Drs Jan G. Bloem RA CMC PSOpartners BILTHOVEN Datum: Maandag 16 maart 2009 Betreft: BUSINESS MODEL Kenmerk: 20090316JHJB
FOTO BOVEN: 2005 LA PAZ DE VALLADOLID
Beste Jan, Langs deze weg wil ik je van harte danken voor de genoten gastvrijheid vorige week maandag 9 maart van 15:00 tot 17:00 uur in De Hoefslag te Bosch en Duin. Je hebt mij daar de gelegenheid gegeven om als een soort IN DE HOOFDROL mijn levensverhaal te spuien vanaf het moment dat ik in 1977 als eerste graads docent Spaanse Taal en Letterkunde ben afgestudeerd op de schrijver Don Miguel de Cervantes en zijn Don Quijote de la Mancha. Nu dit verhaal nog vers in mijn geheugen zit lijkt het mij goed dit zowel voor jou als voor mijzelf te reproduceren naar aanleiding van hetgeen de bijeenkomst 'Profit from Projects' op woensdag 18 februari jongstleden in De Biltse Duinen heeft opgeroepen. Met name inzake de ontwikkeling van de administratieve gegevensverwerking van stencilmachine tot volledig geautomatiseerde projectenorganisatie.
START VAN MIJN
BEDRIJF
In 1978 ben ik samen met mijn toenmalige echtgenote, twee vrienden
en twee zussen in Wijchen begonnen met een taleninstitituut. Ik
gaf Spaans en mijn beide zussen Frans en Engels. Op zolder in
de Nachtegaalstraat 28 hebben we 3000 strooifolders gestencild.
In de wandelwagen met mijn op 10 november 1976 geboren zoon Mark
heb ik de folders met de afbeelding van het kasteel te Wijchen
huis aan huis verspreid ten behoeve van het Wijchens Talen Instituut.
Mijn echtgenote en een collega-onderwijzeres van mij zaten aan
de telefoon om de aanmeldingen op te vangen. In september 1978
zijn wij toen in de Prins Willem-Alexanderschool gestart met 128
cursisten Frans, Spaans en Engels, verdeeld over zes lesgroepen.
Voor 25 gulden per maand kregen zij gedurende het seizoen 1978/1979
28 wekelijkse lesbijeenkomsten van een uur. Het lesmateriaal werd
geleverd door uitgeverij Holland Publishers B.V. van de heren
G.P. Boogaard
uit Bosch en Duin en L.A. de Vries uit Leidschendam. Zij waren
tevens de eigenaren van het NATIONAAL INSTITUUT VOOR ONDERWIJS
EN WETENSCHAPPEN (NIOW v.o.f.) waarvoor ik reeds vanaf 1975 Spaanse
lessen had verzorgd in Arnhem. De boekhouding werd op een simpele
doorschrijfboekhouding gevoerd. Van rechtspersonen hadden wij
in die tijd nog geen verstand.
1979 FRANS-SPAANS INSTITUUT B.V.
Het NIOW was
in die tijd een succesvol bedrijf. In een gesprek dat ik ooit
in de Mesdaglaan 1 met G.P.
Boogaard heb gevoerd had hij mij laten weten dat hij in zijn
beste tijd elfduizend cursisten heeft gehad. Het succes van zijn
bedrijf kwam voornamelijk voort uit de ongecompliceerde organisatievorm
waarbinnen een beperkt produktengamma werd uitgezet in een breed
netwerk van cursusplaatsen in de grote steden. Cursussen Engels
voor beginners (Elementair I) tot de opleidingen voor de examens
First Certificate en Proficiency van de universiteit van Cambridge
die in Nederland door The
British Council werden georganiseerd. Dezelfde cursussen Engels
werden in een aantal kleinere plaatsen ook georganiseerd door
het gespecialiseerde INSTITUTE
OF ENGLISH STUDIES dat vanuit VEENENDAAL
werd gerund door de heer P.W.
(Paul) Karis en zijn echtgenote. Het was een BV met de heren
Boogaard,
De Vries en Karis
als enige aandeelhouders. Zij hebben mij in 1978 bezocht in Wijchen
met het voorstel een gespecialiseerd instituut Spaans en Frans
op te zetten à la INSTITUTE
OF ENGLISH STUDIES. Gezien mijn zevenjarige vooropleiding
(1970-1977) zou ik gekozen hebben voor een gespecialiseerd instituut
in de Spaanse taal met de naam INSTITUTO
CERVANTES. Maar voor uitsluitend cursussen
Spaans was de markt te krap om er een boterham mee te verdienen.
Daarom hebben wij toen de BV FRANS-SPAANS
INSTITUUT (FSI BV) opgericht. De heer Boogaard
droeg zorg voor de oprichtingsacten. Het aandelenkapitaal bedroeg
40.000 gulden (?). Ik heb hierin een belang genomen van 25.000
gulden (?). De heren Boogaard,
De Vries en Karis
namen ieder een participatie van 5000 gulden (?) plus een prioriteitsaandeel,
voor zover ik mij kan herinneren. Hierdoor werd ik directeur-werknemer
(dus geen CEO), waardoor ik mijn rechten op de sociale voorzieningen
als voormalig onderwijzer kon behouden. Voor het gebruik van de
know how van de heren werd 45.000 gulden op voorhand ten laste
gebracht van het bedrijfsresultaat in het eerste jaar, in verband
met het exclusiviteitsrecht (license-fee). We zijn begonnen op
mijn huisadres in de Nachtegaalstraat 28 in Wijchen. In juli 1979
nam ik als onderwijzer ontslag van de school aan de Dobbelmannweg
in Nijmegen waar ik vanaf 1971
voor de klas had gestaan. We lieten een dakkapel bouwen en op
onze zolder werd het eerste kantoor ingericht. We begonnen met
een bureau, een stencilmachine, een kopiëermachine, een IBM-schrijfmachine,
een zogenaamd PAS-dozensysteem voor alle kantoorbenodigdheden,
een telefoon met twee lijnen die zowel op de kantoorkamer als
in de woonkamer kon worden gebruikt en een zogenaamd Monodex-systeem,
ook wel "het blauwe systeem" genoemd. Het was een blauwe
plastic standaard voor op het bureau dat ik aan de wand had gemonteerd.
