Drs Jan G. Bloem RA CMC PSOpartners BILTHOVEN Datum: Maandag 16 maart 2009 Betreft: BUSINESS MODEL Kenmerk: 20090316JHJB

FOTO BOVEN: 2005 LA PAZ DE VALLADOLID

Beste Jan, Langs deze weg wil ik je van harte danken voor de genoten gastvrijheid vorige week maandag 9 maart van 15:00 tot 17:00 uur in De Hoefslag te Bosch en Duin. Je hebt mij daar de gelegenheid gegeven om als een soort IN DE HOOFDROL mijn levensverhaal te spuien vanaf het moment dat ik in 1977 als eerste graads docent Spaanse Taal en Letterkunde ben afgestudeerd op de schrijver Don Miguel de Cervantes en zijn Don Quijote de la Mancha. Nu dit verhaal nog vers in mijn geheugen zit lijkt het mij goed dit ­ zowel voor jou als voor mijzelf ­ te reproduceren naar aanleiding van hetgeen de bijeenkomst 'Profit from Projects' op woensdag 18 februari jongstleden in De Biltse Duinen heeft opgeroepen. Met name inzake de ontwikkeling van de administratieve gegevensverwerking van stencilmachine tot volledig geautomatiseerde projectenorganisatie.

START VAN MIJN BEDRIJF
In 1978 ben ik samen met mijn toenmalige echtgenote, twee vrienden en twee zussen in Wijchen begonnen met een taleninstitituut. Ik gaf Spaans en mijn beide zussen Frans en Engels. Op zolder in de Nachtegaalstraat 28 hebben we 3000 strooifolders gestencild. In de wandelwagen met mijn op 10 november 1976 geboren zoon Mark heb ik de folders met de afbeelding van het kasteel te Wijchen huis aan huis verspreid ten behoeve van het Wijchens Talen Instituut. Mijn echtgenote en een collega-onderwijzeres van mij zaten aan de telefoon om de aanmeldingen op te vangen. In september 1978 zijn wij toen in de Prins Willem-Alexanderschool gestart met 128 cursisten Frans, Spaans en Engels, verdeeld over zes lesgroepen. Voor 25 gulden per maand kregen zij gedurende het seizoen 1978/1979 28 wekelijkse lesbijeenkomsten van een uur. Het lesmateriaal werd geleverd door uitgeverij Holland Publishers B.V. van de heren G.P. Boogaard uit Bosch en Duin en L.A. de Vries uit Leidschendam. Zij waren tevens de eigenaren van het NATIONAAL INSTITUUT VOOR ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN (NIOW v.o.f.) waarvoor ik reeds vanaf 1975 Spaanse lessen had verzorgd in Arnhem. De boekhouding werd op een simpele doorschrijfboekhouding gevoerd. Van rechtspersonen hadden wij in die tijd nog geen verstand.

1979 FRANS-SPAANS INSTITUUT B.V.
Het NIOW was in die tijd een succesvol bedrijf. In een gesprek dat ik ooit in de Mesdaglaan 1 met G.P. Boogaard heb gevoerd had hij mij laten weten dat hij in zijn beste tijd elfduizend cursisten heeft gehad. Het succes van zijn bedrijf kwam voornamelijk voort uit de ongecompliceerde organisatievorm waarbinnen een beperkt produktengamma werd uitgezet in een breed netwerk van cursusplaatsen in de grote steden. Cursussen Engels voor beginners (Elementair I) tot de opleidingen voor de examens First Certificate en Proficiency van de universiteit van Cambridge die in Nederland door The British Council werden georganiseerd. Dezelfde cursussen Engels werden in een aantal kleinere plaatsen ook georganiseerd door het gespecialiseerde INSTITUTE OF ENGLISH STUDIES dat vanuit VEENENDAAL werd gerund door de heer P.W. (Paul) Karis en zijn echtgenote. Het was een BV met de heren Boogaard, De Vries en Karis als enige aandeelhouders. Zij hebben mij in 1978 bezocht in Wijchen met het voorstel een gespecialiseerd instituut Spaans en Frans op te zetten à la INSTITUTE OF ENGLISH STUDIES. Gezien mijn zevenjarige vooropleiding (1970-1977) zou ik gekozen hebben voor een gespecialiseerd instituut in de Spaanse taal met de naam
INSTITUTO CERVANTES. Maar voor uitsluitend cursussen Spaans was de markt te krap om er een boterham mee te verdienen. Daarom hebben wij toen de BV FRANS-SPAANS INSTITUUT (FSI BV) opgericht. De heer Boogaard droeg zorg voor de oprichtingsacten. Het aandelenkapitaal bedroeg 40.000 gulden (?). Ik heb hierin een belang genomen van 25.000 gulden (?). De heren Boogaard, De Vries en Karis namen ieder een participatie van 5000 gulden (?) plus een prioriteitsaandeel, voor zover ik mij kan herinneren. Hierdoor werd ik directeur-werknemer (dus geen CEO), waardoor ik mijn rechten op de sociale voorzieningen als voormalig onderwijzer kon behouden. Voor het gebruik van de know how van de heren werd 45.000 gulden op voorhand ten laste gebracht van het bedrijfsresultaat in het eerste jaar, in verband met het exclusiviteitsrecht (license-fee). We zijn begonnen op mijn huisadres in de Nachtegaalstraat 28 in Wijchen. In juli 1979 nam ik als onderwijzer ontslag van de school aan de Dobbelmannweg in Nijmegen waar ik vanaf 1971 voor de klas had gestaan. We lieten een dakkapel bouwen en op onze zolder werd het eerste kantoor ingericht. We begonnen met een bureau, een stencilmachine, een kopiëermachine, een IBM-schrijfmachine, een zogenaamd PAS-dozensysteem voor alle kantoorbenodigdheden, een telefoon met twee lijnen die zowel op de kantoorkamer als in de woonkamer kon worden gebruikt en een zogenaamd Monodex-systeem, ook wel "het blauwe systeem" genoemd. Het was een blauwe plastic standaard voor op het bureau dat ik aan de wand had gemonteerd. Hierin bevonden zich tabbladen waarin dikke kartonnen stroken konden worden gestoken. Voor elke geplande cursusplaats was er zo'n blad en zo'n strook en ook voor elke geplande cursusgroep. Voor elke cursist en docent maakten we een strookje op de schrijfmachine. Dit was de meest rudimentaire vorm van wat later een database zou gaan worden. Voor de aanmeldingen gebruikten wij voorbedrukte inschrijfformulieren, zogenaamde vti's (verzoeken tot inschrijving) en bvi's (bewijzen van inschrijving). Voor automatische tekstverwerking gebruikten wij een zogenaamde Scribona. Dat was een op een bureau gemonteerde schrijfmachine met een geheugen dat gekoppeld was aan een magneetband. Op die magneetband stonden 500 selectienummers voor 500 verschillende documenten (van 000 tot 499). Ter voorbereiding van de start van mijn instituut ging ik in de winter van 1979 elke vrije woensdagmiddag naar VEENENDAAL om daar namens de door de heren Boogaard en De Vries opgerichte Stichting Nationaal Onderwijs met behulp van de Scribona leslokalen aan te vragen bij de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten waar wij onze cursussen hadden gepland. De Scribona was indertijd het hart van de organisatie. Hij ratelde dag en nacht. Zowel in VEENENDAAL als op het NIOW-kantoor van de heer De Vries in 's-Gravenhage. In die tijd werden ook de docenten voor de geplande cursussen aangetrokken op free lancebasis. Als lid van een werkgroep Spaanse leerganganalyse onder leiding van mijn voormalige docent vakdidaktiek Dr Cees van Esch trok ik de meeste docenten Spaans aan van de huidige Radboud Universiteit. De docenten Frans kwamen hoofdzakelijk uit het relatiecircuit van mijn jongste zus die bij De Gelderse Leergangen de tweede graads docentenopleiding Frans en Engels had voltooid. Het FRANS-SPAANS INSTITUUT werd in 1979 dus een volledige JOINT VENTURE met het INSTITUTE OF ENGLISH STUDIES (IES). De cursussen Engels van het WIJCHENS TALEN INSTITUUT werden bij het IES ondergebracht. Ik deed alles in volledige samenwerking met Paul Karis en startte bij de planning met 24 cursusplaatsen binnen een straal van 120 kilometer rondom Wijchen met uitlopers tot Bussum, Emmeloord, Roosendaal en Hengelo (Ov.). Cursisten werden geworven middels een strooifoldercampagne door INTERLANDEN SPREIGROEP. Daartoe hadden we strooifolders laten drukken met twee antwoordkaarten. De zomermaanden waren buitengewoon hectisch en veel tijd voor een privéleven was er niet. Nochtans was de start veelbelovend. Wij begonnen met 750 cursisten verdeeld over zo'n 45 groepen. Gedurende het cursusjaar 1979/1980 wijdde ik mij - vanuit mijn onderwijskundige achtergrond - hoofdzakelijk aan de contacten met mijn docenten middels lesbezoeken en besprekingen op de zaterdagen, alsmede aan productontwikkeling voor het nieuwe cursusjaar.

