden aan de opbouw van het Instituto Cervantes. Hierna heb ik de heer Wilzing nog eens een termijn van 22 maanden gegeven om orde op zaken te stellen, zodat de Stichting Cervantes Benelux per1 oktober 1996 operationeel kon worden. De eerste waarderende reactie op Stichting Cervantes Benelux had ik in januari ontvangen van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje als reactie op mijn brief van 14 januari 1996. In die tijd is ook mijn correspondentie op gang gekomen met de Nederlandse Regering. Te beginnen bij de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken, de heer Hans Dijkstal. Dat was reeds in het voorjaar van 1995. In december 1995 heeft Diana haar BBC-interview afgegeven voor het programma PANORAMA. Hierin heeft zij haar persoonlijke problematiek uiteengezet. Ik heb mij vanaf dat moment die problematiek persoonlijk aangetrokken. Tijdens mijn bezoek aan Salamanca in de eerste week van mei 1996 ben ik op de dag van het bezoek van Koningin Sofía door een Engelse jongedame op Diana's problematiek geattendeerd. Daarna heeft de heer Hans Mulder, rector van het Instituut Blankestijn in Utrecht, mij de mogelijkheid geboden mijn handelsmerk definitief te vestigen. Dit heb ik in een brief op 4 juli 1996 gemeld aan de Minister-President van het Koninkrijk der Nederlanden. Hierna heb ik op 31 juli 1996 de kroonprinsen van Nederland, België, Luxemburg en Spanje uitgenodigd in het bestuur van de Stichting Cervantes Benelux plaats te nemen. De volgende dag ben ik met mijn twee zoons voor tien dagen naar Engeland vertrokken. Op 14 augustus 1996 heb ik jou verzocht op de dag van echtscheiding van Diana en Charles mijn bos met 28 rozen eventueel door te sturen naar Prinses Diana. Op 8 september 1996 heeft Diana mij bezocht om 16.00 uur. De heren Wilzing, Woudsma en Van Munster zijn hiervan de hoofdgetuigen. Vanaf dat moment ben ik gaan schrijven, zoals vermeld in mijn brief van 14 januari 1999 aan Mr. Abraham Moszkowicz en mijn eigen boek. Hierna heeft Diana mij bij monde van mevrouw Jant de Vries van het Stadhouderlijk Hof in Leeuwarden op 13 november 1996 uitgenodigd voor kerstmis. Het was mij toen duidelijk dat het haar ernst was om een relatie met mij aan te gaan. Op 15 december 1996 heb ik bij het Haags Juristen College in de Residentie de Limited Company Instituto Cervantes England and Wales opgericht, waarna Diana haar echtscheidingsadvocaat Anthony Julius opdracht heeft gegeven haar laatste testament op te maken. Nadat ik Diana op 28 december 1996 had laten weten met haar een familiebedrijf op te willen zetten kreeg ik van Mr. John Holden van Companies House in Cardiff mijn benoeming tot directeur van het bedrijf. De ontvangst van dit bericht heb ik op 6 februari 1997 aan Companies House bevestigd. In die periode heb ik onze Minister-President verzocht aan de heer John Major te verzoeken in te stemmen met een verloving van Diana en mij ingeval zij met mijn voorstel accoord zou gaan. Dat was op 7 januari 1997. Daarna heb ik Diana tot aan haar dood op de hoogte gehouden van mijn stappen in mijn weekly reports. Op 18 april 1997 heb ik haar in Londen mijn bevoegdheden overgedragen en gemeld aan mevrouw Carollane Lindley van het Patent Office in Fleet Street met als doel ons bedrijf op 28 september daaropvolgend op Paleis Het Loo in Apeldoorn van start te laten gaan. Uit mijn gesprek met haar lijfwacht Sergeant David Sharp op 23 april 1997 heb ik opgemaakt dat zij het daarmee eens was. Daarom heb ik haar uitgenodigd in het weekend van 12 juli 1997 nog een keer naar Het Stadhouderlijk Hof te komen om de zaken definitief te regelen. Uit de uitzending Diana, verhaal van een prinses deel 4, waarvan ik de inhoud volledig heb uitgeschreven in mijn bericht uit de zevende hemel van 15 augustus jongstleden met de titel Marbella, heeft Mohamed Al Fayed volgens de producent van dit programma exact één dag daarvoor een Britse overheidsfunctionaris omgekocht. Uit het hierin gestelde maak ik op dat Mohamed Al Fayed medeplichtig is aan de ontvoering van Diana door zijn zoon. Na haar overlijden zijn er fouten op fouten gestapeld. Te beginnen bij de heer John Major, die Boodle Hatfield als advocatenkantoor heeft ingeschakeld om Diana's nalatenschap te regelen in plaats van Anthony Julius, die over het daadwerkelijke testament beschikt. Uit het boek In Koninklijke Dienst van Paul Burrell heb ik opgemaakt dat Diana's zuster Sarah McCorquodale aan het werk is getogen om die fouten te herstellen. Ik handhaaf hiermee dus mijn eis dat vóór 1 september 2005 de volgende actiepunten dienen te zijn uitgevoerd.
1. De publikatie van het Testament van Prinses
Diana van december 1996
2. De inhoudelijke reactie van His
Royal Highness The Prince of Wales
3. Een rechterlijke
uitspraak
4. Vergoeding van de schade door het Management
van Harrods aan de Limited
Company Instituto Cervantes England and Wales
15.50 Van Léontine en Alexander Freeve ontving ik - in toepasselijk Oranje papier - onderstaande foto's met DON CESAR ANTONIO MOLINA - de directeur van het Spaanse Instituto Cervantes - en Daisy Padilla uit Zweden.
Zij krijgen een plaats op mijn websites Cervantes es mi Vida en La Paz de Valladolid.
WITH LOVING REGARDS