Hierin bevonden zich tabbladen waarin dikke kartonnen stroken
konden worden gestoken. Voor elke geplande cursusplaats was er
zo'n blad en zo'n strook en ook voor elke geplande cursusgroep.
Voor elke cursist en docent maakten we een strookje op de schrijfmachine.
Dit was de meest rudimentaire vorm van wat later een database
zou gaan worden. Voor de aanmeldingen gebruikten wij voorbedrukte
inschrijfformulieren, zogenaamde vti's (verzoeken tot inschrijving)
en bvi's (bewijzen van inschrijving). Voor automatische tekstverwerking
gebruikten wij een zogenaamde Scribona. Dat was een op een bureau
gemonteerde schrijfmachine met een geheugen dat gekoppeld was
aan een magneetband. Op die magneetband stonden 500 selectienummers
voor 500 verschillende documenten (van 000 tot 499). Ter voorbereiding
van de start van mijn instituut ging ik in de winter van 1979
elke vrije woensdagmiddag naar VEENENDAAL
om daar namens de door de heren Boogaard
en De Vries opgerichte Stichting Nationaal Onderwijs met behulp
van de Scribona leslokalen aan te vragen bij de Colleges van Burgemeester
en Wethouders van de gemeenten waar wij onze cursussen hadden
gepland. De Scribona was indertijd het hart van de organisatie.
Hij ratelde dag en nacht. Zowel in VEENENDAAL
als op het NIOW-kantoor van de heer De Vries in 's-Gravenhage.
In die tijd werden ook de docenten voor de geplande cursussen
aangetrokken op free lancebasis. Als lid van een werkgroep Spaanse
leerganganalyse onder leiding van mijn voormalige docent vakdidaktiek
Dr Cees van
Esch trok ik de meeste docenten Spaans aan van de huidige
Radboud Universiteit.
De docenten Frans kwamen hoofdzakelijk uit het relatiecircuit
van mijn jongste zus die bij De Gelderse Leergangen de tweede
graads docentenopleiding Frans en Engels had voltooid. Het FRANS-SPAANS INSTITUUT
werd in 1979 dus een volledige JOINT
VENTURE met het INSTITUTE
OF ENGLISH STUDIES (IES). De cursussen Engels van het WIJCHENS TALEN INSTITUUT werden bij het IES ondergebracht. Ik deed alles
in volledige samenwerking met Paul
Karis en startte bij de planning met 24 cursusplaatsen binnen
een straal van 120 kilometer rondom Wijchen met uitlopers tot
Bussum, Emmeloord, Roosendaal en Hengelo (Ov.). Cursisten werden
geworven middels een strooifoldercampagne door INTERLANDEN SPREIGROEP.
Daartoe hadden we strooifolders laten drukken met twee antwoordkaarten.
De zomermaanden waren buitengewoon hectisch en veel tijd voor
een privéleven was er niet. Nochtans was de start veelbelovend.
Wij begonnen met 750 cursisten verdeeld over zo'n 45 groepen.
Gedurende het cursusjaar 1979/1980 wijdde ik mij - vanuit mijn
onderwijskundige achtergrond - hoofdzakelijk aan de contacten
met mijn docenten middels lesbezoeken en besprekingen op de zaterdagen,
alsmede aan productontwikkeling voor het nieuwe cursusjaar.
1980/1981 HET
TWEEDE CURSUSJAAR VAN HET FRANS-SPAANS INSTITUUT
Het was mijn intentie onze cursisten en docenten zolang mogelijk
aan onze organisatie te binden. Daarom boden wij gedurende het
bestaan van onze organisatie jaarlijks een vervolgopleiding aan
aan onze cursisten. Dit jaar had ik besloten het FSI verder uit
te ontwikkelen tot een gespecialiseerd instituut in romaanse talen
en heb toen ook het Italiaans en Portugees in het programma opgenomen.
Voorts uitgebreid naar 35 cursusplaatsen met uitlopers naar Heerlen
en Maastricht in zuidelijke richting en Bergen op Zoom in het
westen. Dit was mijn meest succesvolle jaar. De cursistenwervingscampagne
heb ik toen zeer intensief aangepakt en daarbij veel medewerking
ondervonden van plaatselijke huis-aan-huis-kranten. Deze free
publicitykanalen leverden mij veel cursisten op in plaatsen waar
we het niet zouden verwachten als Boxtel,
Druten, Grave en Elst (Gld). Het cursistenaantal verdubbelde bijna
tot 1450. Ik denk dat mijn imago als "succesvolle Nederlandse
zakenman" als vermeld in aangehecht artikel "De verloofde
van Diana" in Het Parool van 27 mei 2006 in die tijd is ontstaan.
Het schortte echter nogal aan kwaliteit van het geboden onderwijs vanuit didactisch standpunt bezien. Mijn collega's van IES en NIOW bouwden hoofdzakelijk voort op de verworvenheden van het toenmalige erkend schriftelijk onderwijs van instellingen als Nederlands Talen Instituut (NTI) en Leidse Onderwijs Instellingen (LOI). De cursisten dienden een lesmap te kopen van hun uitgeverij Holland Publishers BV met hoofdzakelijk grammatica- en vertaaloefeningen. Daarmee kreeg ik mijn cursisten echter niet aan het communiceren in Spanje. Daarom ben ik in dit jaar ook een samenwerking aangegaan met het instituut SAMPERE uit Madrid. Het werd een uitwisselingsprogramma op het gebied van lesmateriaal en cursisten. In de lijn van mijn vakcollega's Peter Slagter (tv-presentator van VAMOS A VER, VAMOS A VER MÁS en POR FAVOR voor TELEAC) en Kees van Esch heb ik getracht langzaam over te schakelen van de grammatica-vertaalmethode naar de zogenaamde functioneel-notionele benadering. Kijken we nu naar de marktontwikkeling.
1980: RAMPJAAR
VOOR NIOW EN IES
Terwijl ik mij mocht verheugen in een sterke groei ging het bij
mijn zusterinstellingen NIOW en IES volledig mis. Enigszins vergelijkbaar
met de huidige economische crisis, maar dan op bedrijfsniveau.
Het particulier initiatief is altijd de voortrekker geweest van
nieuwe ontwikkelingen die gauw door andere partijen worden gevolgd.