1980/1981 HET TWEEDE CURSUSJAAR VAN HET FRANS-SPAANS INSTITUUT
Het was mijn intentie onze cursisten en docenten zolang mogelijk aan onze organisatie te binden. Daarom boden wij gedurende het bestaan van onze organisatie jaarlijks een vervolgopleiding aan aan onze cursisten. Dit jaar had ik besloten het FSI verder uit te ontwikkelen tot een gespecialiseerd instituut in romaanse talen en heb toen ook het Italiaans en Portugees in het programma opgenomen. Voorts uitgebreid naar 35 cursusplaatsen met uitlopers naar Heerlen en Maastricht in zuidelijke richting en Bergen op Zoom in het westen. Dit was mijn meest succesvolle jaar. De cursistenwervingscampagne heb ik toen zeer intensief aangepakt en daarbij veel medewerking ondervonden van plaatselijke huis-aan-huis-kranten. Deze free publicitykanalen leverden mij veel cursisten op in plaatsen waar we het niet zouden verwachten als Boxtel, Druten, Grave en Elst (Gld). Het cursistenaantal verdubbelde bijna tot 1450. Ik denk dat mijn imago als "succesvolle Nederlandse zakenman" als vermeld in aangehecht artikel "De verloofde van Diana" in Het Parool van 27 mei 2006 in die tijd is ontstaan.

Het schortte echter nogal aan kwaliteit van het geboden onderwijs vanuit didactisch standpunt bezien. Mijn collega's van IES en NIOW bouwden hoofdzakelijk voort op de verworvenheden van het toenmalige erkend schriftelijk onderwijs van instellingen als Nederlands Talen Instituut (NTI) en Leidse Onderwijs Instellingen (LOI). De cursisten dienden een lesmap te kopen van hun uitgeverij Holland Publishers BV met hoofdzakelijk grammatica- en vertaaloefeningen. Daarmee kreeg ik mijn cursisten echter niet aan het communiceren in Spanje. Daarom ben ik in dit jaar ook een samenwerking aangegaan met het instituut SAMPERE uit Madrid. Het werd een uitwisselingsprogramma op het gebied van lesmateriaal en cursisten. In de lijn van mijn vakcollega's Peter Slagter (tv-presentator van VAMOS A VER, VAMOS A VER MÁS en POR FAVOR voor TELEAC) en Kees van Esch heb ik getracht langzaam over te schakelen van de grammatica-vertaalmethode naar de zogenaamde functioneel-notionele benadering. Kijken we nu naar de marktontwikkeling.

1980: RAMPJAAR VOOR NIOW EN IES
Terwijl ik mij mocht verheugen in een sterke groei ging het bij mijn zusterinstellingen NIOW en IES volledig mis. Enigszins vergelijkbaar met de huidige economische crisis, maar dan op bedrijfsniveau. Het particulier initiatief is altijd de voortrekker geweest van nieuwe ontwikkelingen die gauw door andere partijen worden gevolgd. Dat gold in dit jaar met name ten aanzien van de opkomst van gesubsidiëerde dag/avondscholen voor volwassenen die cursussen Engels aanboden tegen prijzen waartegen particuliere instellingen niet konden concurreren. Dit leidde tot een gigantische terugval in cursisten Engels bij beide instellingen. Het IES viel terug van 3300 op 1850 cursisten. Er diende dus te worden gereorganiseerd.