Dat gold in dit jaar met name ten aanzien van de opkomst van gesubsidiëerde
dag/avondscholen voor volwassenen die cursussen Engels aanboden
tegen prijzen waartegen particuliere instellingen niet konden
concurreren. Dit leidde tot een gigantische terugval in cursisten
Engels bij beide instellingen. Het IES viel terug van 3300 op
1850 cursisten. Er diende dus te worden gereorganiseerd.
DE REORGANISATIE
In die tijd werd er op de Mesdaglaan 1 te Bosch en Duin een vergadering
belegd met als aanwezigen de heer L.A. de Vries, het echtpaar
G.P. Boogaard,
het echtpaar P.W.
Karis en het echtpaar J.L. van der Heyden. Wij waren het met
ons allen eens dat er drastische maatregelen getroffen dienden
te worden om de zogenaamde NIOW-groep in leven te houden. Op de
eerste plaats diende er drastisch te worden bezuinigd. Besloten
werd tot omzetting van de drie bedrijven in drie afzonderlijke
besloten vennootschappen. Aangezien het FSI financieel geen verliesposten
kende werd deze vennootschap omgezet in een fifty/fifty partnership
met LINGUARAMA UNITED KINGDOM van talengoeroe Richard Lewis onder
de naam LINGUARAMA
NEDERLAND BV. De heer Paul
Karis werd tot directeur benoemd van deze nieuwe activiteit.
Een succesvolle activiteit van het NIOW waren op dat moment hun
trainingen geweest die intern in bedrijven werden verzorgd. Mijn
medeaandeelhouders hadden derhalve besloten tot de oprichting
van twee BV's met dezelfde naam. NIOW V.o.f. werd omgezet in NIOW
BMO BV (BMO staat voor buitenschools mondeling onderwijs), waarin
alle bedrijfsinterne opleidingen werden ondergebracht en het INSTITUTE OF ENGLISH
STUDIES onderging een naamsverandering en werd omgedoopt tot
NIOW-TALEN BV.
Hierin werden alle cursorische activiteiten ondergebracht welke
in den lande in schoolgebouwen door FSI, IES en NIOW werden verzorgd.
Dit leverde met name een fixe kostenbesparing op. De lesduur van
de meeste cursussen werd teruggebracht van 1 1/4 uur tot 1 uur
en er werden drie achtereenvolgende cursussen tussen 19:00 en
22:00 op een avond gepland teneinde te bezuinigen op lokaalhuur
en docentkosten (reiskosten per cursusgroep). Dit leek financieel
interessant vanuit bedrijfskundig oogpunt, maar deze fictieve
cursusprijsverhoging heeft ook veel cursisten gekost. Bij de start
van het nieuwe bedrijf rekenden wij op 7000 cursisten uitgaande
van de bestaande aantallen. Het werden er uiteindelijk 5.800 en
ik werd de directeur. De heer Boogaard
heeft nog op dezelfde avond - na onze mondelinge goedkeuring -
besloten tot de aankoop van het pand Boslaan 6 in ZEIST
om daarin het zenuwcentrum van de organisatie onder te brengen.
Het IES-kantoor op De Schelf in VEENENDAAL
werd met een ton verlies verkocht en LINGUARAMA
NEDERLAND werd in de Boslaan 6 ondergebracht in het kleine
kamertje links naast de ingang. Door succesvol onderhandelen heb
ik en mijn toenmalige echtgenote ons huis in Wijchen kunnen verkopen
en met eigen middelen het pand Plattenberg 2 te Maarn verworven.
Dit fusieproces staat ook beschreven in mijn NIEUWSBRIEF
001. Ik citeer: Dit verhaal doet mij denken aan een situatie
in 1982. Mijn toenmalige echtgenote P.E.M. van Hulst en ik hadden
in twee jaar tijd - van 1979 tot 1981 - in goede harmonie met
het INSTITUTE
OF ENGLISH STUDIES in VEENENDAAL
een bloeiend bedrijf opgebouwd. In het eerste jaar 750 cursisten.
In het tweede jaar 1450 cursisten. In 1981 kwam het IES en het
NIOW in grote problemen. In opdracht van de heer G.P.
Boogaard heeft het accountantskantoor Klijnveld-Kraayenhoff
en Meijburg & Co te Utrecht een reorganisatievoorstel laten
maken. In het voorjaar van 1981 heeft toen een bespreking plaatsgevonden
ten huize van de heer G.P.
Boogaard in de Mesdaglaan 1 te Bosch en Duin. Hierbij waren
aanwezig: de heer G.P.
Boogaard en zijn echtgenote M. Boogaard-Mackay; de heer P.W. Karis en
zijn echtgenote Jopie Rieker; De heer L.A. de Vries; de heer J.L.
van der Heyden en diens toenmalige echtgenote P.E.M. van Hulst.
Tijdens die bijeenkomst is tot reorganisatie van de groep besloten.
De vergadering is niet goed genotuleerd. Er zijn op die avond
- met name door de heer Boogaard
- mondelinge toezeggingen gedaan die achteraf niet zijn nagekomen.
Het water stond de heren tot aan de lippen. Na afloop van de bespreking
heeft het gezelschap een bezoek gebracht aan het pand Boslaan
6 te ZEIST, dat in
die tijd te koop stond. De heer Boogaard
bleek achteraf al tot aankoop van dat pand te hebben besloten
en had daartoe uiteraard onze goedkeuring nodig. Hij heeft mij
op die avond laten weten dat het pand eigendom zou worden van
de nieuwe vennootschap NIOW-TALEN
B.V., een omzetting van het INSTITUTE
OF ENGLISH STUDIES B.V., waarover ik de directie zou gaan
voeren. Mijn bedrijf Frans-Spaans Instituut B.V., waarin de heren
de Vries en Boogaard
een prioriteitsdaandeel hadden, werd dan omgezet in LINGUARAMA
NEDERLAND B.V. als werkmaatschappij van het Britse LINGUARAMA UNITED KINGDOM van Richard Lewis, voormalig docent Engels aan
het Keizerlijk Hof van Tokyo en auteur van de BBC-serie WALTER AND CONNIE.
Mijn directiefunctie is daarbij toen overgenomen door de heer
P.W. (Paul) Karis.
Hij kreeg een vijftig procent belang in het nieuwe bedrijf. De
andere helft kwam in handen van het Britse moederbedrijf, waarvan
de belangen werden behartigd door het bedrijf Bucele in Zwitserland,
als ik mij niet vergis. Snel werden de maatregelen getroffen.
Het pand aan de Boslaan werd aangekocht. De administraties werden
gecentraliseerd. 'Het NIOW' verhuisde van het pand aan de Zamenhoflaan
in ZEIST naar de Boslaan
6. NIOW-medewerkster Petra Koek nam met haar toenmalige partner
Paul van der Lugt (bekend van radio en t.v.) haar intrek in dat
voormalige NIOW-kantoor aan de Zamenhoflaan. De familie Van der
Heyden verhuisde niet lang daarna naar de Plattenberg 2 te Maarn.
Een jaar later was het rapport van Klynfeld
Kraayenhoff en Meyburg
& Co gereed en is in aanwezigheid van de hierboven vermelde
personen - m.u.v. mijn voormalige echtgenote P.E.M. van Hulst
- op hun kantoor te Utrecht gepresenteerd. Het rapport was onthutsend.
Het pand aan de Boslaan 6 was niet - volgens afspraak - in de
vennootschap NIOW-TALEN
B.V. (aandeelhouders De Vries, Boogaard,
Karis en Van
der Heyden ieder 25%) ondergebracht, maar in de vennootschap NIOW
B.M.O. B.V. (voortgekomen uit NIOW v.o.f., aandeelhouders Boogaard en de
Vries, ieder 50%). Het rapport was voor de heer Karis
aanleiding om zich direct uit die constructie terug te trekken
met mijn voormalige bedrijf en ging met LINGUARAMA
NEDERLAND B.V. verder in een pand aan de Venestraat te 's-Gravenhage,
niet ver van Paleis
Noordeinde.
Tijdens een daartoe gehouden bespreking in de Tweede Schuytstraat te 's-Gravenhage in oktober 1982 is tot terugtrekking van de heer Karis uit de groep besloten en notariëel vastgelegd door het notariskantoor Beusekom en Van Dijk aan de Groot Hertoginnelaan. Er is toen ook besloten tot een nieuwe aandelenverhouding binnen NIOW-TALEN B.V. (Van der Heyden 1/3, Boogaard 1/3, De Vries 1/3). Aangezien de heren Boogaard en de Vries binnen NIOW B.M.O. B.V. ieder 50% van de aandelen bezat verloor Van der Heyden de facto de zeggenschap over zijn eigen bedrijf. Het rapport van Klynfeld Kraayenhof, ook wel KKC-rapport genoemd, gaf voorts nog aan dat NIOW-TALEN B.V. voor meer dan Hfl. 600.000 aan dubieuze debiteuren had openstaan op een omzet van Hfl. 2 mio. Hierdoor verwerd mijn taleninstituut van opleidingsbedrijf tot incassobureau, waarmee ik nooit enige affiniteit heb gehad. Tot en met 1987 heb ik gezien hoe mijn bedrijf werd leeggezogen. Reden waarom ik mij in dat jaar uit die constructie heb teruggetrokken. Met name de belangenverstrengeling inzake de zogenaamde 'Stichting Nationaal Onderwijs' was voor mij niet langer acceptabel.
1981/1982 EERSTE
JAAR NIOW-TALEN
Dit was - ondanks het bovenstaande - het mooiste jaar van ons
bedrijf. Ik werd verantwoordelijk voor de samenvoeging van drie
netwerkorganisaties tot een geoliede landelijk opererende organisatie
in 75 cursusplaatsen en delegeerde de plaatselijke coördinatie
aan 28 districtleiders in 28 districten. De basis voor automatisering
van de administratieve organisatie was gelegd.
1982/1983 AUTOMATISERING
VAN HET BEDRIJF
Nadat wij in twee jaar tijd de financiële problematiek van
het bedrijf tot een goed einde hadden gebracht en er weer ruimte
was voor nieuwe groei heb ik mij na het vertrek van onze computerspecialist
Paul Karis
ervoor ingezet om de administratie van het bedrijf te automatiseren.
Daartoe had de heer Boogaard
de heer Henk Cozijnsen uit de Griffensteynselaan in ZEIST
ingeschakeld die daartoe ten bedrage van 25.000 gulden een vooronderzoek
heeft verricht. Op zijn advies hebben wij ons nadien gewend tot
het automatiseringsbedrijf MINIHOUSE
van de heer THEO
MULDER uit Alphen aan den Rijn, het huidige MULTIHOUSE AUTOMATISERING
aan de Doesburgweg 7 in Gouda met in die tijd een dépendance
in Apeldoorn. Besloten werd tot de aankoop van een PDP 11/23 bij
Digital in Utrecht met een opslagcapaciteit van twee schijven
van 10 megabytes. Eén schijf voor de programma's en de
tweede voor de bestanden. Uitsluitend databases. Hieraan gekoppeld
een console en drie werkstations. De computer (Centrale Verwerkings
Eenheid/Central Processing Unit CPU) werd geplaatst in de voormalige
kamer van de heer Karis,
die na zijn vertrek werd ingenomen door mevrouw Marianne Boogaard
MacKay. Zij zou hierop later de boekhouding gaan voeren voor alle
aangesloten bedrijven, t.w. NIOW-TALEN
BV, NIOW-BMO BV, STICHTING NATIONAAL ONDERWIJS, HOLLAND PUBLISHERS
BV en INSTITUUT VOOR BEDRIJFSKUNDIGE OPLEIDINGEN (IBO) BV. Voor
deze boekhouding kon gebruik gemaakt worden van het bestaande
boekhoudprogramma FARAO.
Voor NIOW-TALEN
werd speciale applicatiesoftware ontwikkeld in DIBOL met de naam
ORAKEL.
Het eerste scherm bevatte de BASISGEGEVENS van de verschillende administraties: CURSUSSEN,
CURSUSPLAATSEN, CURSISTEN, DOCENTEN en een statistiekprogramma. Deze administraties
werden gekoppeld aan het boekhoudprogramma FARAO.
Om dit programma te leren kennen heb ik met onze procuratiehoudster
MARIANNE BOOGAARD MACKAY voor 1250 gulden in Gouda een tweedaagse cursus
gevolgd. Het bij het programma behorende handboek was zo dik als
de DON QUIJOTE DE LA MANCHA.