DE REORGANISATIE
In die tijd werd er op de Mesdaglaan 1 te Bosch en Duin een vergadering belegd met als aanwezigen de heer L.A. de Vries, het echtpaar G.P. Boogaard, het echtpaar P.W. Karis en het echtpaar J.L. van der Heyden. Wij waren het met ons allen eens dat er drastische maatregelen getroffen dienden te worden om de zogenaamde NIOW-groep in leven te houden. Op de eerste plaats diende er drastisch te worden bezuinigd. Besloten werd tot omzetting van de drie bedrijven in drie afzonderlijke besloten vennootschappen. Aangezien het FSI financieel geen verliesposten kende werd deze vennootschap omgezet in een fifty/fifty partnership met LINGUARAMA UNITED KINGDOM van talengoeroe Richard Lewis onder de naam LINGUARAMA NEDERLAND BV. De heer Paul Karis werd tot directeur benoemd van deze nieuwe activiteit. Een succesvolle activiteit van het NIOW waren op dat moment hun trainingen geweest die intern in bedrijven werden verzorgd. Mijn medeaandeelhouders hadden derhalve besloten tot de oprichting van twee BV's met dezelfde naam. NIOW V.o.f. werd omgezet in NIOW BMO BV (BMO staat voor buitenschools mondeling onderwijs), waarin alle bedrijfsinterne opleidingen werden ondergebracht en het INSTITUTE OF ENGLISH STUDIES onderging een naamsverandering en werd omgedoopt tot NIOW-TALEN BV. Hierin werden alle cursorische activiteiten ondergebracht welke in den lande in schoolgebouwen door FSI, IES en NIOW werden verzorgd. Dit leverde met name een fixe kostenbesparing op. De lesduur van de meeste cursussen werd teruggebracht van 1 1/4 uur tot 1 uur en er werden drie achtereenvolgende cursussen tussen 19:00 en 22:00 op een avond gepland teneinde te bezuinigen op lokaalhuur en docentkosten (reiskosten per cursusgroep). Dit leek financieel interessant vanuit bedrijfskundig oogpunt, maar deze fictieve cursusprijsverhoging heeft ook veel cursisten gekost. Bij de start van het nieuwe bedrijf rekenden wij op 7000 cursisten uitgaande van de bestaande aantallen. Het werden er uiteindelijk 5.800 en ik werd de directeur. De heer Boogaard heeft nog op dezelfde avond - na onze mondelinge goedkeuring - besloten tot de aankoop van het pand Boslaan 6 in ZEIST om daarin het zenuwcentrum van de organisatie onder te brengen. Het IES-kantoor op De Schelf in VEENENDAAL werd met een ton verlies verkocht en LINGUARAMA NEDERLAND werd in de Boslaan 6 ondergebracht in het kleine kamertje links naast de ingang. Door succesvol onderhandelen heb ik en mijn toenmalige echtgenote ons huis in Wijchen kunnen verkopen en met eigen middelen het pand Plattenberg 2 te Maarn verworven. Dit fusieproces staat ook beschreven in mijn NIEUWSBRIEF 001. Ik citeer: Dit verhaal doet mij denken aan een situatie in 1982. Mijn toenmalige echtgenote P.E.M. van Hulst en ik hadden in twee jaar tijd - van 1979 tot 1981 - in goede harmonie met het INSTITUTE OF ENGLISH STUDIES in VEENENDAAL een bloeiend bedrijf opgebouwd. In het eerste jaar 750 cursisten. In het tweede jaar 1450 cursisten. In 1981 kwam het IES en het NIOW in grote problemen. In opdracht van de heer G.P. Boogaard heeft het accountantskantoor Klijnveld-Kraayenhoff en Meijburg & Co te Utrecht een reorganisatievoorstel laten maken. In het voorjaar van 1981 heeft toen een bespreking plaatsgevonden ten huize van de heer G.P. Boogaard in de Mesdaglaan 1 te Bosch en Duin. Hierbij waren aanwezig: de heer G.P. Boogaard en zijn echtgenote M. Boogaard-Mackay; de heer P.W. Karis en zijn echtgenote Jopie Rieker; De heer L.A. de Vries; de heer J.L. van der Heyden en diens toenmalige echtgenote P.E.M. van Hulst. Tijdens die bijeenkomst is tot reorganisatie van de groep besloten. De vergadering is niet goed genotuleerd. Er zijn op die avond - met name door de heer Boogaard - mondelinge toezeggingen gedaan die achteraf niet zijn nagekomen. Het water stond de heren tot aan de lippen. Na afloop van de bespreking heeft het gezelschap een bezoek gebracht aan het pand Boslaan 6 te ZEIST, dat in die tijd te koop stond. De heer Boogaard bleek achteraf al tot aankoop van dat pand te hebben besloten en had daartoe uiteraard onze goedkeuring nodig. Hij heeft mij op die avond laten weten dat het pand eigendom zou worden van de nieuwe vennootschap NIOW-TALEN B.V., een omzetting van het INSTITUTE OF ENGLISH STUDIES B.V., waarover ik de directie zou gaan voeren. Mijn bedrijf Frans-Spaans Instituut B.V., waarin de heren de Vries en Boogaard een prioriteitsdaandeel hadden, werd dan omgezet in LINGUARAMA NEDERLAND B.V. als werkmaatschappij van het Britse
LINGUARAMA UNITED KINGDOM van Richard Lewis, voormalig docent Engels aan het Keizerlijk Hof van Tokyo en auteur van de BBC-serie WALTER AND CONNIE. Mijn directiefunctie is daarbij toen overgenomen door de heer P.W. (Paul) Karis. Hij kreeg een vijftig procent belang in het nieuwe bedrijf. De andere helft kwam in handen van het Britse moederbedrijf, waarvan de belangen werden behartigd door het bedrijf Bucele in Zwitserland, als ik mij niet vergis. Snel werden de maatregelen getroffen. Het pand aan de Boslaan werd aangekocht. De administraties werden gecentraliseerd. 'Het NIOW' verhuisde van het pand aan de Zamenhoflaan in ZEIST naar de Boslaan 6. NIOW-medewerkster Petra Koek nam met haar toenmalige partner Paul van der Lugt (bekend van radio en t.v.) haar intrek in dat voormalige NIOW-kantoor aan de Zamenhoflaan. De familie Van der Heyden verhuisde niet lang daarna naar de Plattenberg 2 te Maarn. Een jaar later was het rapport van Klynfeld Kraayenhoff en Meyburg & Co gereed en is in aanwezigheid van de hierboven vermelde personen - m.u.v. mijn voormalige echtgenote P.E.M. van Hulst - op hun kantoor te Utrecht gepresenteerd. Het rapport was onthutsend. Het pand aan de Boslaan 6 was niet - volgens afspraak - in de vennootschap NIOW-TALEN B.V. (aandeelhouders De Vries, Boogaard, Karis en Van der Heyden ieder 25%) ondergebracht, maar in de vennootschap NIOW B.M.O. B.V. (voortgekomen uit NIOW v.o.f., aandeelhouders Boogaard en de Vries, ieder 50%). Het rapport was voor de heer Karis aanleiding om zich direct uit die constructie terug te trekken met mijn voormalige bedrijf en ging met LINGUARAMA NEDERLAND B.V. verder in een pand aan de Venestraat te 's-Gravenhage, niet ver van Paleis Noordeinde.

Tijdens een daartoe gehouden bespreking in de Tweede Schuytstraat te 's-Gravenhage in oktober 1982 is tot terugtrekking van de heer Karis uit de groep besloten en notariëel vastgelegd door het notariskantoor Beusekom en Van Dijk aan de Groot Hertoginnelaan. Er is toen ook besloten tot een nieuwe aandelenverhouding binnen NIOW-TALEN B.V. (Van der Heyden 1/3, Boogaard 1/3, De Vries 1/3). Aangezien de heren Boogaard en de Vries binnen NIOW B.M.O. B.V. ieder 50% van de aandelen bezat verloor Van der Heyden de facto de zeggenschap over zijn eigen bedrijf. Het rapport van Klynfeld Kraayenhof, ook wel KKC-rapport genoemd, gaf voorts nog aan dat NIOW-TALEN B.V. voor meer dan Hfl. 600.000 aan dubieuze debiteuren had openstaan op een omzet van Hfl. 2 mio. Hierdoor verwerd mijn taleninstituut van opleidingsbedrijf tot incassobureau, waarmee ik nooit enige affiniteit heb gehad. Tot en met 1987 heb ik gezien hoe mijn bedrijf werd leeggezogen. Reden waarom ik mij in dat jaar uit die constructie heb teruggetrokken. Met name de belangenverstrengeling inzake de zogenaamde 'Stichting Nationaal Onderwijs' was voor mij niet langer acceptabel.