Marianne Boogaard was goed in de materie thuis, aangezien zij
al vanaf de start van het NIOW altijd de boekhouding had gevoerd.
Ik beschikte voordien niet over haar deskundigheid op dat gebied,
maar heb toen een globaal beeld gekregen van hoe het programma
werkte. Ik was met name enthousiast over de in het programma opgenomen
KOSTENPLAATSENADMINISTRATIE. Door een koppeling te maken met de verschillende
districtcodes zou ik dan ook inzicht krijgen in de financiële
positie van de 28 verschillende districten en hun districtleiders.
Dit zou mij bij NIEUW
ELAN later ook van pas komen inzake de aldaar gevoerde PROJECTENADMINISTRATIE met hetzelfde programma FARAO.
In dit verband hebben wij met de zogeheten NIOW-GROEP toen een
flinke veer moeten laten. De in FSI-tijd in rekening gebrachte
know how-vergoeding van 45.000 gulden werd door mijn medeaandeelhouders
teruggebracht tot 30.000 gulden. Dit betrof een vergoeding voor
het exclusieve gebruik van de know how die mijn collega's tijdens
de ontwikkeling van hun bedrijf hadden opgebouwd. Ten behoeve
van de automatisering hebben wij toen die exclusieve kennis logischerwijs
aan de heer Cozijnsen moeten overdragen voor zijn onderzoek. De
invoering van het computersysteem zou een relatief zware investering
worden op een omzet van ongeveer 1,8 miljoen gulden. De kosten
zouden kunnen worden gedrukt wanneer MINIHOUSE
het voor ons ontwikkelde ORAKEL-programma
zou mogen doorverkopen aan een ander instituut. Gezien onze budgettaire
beperkingen hadden wij geen andere keus en zijn daar toen mee
accoord gegaan. Het gehele project werd voor 300.000 gulden geoffreerd.
In november 1982 heb ik met mijn collega's Boogaard
en De Vries die investeringsbeslissing genomen. 125.000 voor de
hardware en 175.000 voor de software. Het systeem werd opgeleverd
in maart 1983 en vanaf dat moment werd de applicatiesoftware op
het adres van MINIHOUSE
in Gouda ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van hun projectleider
JOHAN
VAN ZUIDAM. De input werd geleverd door mij. De eerste maanden
werden de basisgegevens CURSUSSEN, CURSUSPLAATSEN, CURSISTEN en DOCENTEN op het systeem gezet. In die tijd - een relatief
rustige periode gedurende de maanden maart en april - hield ik
mij met mijn personeel grotendeels bezig met het "inkloppen"
van de bestaande en geplande bestanden. Elke cursus kreeg een
cursuscode van drie posities, elke cursist een cursistcode bestaande
uit de eerste vier letters van de achternaam, de eerste drie letters
van de woonplaats en een volgnummer voor het geval er verschillende
cursisten met dezelfde cursistcode zich voordeden zoals Jansen
uit Nijmegen (JANSNIJ1 etc.). Dit gold ook voor de docenten. Voor de CURSUSPLAATSEN gebruikten
wij de eerste drie cijfers van het postcodesysteem. Vandaar dat
ik praktisch elk plekje op de Nederlandse landkaart weet te vinden
en elke gebeurtenis in samenhang als een soort helderziende weet
te plaatsen. Mede door mijn persoonlijke contacten met al die
mensen binnen dit netwerk als
SPIN IN HET WEB en vanaf november 1982
als medebestuurslid van de VERENIGING
VAN INSTELLINGEN VOOR BUITENSCHOOLS MONDELING ONDERWIJS (VBMO)
tot augustus 1988.
WAAR EN WANNEER
ONTSTONDEN DE PROBLEMEN?
In de zomermaanden van 1983 kwamen wij serieus in de problemen.
De geautomatiseerde afhandeling van de cursusgeldenadministratie
werd besproken tussen de heer VAN
ZUIDAM en MARIANNE BOOGAARD-MACKAY
terwijl ik verantwoordelijk was voor het gebruik van ORAKEL.
Ik kreeg daarbij de opdracht alle nieuwe systeemonderdelen te
testen. Een disaster van de eerste orde. Bij MINIHOUSE
werkte het FARAO-team
in Apeldoorn en het ORAKELTEAM
in Gouda. Van een duidelijke onderlinge afstemming bleek nauwelijks
sprake. In augustus, de drukste tijd van het jaar, werden de laatste
programmaonderdelen geïmplementeerd. Van mij werd door MINIHOUSE
in die tijd verwacht dat ik het programma zou testen terwijl op
ons kantoor de telefoon roodgloeiend stond. In die inschrijfperiode
dienden wij met een beperkte bezetting zo'n 40.000 tot 50.000
reacties te verwerken. Mede in verband met een speciale huis-aan-huiskrant
die onder 3,3 miljoen
Nederlandse gezinnen werd verspreid.
Met een landelijke dekking. De krant werd geproduceerd door mijn
districtleider in de provincie Zeeland, de heer Ben
Flore te Goes, in samenwerking met het bedrijf Hansnel in
Utrecht. Van alle in de cursussen geïnteresseerden schreef
zich in de regel 10 procent in en wij streefden naar een bestand
van 7000 cursisten. Daarop was ook onze begroting gebaseerd. Uiteindelijk
werden het er 'slechts' 3500. Om onze exploitatie kloppend te
houden dienden wij ons te wenden tot een bank. Directeur Minnaar
uit Langbroek van de Crediet & Effectenbank aan de Boulevard
in ZEIST is ons toen
terwille geweest. Het zou een jaarlijks terugkerend exploitatietekort
blijven van 150.000 gulden die als een molensteen om onze nek
bleef hangen. Het voert te ver om hier in een kort tijdsbestek
uit te leggen waar de boekhoudkundige problemen zich voordeden,
maar ik weet nog exact waar die problemen zaten. Mijn collega
Boogaard had
daar echter geen helder beeld van. Er ontstonden verschillen in
de bedragen die op de girorekening van NIOW-TALEN
BV binnenkwamen en de bedragen die in FARAO
waren geregistreerd. Die bedragen kwamen hoger uit, waardoor de
indruk werd gewekt dat er geld verdween. Dat was echter geenszins
het geval. Het kwam voort uit de beginsituatie waarbij abusievelijk
inschrijvingen dubbel werden geregistreerd en er geen koppeling
in het programma bestond waarin bij het verwijderen van cursistgegevens
de aangemaakte openstaande posten bleven 'hangen'. Dit gaf een
vertekend verwachtingspatroon. Ik heb begrepen dat wij niet het
enige bedrijf zijn geweest met dit probleem. Achteraf begrijp
ik nu ook waarom mijn collega's in 1987
hadden besloten de cursusgelden voor onze tolk-vertalersopleiding
op de rekening van NIOW-BMO BV te laten binnenkomen. Ik had daar
echter - terwijl mij geen décharge was verleend - geen
toestemming voor gegeven. Ten gevolge van deze problematiek ben
ik enkele jaren niet in staat geweest om de juiste jaarstukken
te laten produceren waarop ik mijns inziens in 1988
terecht ben aangesproken.
APPLE IIC
Ik vervolg met het automatiseringsgebeuren. In de winter van 1987
heb ik in de Hilvertshof in Hilversum - in privé - voor
Hfl. 2500,- een computertje gekocht met een tekstverwerkingsprogramma,
spreadsheet en database. Het was een Apple IIC. Het werkte nog
met floppy disks en het was de eerste gelegenheid waarbij ik met
een spreadsheet leerde werken. Uitstekend geschikt voor een kosten-baten
analyse en het vervaardigen van een financiële prognose voor
het nieuwe cursusjaar. Ik had mij in die tussentijd ook iets meer
in de accountancy verdiept. Hiermee had ik berekend dat het mogelijk
was om het bedrijf NIOW-TALEN
BV in het seizoen 1987/1988
zonder verliesposten af te bouwen. Er diende dan wel te worden
gewerkt aan een nieuw toekomstperspectief van de terugtredende
directeur.
VERTREK ALS NIOW-DIRECTEUR
Als lid van de vakbond UNIE BLHP zijn er toen in het voorjaar
van 1987
onderhandelingen gevoerd onder leiding van mijn toenmalige buurman
en vakbondsbestuurder H.J. Neuman. Ik had inmiddels al drie burn
outs achter de rug als gevolg van de toenmalige volksziekte nummer
één: de managersziekte. De gesprekken hebben plaatsgevonden
in Hotel
Kerckebos in ZEIST
op 17 en 21 maart
1987. Tijdens deze gesprekken heb ik een juridische procedure
afgedwongen om onze verschillen van inzichten door een rechter
te laten beoordelen, nadat de heer De Vries had laten weten dat
een bestuurder hoofdelijk aansprakelijk kon worden gesteld ten
gevolge van de in die tijd nieuw aangenomen anti-misbruikwet.
Hierdoor ontstond een juridisch steekspel tot oktober 1988.
Dat begon met mijn door de UNIE
BLHP afgedwongen ontslag op 7 juli 1987
op het advocatenkantoor Derks,
Star, Busman te Utrecht nadat ik de twee computerschijven
- die ik in verband met mogelijk brandgevaar op de Boslaan om
veiligheidsredenen ook op mijn huisadres bewaarde - op verzoek
van mijn procuratiehoudster Boogaard-MacKay had overgedragen aan
mevrouw MIEKE DE BRUIN
van het IBO.
SBO, NIEUW
ELAN EN DON QUIJOTE
In 1986 heeft RENÉ
DE JONG uit s'Gravenhage het instituut DON
QUIJOTE opgericht als voortzetting van mijn samenwerkingsactiviteit
met ESTUDIO INTERNACIONAL SAMPERE
te MADRID. Aangezien
hier mijn hart lag, de cursistenaantallen van NIOW-TALEN
jaarlijks terugliepen en de organisatiestructuur onwerkbaar werd,
ben ik mij in die tijd meer gaan oriënteren op de Nederlands-Spaanse
handelsrelatie en de contacten die ik inmiddels binnen dit netwerk
had opgebouwd vanaf juli 1968. In 1985 had ik in samenwerking
met de zoon van mijn buurman Neuman (drs economie) een onderzoek
voor NIOW-TALEN
laten uitvoeren door een groep studenten van de HEAO te Alkmaar
naar nieuwe opleidingsmogelijkheden voor ons bedrijf. In 1986
had ik behoefte aan meer marktgegevens inzake opleidingsbehoeften
voor hispanisten (afgestudeerde Spanjekenners) in de Nederlands-Spaanse
handelsrelatie. Daartoe heb ik in die tijd een nieuwe stichting
opgericht met de latere naam Stichting
Beroepsgerichte Opleidingen (SBO) teneinde hierin van het
NIOW onafhankelijk onderzoek te laten verrichten. Daartoe heb
ik toen - samen met mijn toenmalige studiecoördinator en
mijn toenmalige free lance districtleidster in Amstelveen DRS HELEN PORCELIJN - contact gekregen
met het arbeidsbureau in Amsterdam. Wij kregen toen een goede
medewerking van de heer Peter Stoks, marketing manager bij het
arbeidsbureau aan de Singel. Op kosten van het arbeidsbureau werd
een behoefteonderzoek uitgevoerd in het World
Trade Centre in Amsterdam en op de Luchthaven
Schiphol. De resultaten van dit onderzoek gaven aan dat er
een zeer belangrijk arbeidsmarktgebied braak ligt binnen de relatie
Nederland en de Spaanstalige wereld terwijl de kaartenbakken van
de arbeidsbureaus gevuld waren met hoogwaardig geschoolde afgestudeerde
academici. Ik bleef derhalve geïnteresseerd in de doelgroep
afgestudeerde hispanisten en besloot daarvoor een arbeidsmarktplan
te maken. Het arbeidsbureau had de SBO
ook een opleidingsproject tot Internationaal Stafmedewerker gegund
met een begroting van 300.000 gulden, waardoor ook een deel van
de stichtingskosten konden worden vergoed. Dit project was weer
een gevolg van het advies dat ik als VBMO-bestuurslid
op het Ministerie
van Onderwijs in Zoetermeer had gekregen om - als door de
arrondissementsrechtbank te Utrecht beëdigd vertaler in en
uit de Spaanse taal - een tolkenopleiding in Nederland op te zetten.