1981/1982 EERSTE JAAR NIOW-TALEN
Dit was - ondanks het bovenstaande - het mooiste jaar van ons bedrijf. Ik werd verantwoordelijk voor de samenvoeging van drie netwerkorganisaties tot een geoliede landelijk opererende organisatie in 75 cursusplaatsen en delegeerde de plaatselijke coördinatie aan 28 districtleiders in 28 districten. De basis voor automatisering van de administratieve organisatie was gelegd.

1982/1983 AUTOMATISERING VAN HET BEDRIJF
Nadat wij in twee jaar tijd de financiële problematiek van het bedrijf tot een goed einde hadden gebracht en er weer ruimte was voor nieuwe groei heb ik mij na het vertrek van onze computerspecialist Paul Karis ervoor ingezet om de administratie van het bedrijf te automatiseren. Daartoe had de heer Boogaard de heer Henk Cozijnsen uit de Griffensteynselaan in ZEIST ingeschakeld die daartoe ten bedrage van 25.000 gulden een vooronderzoek heeft verricht. Op zijn advies hebben wij ons nadien gewend tot het automatiseringsbedrijf MINIHOUSE van de heer THEO MULDER uit Alphen aan den Rijn, het huidige
MULTIHOUSE AUTOMATISERING aan de Doesburgweg 7 in Gouda met in die tijd een dépendance in Apeldoorn. Besloten werd tot de aankoop van een PDP 11/23 bij Digital in Utrecht met een opslagcapaciteit van twee schijven van 10 megabytes. Eén schijf voor de programma's en de tweede voor de bestanden. Uitsluitend databases. Hieraan gekoppeld een console en drie werkstations. De computer (Centrale Verwerkings Eenheid/Central Processing Unit CPU) werd geplaatst in de voormalige kamer van de heer Karis, die na zijn vertrek werd ingenomen door mevrouw Marianne Boogaard MacKay. Zij zou hierop later de boekhouding gaan voeren voor alle aangesloten bedrijven, t.w. NIOW-TALEN BV, NIOW-BMO BV, STICHTING NATIONAAL ONDERWIJS, HOLLAND PUBLISHERS BV en INSTITUUT VOOR BEDRIJFSKUNDIGE OPLEIDINGEN (IBO) BV. Voor deze boekhouding kon gebruik gemaakt worden van het bestaande boekhoudprogramma FARAO. Voor NIOW-TALEN werd speciale applicatiesoftware ontwikkeld in DIBOL met de naam ORAKEL. Het eerste scherm bevatte de BASISGEGEVENS van de verschillende administraties: CURSUSSEN, CURSUSPLAATSEN, CURSISTEN, DOCENTEN en een statistiekprogramma. Deze administraties werden gekoppeld aan het boekhoudprogramma FARAO. Om dit programma te leren kennen heb ik met onze procuratiehoudster MARIANNE BOOGAARD MACKAY voor 1250 gulden in Gouda een tweedaagse cursus gevolgd. Het bij het programma behorende handboek was zo dik als de DON QUIJOTE DE LA MANCHA. Marianne Boogaard was goed in de materie thuis, aangezien zij al vanaf de start van het NIOW altijd de boekhouding had gevoerd. Ik beschikte voordien niet over haar deskundigheid op dat gebied, maar heb toen een globaal beeld gekregen van hoe het programma werkte. Ik was met name enthousiast over de in het programma opgenomen KOSTENPLAATSENADMINISTRATIE. Door een koppeling te maken met de verschillende districtcodes zou ik dan ook inzicht krijgen in de financiële positie van de 28 verschillende districten en hun districtleiders. Dit zou mij bij NIEUW ELAN later ook van pas komen inzake de aldaar gevoerde PROJECTENADMINISTRATIE met hetzelfde programma FARAO. In dit verband hebben wij met de zogeheten NIOW-GROEP toen een flinke veer moeten laten. De in FSI-tijd in rekening gebrachte know how-vergoeding van 45.000 gulden werd door mijn medeaandeelhouders teruggebracht tot 30.000 gulden. Dit betrof een vergoeding voor het exclusieve gebruik van de know how die mijn collega's tijdens de ontwikkeling van hun bedrijf hadden opgebouwd. Ten behoeve van de automatisering hebben wij toen die exclusieve kennis logischerwijs aan de heer Cozijnsen moeten overdragen voor zijn onderzoek. De invoering van het computersysteem zou een relatief zware investering worden op een omzet van ongeveer 1,8 miljoen gulden. De kosten zouden kunnen worden gedrukt wanneer MINIHOUSE het voor ons ontwikkelde ORAKEL-programma zou mogen doorverkopen aan een ander instituut. Gezien onze budgettaire beperkingen hadden wij geen andere keus en zijn daar toen mee accoord gegaan. Het gehele project werd voor 300.000 gulden geoffreerd. In november 1982 heb ik met mijn collega's Boogaard en De Vries die investeringsbeslissing genomen. 125.000 voor de hardware en 175.000 voor de software. Het systeem werd opgeleverd in maart 1983 en vanaf dat moment werd de applicatiesoftware op het adres van MINIHOUSE in Gouda ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van hun projectleider JOHAN VAN ZUIDAM. De input werd geleverd door mij. De eerste maanden werden de basisgegevens CURSUSSEN, CURSUSPLAATSEN, CURSISTEN en DOCENTEN op het systeem gezet. In die tijd - een relatief rustige periode gedurende de maanden maart en april - hield ik mij met mijn personeel grotendeels bezig met het "inkloppen" van de bestaande en geplande bestanden. Elke cursus kreeg een cursuscode van drie posities, elke cursist een cursistcode bestaande uit de eerste vier letters van de achternaam, de eerste drie letters van de woonplaats en een volgnummer voor het geval er verschillende cursisten met dezelfde cursistcode zich voordeden zoals Jansen uit Nijmegen (JANSNIJ1 etc.). Dit gold ook voor de docenten. Voor de CURSUSPLAATSEN gebruikten wij de eerste drie cijfers van het postcodesysteem. Vandaar dat ik praktisch elk plekje op de Nederlandse landkaart weet te vinden en elke gebeurtenis in samenhang als een soort helderziende weet te plaatsen. Mede door mijn persoonlijke contacten met al die mensen binnen dit netwerk als SPIN IN HET WEB en vanaf november 1982 als medebestuurslid van de VERENIGING VAN INSTELLINGEN VOOR BUITENSCHOOLS MONDELING ONDERWIJS (VBMO) tot augustus 1988.

WAAR EN WANNEER ONTSTONDEN DE PROBLEMEN?
In de zomermaanden van 1983 kwamen wij serieus in de problemen. De geautomatiseerde afhandeling van de cursusgeldenadministratie werd besproken tussen de heer
VAN ZUIDAM en MARIANNE BOOGAARD-MACKAY terwijl ik verantwoordelijk was voor het gebruik van ORAKEL. Ik kreeg daarbij de opdracht alle nieuwe systeemonderdelen te testen. Een disaster van de eerste orde. Bij MINIHOUSE werkte het FARAO-team in Apeldoorn en het ORAKELTEAM in Gouda. Van een duidelijke onderlinge afstemming bleek nauwelijks sprake. In augustus, de drukste tijd van het jaar, werden de laatste programmaonderdelen geïmplementeerd. Van mij werd door MINIHOUSE in die tijd verwacht dat ik het programma zou testen terwijl op ons kantoor de telefoon roodgloeiend stond. In die inschrijfperiode dienden wij met een beperkte bezetting zo'n 40.000 tot 50.000 reacties te verwerken. Mede in verband met een speciale huis-aan-huiskrant die onder 3,3 miljoen Nederlandse gezinnen werd verspreid. Met een landelijke dekking. De krant werd geproduceerd door mijn districtleider in de provincie Zeeland, de heer Ben Flore te Goes, in samenwerking met het bedrijf Hansnel in Utrecht. Van alle in de cursussen geïnteresseerden schreef zich in de regel 10 procent in en wij streefden naar een bestand van 7000 cursisten. Daarop was ook onze begroting gebaseerd. Uiteindelijk werden het er 'slechts' 3500. Om onze exploitatie kloppend te houden dienden wij ons te wenden tot een bank. Directeur Minnaar uit Langbroek van de Crediet & Effectenbank aan de Boulevard in ZEIST is ons toen terwille geweest. Het zou een jaarlijks terugkerend exploitatietekort blijven van 150.000 gulden die als een molensteen om onze nek bleef hangen. Het voert te ver om hier in een kort tijdsbestek uit te leggen waar de boekhoudkundige problemen zich voordeden, maar ik weet nog exact waar die problemen zaten. Mijn collega Boogaard had daar echter geen helder beeld van. Er ontstonden verschillen in de bedragen die op de girorekening van NIOW-TALEN BV binnenkwamen en de bedragen die in FARAO waren geregistreerd. Die bedragen kwamen hoger uit, waardoor de indruk werd gewekt dat er geld verdween. Dat was echter geenszins het geval. Het kwam voort uit de beginsituatie waarbij abusievelijk inschrijvingen dubbel werden geregistreerd en er geen koppeling in het programma bestond waarin bij het verwijderen van cursistgegevens de aangemaakte openstaande posten bleven 'hangen'. Dit gaf een vertekend verwachtingspatroon. Ik heb begrepen dat wij niet het enige bedrijf zijn geweest met dit probleem. Achteraf begrijp ik nu ook waarom mijn collega's in 1987 hadden besloten de cursusgelden voor onze tolk-vertalersopleiding op de rekening van NIOW-BMO BV te laten binnenkomen. Ik had daar echter - terwijl mij geen décharge was verleend - geen toestemming voor gegeven. Ten gevolge van deze problematiek ben ik enkele jaren niet in staat geweest om de juiste jaarstukken te laten produceren waarop ik mijns inziens in 1988 terecht ben aangesproken.

APPLE IIC
Ik vervolg met het automatiseringsgebeuren. In de winter van 1987 heb ik in de Hilvertshof in Hilversum - in privé - voor Hfl. 2500,- een computertje gekocht met een tekstverwerkingsprogramma, spreadsheet en database. Het was een Apple IIC. Het werkte nog met floppy disks en het was de eerste gelegenheid waarbij ik met een spreadsheet leerde werken. Uitstekend geschikt voor een kosten-baten analyse en het vervaardigen van een financiële prognose voor het nieuwe cursusjaar. Ik had mij in die tussentijd ook iets meer in de accountancy verdiept. Hiermee had ik berekend dat het mogelijk was om het bedrijf NIOW-TALEN BV in het seizoen 1987/1988 zonder verliesposten af te bouwen. Er diende dan wel te worden gewerkt aan een nieuw toekomstperspectief van de terugtredende directeur.

VERTREK ALS NIOW-DIRECTEUR
Als lid van de vakbond UNIE BLHP zijn er toen in het voorjaar van 1987 onderhandelingen gevoerd onder leiding van mijn toenmalige buurman en vakbondsbestuurder H.J. Neuman. Ik had inmiddels al drie burn outs achter de rug als gevolg van de toenmalige volksziekte nummer één: de managersziekte. De gesprekken hebben plaatsgevonden in Hotel Kerckebos in ZEIST op 17 en 21 maart 1987. Tijdens deze gesprekken heb ik een juridische procedure afgedwongen om onze verschillen van inzichten door een rechter te laten beoordelen, nadat de heer De Vries had laten weten dat een bestuurder hoofdelijk aansprakelijk kon worden gesteld ten gevolge van de in die tijd nieuw aangenomen anti-misbruikwet. Hierdoor ontstond een juridisch steekspel tot oktober 1988. Dat begon met mijn door de UNIE BLHP afgedwongen ontslag op 7 juli 1987 op het advocatenkantoor Derks, Star, Busman te Utrecht nadat ik de twee computerschijven - die ik in verband met mogelijk brandgevaar op de Boslaan om veiligheidsredenen ook op mijn huisadres bewaarde - op verzoek van mijn procuratiehoudster Boogaard-MacKay had overgedragen aan mevrouw MIEKE DE BRUIN van het IBO.