Vanaf 28 januari 1988 is er een juridische civielrechtelijke procedure gevoerd. De rechtbank van Utrecht heeft terzake op 9 augustus 1989 vonnis gewezen. In die tussentijd heb ik vanaf november 1988 tot en met oktober 1989 deelgenomen aan een door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekostigde managementopleiding van DE BAAK/NIEUW ELAN met de naam Assistant-to-the-Manager (AtM). Voor deze cursusgroep waren 1250 kandidaten. Na een intensieve testperiode werd ik als een van de oudste cursisten tot deze voor mij verrijkende opleiding toegelaten. Een keer per maand werd er een cursusmodule van drie tot vijf dagen verzorgd in de lokaties Hotel Belvedere te Noordwijk, Congrescentrum Woudschoten te ZEIST, het Huis te Eerbeek en een lokatie in Amsterdam Osdorp. Binnen dit kader werd ik als stagiair geplaatst bij het opleidingsinstituut zelf en constateerde al direct dezelfde problematiek als in mijn vorige werkkring. Nu werd mijn medewerking echter wél op prijs gesteld. Ik leerde daar werken op een Apple Classic. Hiermee werkten alle cursusleiders die ik later met LIESBETH HALBERTSMA tot projectleiders heb omgedoopt. Wij werkten op een eenvoudig tekstverwerkingsprogramma in AppleWorks, een upgrade van de IIC. NIEUW ELAN-oprichter Tjeb Maris had inmiddels op mijn instigatie een Spanjeproject opgezet dat onder mijn leiding zou moeten worden uitgevoerd. Het werd een samenwerkingsproject tussen DE BAAK/NIEUW ELAN, de Nederlandse en Spaanse Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met de werkgeversorganisaties VNO en CEOE van beide landen, het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering (NCH), de Universidad Complutense in Madrid en het instituut CERYSE in Madrid onder leiding van voormalig directeur DON JULIO SAMPEDRO van PHILIPS IBÉRICA. Binnen mijn stageproject had ik een adviesbureau in ontwikkeling met de naam SPAIN CONSULT. In juli 1989 heb ik voor RADIO NEDERLAND WERELDOMROEP in het Spaans een interview afgegeven over bovenstaand project - dat in Spanje de naam NUEVO ESPÍRITU droeg - ten overstaan van de heer CONSTANTINO DE MIGUEL in het programma EXPERIENCIAS HOLANDESAS hetgeen nog staat vermeld in de brief van 17 juli 1989 van de heer SAMPEDRO.
Dit project dat op 1 september 1989 in HOTEL WIENTJES te Zwolle van start is gegaan - heb ik niet meer onder mijn verantwoordelijkheid kunnen uitvoeren omdat mijn aandacht werd gevraagd voor de oplossing van een intern organisatie-probleem bij het opleidingsinstituut zelf.
OKTOBER 1989 START SAMENWERKING MET LIESBETH
HALBERTSMA
In oktober 1989
is de juridische problematiek inzake SBO
en NIOW tijdens een comparitie van partijen op de Arrondissementsrechtbank
te Utrecht definitief afgerond. In die tussentijd had mijn zelf
ontwikkelde spreadsheetprogramma goede diensten verricht. Ik had
inmiddels van de bij NIEUW
ELAN lopende projecten een kosten-batenanalyse gemaakt, inclusief
de vaste kosten van de activiteit en de bijdrage aan de vaste
kosten per project. Mijn berekeningen toonden aan dat de in ontwikkeling
zijnde STICHTING
NIEUW ELAN
bij de start onder leiding van toenmalig VNO-voorzitter
CEES VAN LEDE
zou moeten starten met een exploitatietekort van 2 miljoen gulden
op een omzet van 7 miljoen. De heer VAN
LEDE zou in dat geval hoofdelijk aansprakelijk worden voor
de door de stichting te lijden schade. De directie van DE
BAAK heeft toen een ijzersterke strategische zet gedaan door
mij vanaf 1 november 1989
te koppelen aan LIESBETH
HALBERTSMA. Liesbeth had een soortgelijke achtergrond. Doctoraal
afgestudeerd andragologie en organisatiekunde. Afkomstig van het
adviesbureau BOER
& CROON en met affiniteit met en kennis van de accountancy.
Maar juridisch het allerbelangrijkste: zij gebruikte bij DE
BAAK hetzelfde computerprogramma ORAKEL
en FARAO
en was ook geconfronteerd met dezelfde problematiek. Haar collega
ELLIE VAN EGMOND was de systeembeheerder en deed hetzelfde werk
als ondergetekende bij NIOW-TALEN.
De administratie voor NIEUW
ELAN werd in Hotel DE
BAAK in Noordwijk gevoerd door COLETTE VAN HOUTEN. Zij
had een aardig beeld van de projectenadministratie middels de KOSTENPLAATSENADMINISTRATIE van FARAO. Echter
geen volledig beeld van kosten en baten en BIJDRAGEN PER PROJECT AAN DE VASTE KOSTEN. Ik moest hieraan denken tijdens onze bespreking
afgelopen 18 februari in Bilthoven toen er werd gesproken over
het toekennen van volledige verantwoordelijkheid over een project
aan een projectleider. Dat ging in die tijd bij NIEUW
ELAN volledig de mist in. Projectleiders maakten contractafspraken
met hun opdrachtgevers zonder daarbij de kosten van het management
in hun offertes mee te berekenen. Dit heeft er in januari 1990
toe geleid dat de gehele top van het management van NIEUW
ELAN moest worden ontslagen en het bedrijf nog enige tijd
kon worden voortgezet onder leiding van mij en Liesbeth
totdat de activiteit definitief van DE
BAAK kon worden ontkoppeld in juni 1991
nadat ik haar op 5 januari van dat jaar had laten weten met de
ontwikkeling van een opleidingsinstituut in Spanje aan het werk
te willen.