SBO, NIEUW ELAN EN DON QUIJOTE
In 1986 heeft RENÉ DE JONG uit s'Gravenhage het instituut DON QUIJOTE opgericht als voortzetting van mijn samenwerkingsactiviteit met ESTUDIO INTERNACIONAL SAMPERE te MADRID. Aangezien hier mijn hart lag, de cursistenaantallen van NIOW-TALEN jaarlijks terugliepen en de organisatiestructuur onwerkbaar werd, ben ik mij in die tijd meer gaan oriënteren op de Nederlands-Spaanse handelsrelatie en de contacten die ik inmiddels binnen dit netwerk had opgebouwd vanaf juli 1968. In 1985 had ik in samenwerking met de zoon van mijn buurman Neuman (drs economie) een onderzoek voor NIOW-TALEN laten uitvoeren door een groep studenten van de HEAO te Alkmaar naar nieuwe opleidingsmogelijkheden voor ons bedrijf. In 1986 had ik behoefte aan meer marktgegevens inzake opleidingsbehoeften voor hispanisten (afgestudeerde Spanjekenners) in de Nederlands-Spaanse handelsrelatie. Daartoe heb ik in die tijd een nieuwe stichting opgericht met de latere naam Stichting Beroepsgerichte Opleidingen (SBO) teneinde hierin van het NIOW onafhankelijk onderzoek te laten verrichten. Daartoe heb ik toen - samen met mijn toenmalige studiecoördinator en mijn toenmalige free lance districtleidster in Amstelveen DRS HELEN PORCELIJN - contact gekregen met het arbeidsbureau in Amsterdam. Wij kregen toen een goede medewerking van de heer Peter Stoks, marketing manager bij het arbeidsbureau aan de Singel. Op kosten van het arbeidsbureau werd een behoefteonderzoek uitgevoerd in het World Trade Centre in Amsterdam en op de Luchthaven Schiphol. De resultaten van dit onderzoek gaven aan dat er een zeer belangrijk arbeidsmarktgebied braak ligt binnen de relatie Nederland en de Spaanstalige wereld terwijl de kaartenbakken van de arbeidsbureaus gevuld waren met hoogwaardig geschoolde afgestudeerde academici. Ik bleef derhalve geïnteresseerd in de doelgroep afgestudeerde hispanisten en besloot daarvoor een arbeidsmarktplan te maken. Het arbeidsbureau had de SBO ook een opleidingsproject tot Internationaal Stafmedewerker gegund met een begroting van 300.000 gulden, waardoor ook een deel van de stichtingskosten konden worden vergoed. Dit project was weer een gevolg van het advies dat ik als VBMO-bestuurslid op het Ministerie van Onderwijs in Zoetermeer had gekregen om - als door de arrondissementsrechtbank te Utrecht beëdigd vertaler in en uit de Spaanse taal - een tolkenopleiding in Nederland op te zetten.

Vanaf 28 januari 1988 is er een juridische civielrechtelijke procedure gevoerd. De rechtbank van Utrecht heeft terzake op 9 augustus 1989 vonnis gewezen. In die tussentijd heb ik vanaf november 1988 tot en met oktober 1989 deelgenomen aan een door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekostigde managementopleiding van DE BAAK/NIEUW ELAN met de naam Assistant-to-the-Manager (AtM). Voor deze cursusgroep waren 1250 kandidaten. Na een intensieve testperiode werd ik als een van de oudste cursisten tot deze voor mij verrijkende opleiding toegelaten. Een keer per maand werd er een cursusmodule van drie tot vijf dagen verzorgd in de lokaties Hotel Belvedere te Noordwijk, Congrescentrum Woudschoten te ZEIST, het Huis te Eerbeek en een lokatie in Amsterdam Osdorp. Binnen dit kader werd ik als stagiair geplaatst bij het opleidingsinstituut zelf en constateerde al direct dezelfde problematiek als in mijn vorige werkkring. Nu werd mijn medewerking echter wél op prijs gesteld. Ik leerde daar werken op een Apple Classic. Hiermee werkten alle cursusleiders die ik later met LIESBETH HALBERTSMA tot projectleiders heb omgedoopt. Wij werkten op een eenvoudig tekstverwerkingsprogramma in AppleWorks, een upgrade van de IIC. NIEUW ELAN-oprichter Tjeb Maris had inmiddels op mijn instigatie een Spanjeproject opgezet dat onder mijn leiding zou moeten worden uitgevoerd. Het werd een samenwerkingsproject tussen DE BAAK/NIEUW ELAN, de Nederlandse en Spaanse Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met de werkgeversorganisaties VNO en CEOE van beide landen, het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering (NCH), de Universidad Complutense in Madrid en het instituut CERYSE in Madrid onder leiding van voormalig directeur DON JULIO SAMPEDRO van PHILIPS IBÉRICA. Binnen mijn stageproject had ik een adviesbureau in ontwikkeling met de naam SPAIN CONSULT. In juli 1989 heb ik voor RADIO NEDERLAND WERELDOMROEP in het Spaans een interview afgegeven over bovenstaand project - dat in Spanje de naam NUEVO ESPÍRITU droeg - ten overstaan van de heer CONSTANTINO DE MIGUEL in het programma EXPERIENCIAS HOLANDESAS hetgeen nog staat vermeld in de brief van 17 juli 1989 van de heer SAMPEDRO.

Dit project ­ dat op 1 september 1989 in HOTEL WIENTJES te Zwolle van start is gegaan - heb ik niet meer onder mijn verantwoordelijkheid kunnen uitvoeren omdat mijn aandacht werd gevraagd voor de oplossing van een intern organisatie-probleem bij het opleidingsinstituut zelf.

OKTOBER 1989 START SAMENWERKING MET LIESBETH HALBERTSMA
In oktober 1989 is de juridische problematiek inzake SBO en NIOW tijdens een comparitie van partijen op de Arrondissementsrechtbank te Utrecht definitief afgerond. In die tussentijd had mijn zelf ontwikkelde spreadsheetprogramma goede diensten verricht. Ik had inmiddels van de bij NIEUW ELAN lopende projecten een kosten-batenanalyse gemaakt, inclusief de vaste kosten van de activiteit en de bijdrage aan de vaste kosten per project. Mijn berekeningen toonden aan dat de in ontwikkeling zijnde STICHTING NIEUW ELAN bij de start onder leiding van toenmalig VNO-voorzitter CEES VAN LEDE zou moeten starten met een exploitatietekort van 2 miljoen gulden op een omzet van 7 miljoen. De heer VAN LEDE zou in dat geval hoofdelijk aansprakelijk worden voor de door de stichting te lijden schade. De directie van DE BAAK heeft toen een ijzersterke strategische zet gedaan door mij vanaf 1 november 1989 te koppelen aan LIESBETH HALBERTSMA. Liesbeth had een soortgelijke achtergrond. Doctoraal afgestudeerd andragologie en organisatiekunde. Afkomstig van het adviesbureau BOER & CROON en met affiniteit met en kennis van de accountancy. Maar juridisch het allerbelangrijkste: zij gebruikte bij DE BAAK hetzelfde computerprogramma ORAKEL en FARAO en was ook geconfronteerd met dezelfde problematiek. Haar collega
ELLIE VAN EGMOND was de systeembeheerder en deed hetzelfde werk als ondergetekende bij NIOW-TALEN. De administratie voor NIEUW ELAN werd in Hotel DE BAAK in Noordwijk gevoerd door COLETTE VAN HOUTEN. Zij had een aardig beeld van de projectenadministratie middels de KOSTENPLAATSENADMINISTRATIE van FARAO. Echter geen volledig beeld van kosten en baten en BIJDRAGEN PER PROJECT AAN DE VASTE KOSTEN. Ik moest hieraan denken tijdens onze bespreking afgelopen 18 februari in Bilthoven toen er werd gesproken over het toekennen van volledige verantwoordelijkheid over een project aan een projectleider. Dat ging in die tijd bij NIEUW ELAN volledig de mist in. Projectleiders maakten contractafspraken met hun opdrachtgevers zonder daarbij de kosten van het management in hun offertes mee te berekenen. Dit heeft er in januari 1990 toe geleid dat de gehele top van het management van NIEUW ELAN moest worden ontslagen en het bedrijf nog enige tijd kon worden voortgezet onder leiding van mij en Liesbeth totdat de activiteit definitief van DE BAAK kon worden ontkoppeld in juni 1991 nadat ik haar op 5 januari van dat jaar had laten weten met de ontwikkeling van een opleidingsinstituut in Spanje aan het werk te willen.

HET COMPUTERNETWERK VAN NIEUW ELAN
Bij NIEUW ELAN ben ik ook verantwoordelijk geweest voor de automatisering. Ik citeer hiertoe het door LIESBETH opgestelde en door DRS H.W. LULOFS ondertekende getuigschrift van juli 1991:

"Noordwijk, juli 1991 Getuigschrift betreffende de heer J.L. van der Heijden L.S. De heer J.L. van der Heijden is werkzaam geweest bij onze activiteit NIEUW ELAN in de periode 30 oktober 1989 tot 15 juli 1991. Hij is begonnen als office-manager en hoofd van het secretariaat. In deze functie heeft hij planningssystemen en werkprocedures ontwikkeld en ingevoerd. Nadien is het secretariat hiërarchisch decentraal ondergebracht bij de medewerkers voor wie zij werken en verviel de functie van hoofd secretariaat. De heer Van der Heijden kreeg, mede door het vertrek van de staffunctionarissen PR en automatisering een ander takenpakket: hij werd verantwoordelijk voor de automatisering, zowel de hardware als de software. Taak was het in ontwikkeling zijnde netwerk af te maken. Ook viel onder zijn verantwoordelijkheid de registratie en archivering van personele gegevens en arbeidsvoorwaarden. Tot slot viel de portefeuille "algemene zaken" onder de heer Van der Heijden. Hieronder viel het regelen van de verhuizing van het bedrijf, de inkoop van kantoorartikelen en het opstellen van notulen, contracten, overeenkomsten en brochures. De heer Van der Heijden heeft zich steeds laten zien als een personeelslid met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, een grote betrokkenheid voor het geheel, een klantgericht optreden naar buiten en met gevoel voor kwaliteit en zorgvuldigheid in de door hem vervulde werkzaamheden. Door de overgang naar een andere organisatievorm is deze staffunctie komen te vervallen. Ondersteuning op het terrein van o.a. personeelsbeheer en automatisering zal in de toekomst door de moederorganisatie worden verschaft. Wij wensen de heer Van der Heijden veel success in zijn verdere loopbaan. Hoogachtend, Drs. H.W. Lulofs" Ik onderhield de contacten met Appledealer Stonehouse - thans - MacHouse - in Woerden en dat doe ik nu - na 18 jaar - nog steeds.

AUGUSTUS 1991: DE WEG NAAR EL DORADO
Dit betekende ook direct definitief het einde van mijn werkzaamheden voor DE BAAK. De ontslagonderhandelingen werden gevoerd op het kantoor van advocaat en procureur Mr. Gijsbrecht van Amstel te WIJK BIJ DUURSTEDE. Liesbeth heeft daarbij toen bedongen bij mijn verdere keuzeproces betrokken te blijven. Dit heeft de heer van Amstel toen in aanwezigheid van mijn zaakwaarnemer van de UNIE, de heer Kemper, medegedeeld.

Hiermee ben ik toen mondeling accoord gegaan. Vervolgens heeft Liesbeth mij op 17 juli 1991 in Utrecht een loopbaanadvies laten geven door de heer drs. Bert Schaake, directeur van Adviesbureau Psychotechniek B.V.

Met dat advies ben ik toen aan het werk gegaan en heb mij in de eerste week van augustus in mijn caravan teruggetrokken op de camping ELDORADO bij Mook-Plasmolen. Hier heb ik toen een netwerkanalyse gemaakt en in een case study vastgelegd waaruit ik nadien zwaarwichtige strategische keuzes heb gemaakt.

1992 VAN PARIJS NAAR SPANJE
Dit nieuwe keuzeproces leidde ook tot discrepantie binnen mijn huwelijk. Op advies van een voormalige collega - projectleidster LEONORE THOLEN bij NIEUW ELAN - hadden wij terzake een relatietherapeut ingeschakeld. De heer Steven Matthijsen in de Oranje Nassaulaan in ZEIST. Nadat wij in januari een bod op ons huis kregen en ik na een bezoek aan EXPOLANGUES in Parijs in februari een Valentijnskaart in Noordwijk had afgegeven hebben mijn toenmalige echtgenote en ik op 4 maart 1992 tot echtscheiding besloten op het advocatenkantoor van Mr. G.A.M. (Gijs) de Vries in Woudenberg. Hierover heb ik Liesbeth persoonlijk verslag uitgebracht op 22 april 1992 op ons kantoor aan de Parallelboulevard in Noordwijk. Zij vond dat "knap gedaan". Daarna ben ik op 30 april voor zes weken in mijn
MAZDA 626 naar Spanje vertrokken. Hiervan staat mijn reisverslag op het internet. In die tussentijd had ik op advies van de heer Van Amstel ook mijn handelsmerk INSTITUTO CERVANTES bij het Benelux Merkenbureau gedeponeerd en dat op de Spaanse ambassade aan toenmalig cultureel attaché mevrouw Alonso medegedeeld. Zij heeft mij toen laten weten dat de Spaanse overheid ook van plan was in Utrecht een Instituto Cervantes op te zetten onder verantwoordelijkheid van drie Spaanse ministeries. Reden waarom ik tijdens mijn reis door Spanje ook een bezoek heb gebracht aan de hoofdvestiging van dat Spaanse instituut in Alcalá de Henares op 18 mei 1992. Ik heb toen gesproken met toenmalig secretaris-generaal don Juan Gimeno Ullastres. Hij reageerde toen enthousiast op mijn plannen maar was van mening dat eerst het probleem van de naam moest worden opgelost. Afgelopen zomer had ik in Madrid na zestien jaar weer een ontmoeting met hem.

Deze keer als rector van de Spaanse UNIVERSIDAD EDUCATIVA NACIONAL A DISTANCIA (UNED), de Spaanse Open Universiteit. Naar aanleiding van zijn opmerking op 18 mei 1992 heb ik mij in dat jaar na terugkomst gewend tot het advocatenkantoor NAUTA DUTILH in Amsterdam en op hun kantoor op 8 oktober 1992 de STICHTING CERVANTES BENELUX opgericht. De ontwikkelingen die hieruit zijn voortgekomen staan volop beschreven op mijn website. Met name vanaf 31 juli 1996, de datum waarop ik heb besloten om alle binnen ons beleidskader bonafide activiteiten met de naam CERVANTES aan elkaar te koppelen. Vier kroonprinsen (BENELUX en SPANJE) en de moeder van een kroonprins (GROOT-BRITTANNIË) heb ik bij mijn plannen betrokken. Alles op eigen kracht conform Liesbeths advies (Bouw alleen op jezelf en op niemand anders) en met eigen middelen. Na Diana's overlijden op 31 augustus 1997 heb ik Liesbeth een volmacht verstrekt om alle juridische zaken met betrekking tot het handelsmerk Instituto Cervantes in de Benelux, de Stichting Cervantes Benelux en de Limited Company Instituto Cervantes England and Wales tot een goed einde te brengen in goede samenwerking met de daarbij betrokken juristen als Anthony Julius in Londen, Mr Gijsbrecht van Amstel in Bunnik, het Haags Juristen College, Mr Abraham Moszkowicz en Knijff merkenadviseurs in Weesp. Hoewel ik via Google heb vastgesteld dat mijn boek LETTERS TO DIANA PRINCESS OF WALES in de gehele Engelstalige wereld wordt verkocht (Canada, VS, Australië, India, Zuid-Afrika, Nieuw Zeeland, Groot-Brittannië, Ierland, etc.) en inmiddels een flink bedrag aan royalties moet hebben opgeleverd, heb ik nauwelijks enige royalties daarvan van mijn uitgever TRAFFORD PUBLISHING in Canada ontvangen. Ik veronderstel dus dat zij inmiddels een aardig spaarpotje moet hebben opgebouwd om onze juristen te betalen. Ik ben het daarom ook met jou eens dat we samen met ons drieën om de tafel moeten gaan zitten om een kapitaalkrachtige onderneming op te bouwen als vervolg op jouw boek PROFIT FROM PROJECTS onder het aloude motto: THERE'S NO PROFIT LIKE NON PROFIT.

1993-1995 SPAANS OP SCHOOL
In april 1993 heb ik op instigatie van mijn medebestuurslid van de STICHTING CERVANTES BENELUX - oud Philipsdirecteur Chili en Argentinië, de heer J.W. VAN AALST - de activiteiten voor de stichting moeten staken in verband met een vervuild bedrijvenbestand in Latijns-Amerika. Nadien heb ik mij voornamelijk gewijd aan bestuurlijke activiteiten ten behoeve van de VERENIGING SPAANS OP SCHOOL, thans VERENIGING DOCENTEN SPAANS IN NEDERLAND. Dit heeft ertoe geleid dat het Spaans in 1998 - 350 jaar na de Vrede van Munster - als volwaardig examenvak in het Nederlandse regulier onderwijs is ingevoerd en ik mij nadien heb mogen verheugen in het eerste Spaanse staatsbezoek aan Nederland sinds de Tachtigjarige Oorlog. Toenmalig staatssecretaris TINEKE NETELENBOS van onderwijs heeft toen een belangrijke bijdrage geleverd aan die erkenning van het Spaans. Thans is het onze gemeenschappelijke taak om voor die groepering werkgelegenheid te creëren, hetgeen ook een bijdrage kan leveren aan de impasse waarin de wereldeconomie thans is verzeild geraakt.

CERVANTESKRING
Rond de opening van de nieuwe vestiging van DE BAAK in DRIEBERGEN in 2001 heb ik HARRY STARREN verzocht van zijn Baak-kring een zogenaamde CERVANTESKRING af te splitsen: een groep Nederlandstalige topfunctionarissen - zowel uit de overheid als het bedrijfsleven - die geïnteresseerd zijn in de handelsrelatie tussen de Benelux en de Spaanstalige wereld (Spanje en Latijns-Amerika). Volgens de voorspellingen in de megatrends van managementgoeroe John Naisbitt verplaatst het economisch zwaartepunt van de Europese Unie zich naar het zuiden van Spanje. Dat process is thans gaande. Daartoe is men in Málaga reeds met de uitbreiding van de luchthaven aan het werk en wordt er hard gewerkt aan de verbetering van de infrastructuur: nieuwe metro en hogesnelheidstrein. Leden van de CERVANTESKRING worden dan ook de klanten van het CERVANTES MANAGEMENT CENTRE in TORREMOLINOS als HARRY STARREN zijn werk terzake naar tevredenheid heeft verricht.

VAN 1997 TOT HEDEN
Vanaf 31 augustus 1997 tot heden heb ik mij vooral beziggehouden met de oplossing van de Dianaproblematiek in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, integriteitsmanagement, het change management in de VERENIGDE STATEN, de opbouw van het
CERVANTESNETWERK en het leggen van contacten met mijn Spaanstalige collega's in de ASOCIACIÓN EUROPEA DE PROFESORES DE ESPAÑOL met congressen en colloquia in CÁCERES (2001), MOSKOU (2002), LORCA (2002), ALCALÁ DE HENARES (2003), SEGOVIA (2004), VALLADOLID (2005), PARIJS (2006), MÁLAGA (2006), SANTANDER (2007), MADRID (2008) en BUENOS AIRES (april 2009) en de FEDERACIÓN INTERNACIONAL DE ASOCIACIONES DE PROFESORES DE ESPAÑOL (FIAPE) in twee congressen te TOLEDO (2005) en GRANADA (2007). Ik hoop dat je mijn boek LETTERS TO DIANA, PRINCESS OF WALES in dat verband inmiddels hebt ontvangen.

PROFIT FROM PROJECTS ­ Don't miss the millions!
Ik ben thans begonnen met het lezen van jouw boek. Veel herkenbare elementen. Ik denk dat we de hierboven vermelde structuur kunnen gebruiken voor onze organisatie met behulp van het internet. Ik beschik naast het handelsmerk
INSTITUTO CERVANTES in de BENELUX over de domeinnamen www.cervantes.nu,
www.cervantesweb.nl, www.cervantesweb.be, www.cervantesonline.nl, www.cervantesonline.be, www.cervantesonline.info, www.cervantesonline.biz, www.cervantesonline.tv, www.cervantesonline.co.uk, www.cervantesonline.com, www.cervantesonline.net, www.cervantesonline.name, www.cervantesonline.org, www.cervantes.be, www.cervantessite.nl, www.cervantesonline.eu en www.cervantesonline.ch.. Zoals gezegd dienen de Spanjaarden hun domeinnaam www.cervantes.nl over te dragen aan het INSTITUTO CERVANTES BENELUX. Zodra we een goed produktenpakket via deze kanalen kunnen afzetten moeten de miljoenen wel kunnen binnenkomen, denk ik. P.S. Staat CMC op jouw visitekaartje voor CERVANTES MANAGEMENT CENTRE? Dat lijkt mij een goede binnenkomer. Met hartelijke groet, Drs J.L. van der Heyden NIJMEGEN CC LIESBETH HALBERTSMA Bijlagen: 1. Getuigschrift DE BAAK d.d. juli 1991, 2. Artikel De verloofde van Diana d.d. 27 mei 2006, 3. Brief van Don Julio Sampedro d.d. 17 juli 1989, 4. Orderbevestiging Letters to Diana, Princess of Wales t.b.v. Drs Jan Bloem.

24 MAART 2009 DILEMMA'S TE LIJF TER ATTENTIE VAN DRS J.G. BLOEM