HET COMPUTERNETWERK
VAN NIEUW
ELAN
Bij NIEUW ELAN
ben ik ook verantwoordelijk geweest voor de automatisering. Ik
citeer hiertoe het door LIESBETH
opgestelde en door DRS
H.W. LULOFS ondertekende getuigschrift van juli 1991:
"Noordwijk, juli 1991 Getuigschrift betreffende de heer J.L. van der Heijden L.S. De heer J.L. van der Heijden is werkzaam geweest bij onze activiteit NIEUW ELAN in de periode 30 oktober 1989 tot 15 juli 1991. Hij is begonnen als office-manager en hoofd van het secretariaat. In deze functie heeft hij planningssystemen en werkprocedures ontwikkeld en ingevoerd. Nadien is het secretariat hiërarchisch decentraal ondergebracht bij de medewerkers voor wie zij werken en verviel de functie van hoofd secretariaat. De heer Van der Heijden kreeg, mede door het vertrek van de staffunctionarissen PR en automatisering een ander takenpakket: hij werd verantwoordelijk voor de automatisering, zowel de hardware als de software. Taak was het in ontwikkeling zijnde netwerk af te maken. Ook viel onder zijn verantwoordelijkheid de registratie en archivering van personele gegevens en arbeidsvoorwaarden. Tot slot viel de portefeuille "algemene zaken" onder de heer Van der Heijden. Hieronder viel het regelen van de verhuizing van het bedrijf, de inkoop van kantoorartikelen en het opstellen van notulen, contracten, overeenkomsten en brochures. De heer Van der Heijden heeft zich steeds laten zien als een personeelslid met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, een grote betrokkenheid voor het geheel, een klantgericht optreden naar buiten en met gevoel voor kwaliteit en zorgvuldigheid in de door hem vervulde werkzaamheden. Door de overgang naar een andere organisatievorm is deze staffunctie komen te vervallen. Ondersteuning op het terrein van o.a. personeelsbeheer en automatisering zal in de toekomst door de moederorganisatie worden verschaft. Wij wensen de heer Van der Heijden veel success in zijn verdere loopbaan. Hoogachtend, Drs. H.W. Lulofs" Ik onderhield de contacten met Appledealer Stonehouse - thans - MacHouse - in Woerden en dat doe ik nu - na 18 jaar - nog steeds.
AUGUSTUS 1991: DE WEG NAAR EL DORADO
Dit betekende ook direct definitief het einde van mijn werkzaamheden
voor DE BAAK.
De ontslagonderhandelingen werden gevoerd op het kantoor van advocaat
en procureur Mr. Gijsbrecht van Amstel
te WIJK
BIJ DUURSTEDE. Liesbeth
heeft daarbij toen bedongen bij mijn verdere keuzeproces betrokken
te blijven. Dit heeft de heer van
Amstel toen in aanwezigheid van mijn zaakwaarnemer van de
UNIE, de heer Kemper, medegedeeld.
Hiermee ben ik toen mondeling accoord gegaan. Vervolgens heeft Liesbeth mij op 17 juli 1991 in Utrecht een loopbaanadvies laten geven door de heer drs. Bert Schaake, directeur van Adviesbureau Psychotechniek B.V.
Met dat advies ben ik toen aan het werk gegaan en heb mij in de eerste week van augustus in mijn caravan teruggetrokken op de camping ELDORADO bij Mook-Plasmolen. Hier heb ik toen een netwerkanalyse gemaakt en in een case study vastgelegd waaruit ik nadien zwaarwichtige strategische keuzes heb gemaakt.
1992
VAN PARIJS NAAR SPANJE
Dit nieuwe keuzeproces leidde ook tot discrepantie binnen mijn
huwelijk. Op advies van een voormalige collega - projectleidster
LEONORE THOLEN bij
NIEUW ELAN
- hadden wij terzake een relatietherapeut ingeschakeld. De heer
Steven Matthijsen in de Oranje Nassaulaan in ZEIST.
Nadat wij in januari een bod op ons huis kregen en ik na een bezoek
aan EXPOLANGUES in Parijs in februari een Valentijnskaart in Noordwijk
had afgegeven hebben mijn toenmalige echtgenote en ik op 4 maart
1992
tot echtscheiding besloten op het advocatenkantoor van Mr. G.A.M.
(Gijs) de Vries in Woudenberg. Hierover heb ik Liesbeth persoonlijk
verslag uitgebracht op 22 april 1992
op ons kantoor aan de Parallelboulevard
in Noordwijk. Zij vond dat "knap gedaan". Daarna
ben ik op 30
april voor zes weken in mijn
MAZDA 626 naar Spanje vertrokken. Hiervan
staat mijn reisverslag
op het internet. In die tussentijd had ik op advies van de heer
Van Amstel ook mijn handelsmerk
INSTITUTO CERVANTES bij het Benelux Merkenbureau gedeponeerd en dat
op de Spaanse ambassade aan toenmalig cultureel attaché
mevrouw Alonso medegedeeld. Zij heeft mij toen laten weten dat
de Spaanse overheid
ook van plan was in Utrecht een Instituto Cervantes op te zetten
onder verantwoordelijkheid van drie Spaanse ministeries. Reden
waarom ik tijdens mijn
reis door Spanje ook een bezoek heb gebracht aan de hoofdvestiging
van dat Spaanse instituut in Alcalá
de Henares op 18
mei 1992. Ik heb toen gesproken met toenmalig secretaris-generaal
don Juan Gimeno
Ullastres. Hij reageerde toen enthousiast op mijn plannen
maar was van mening dat eerst het probleem van de naam moest worden
opgelost. Afgelopen zomer had ik in Madrid
na zestien jaar weer een ontmoeting met hem.
Deze keer als rector van de Spaanse UNIVERSIDAD EDUCATIVA NACIONAL A DISTANCIA (UNED), de Spaanse Open Universiteit. Naar aanleiding van zijn opmerking op 18 mei 1992 heb ik mij in dat jaar na terugkomst gewend tot het advocatenkantoor NAUTA DUTILH in Amsterdam en op hun kantoor op 8 oktober 1992 de STICHTING CERVANTES BENELUX opgericht. De ontwikkelingen die hieruit zijn voortgekomen staan volop beschreven op mijn website. Met name vanaf 31 juli 1996, de datum waarop ik heb besloten om alle binnen ons beleidskader bonafide activiteiten met de naam CERVANTES aan elkaar te koppelen. Vier kroonprinsen (BENELUX en SPANJE) en de moeder van een kroonprins (GROOT-BRITTANNIË) heb ik bij mijn plannen betrokken. Alles op eigen kracht conform Liesbeths advies (Bouw alleen op jezelf en op niemand anders) en met eigen middelen. Na Diana's overlijden op 31 augustus 1997 heb ik Liesbeth een volmacht verstrekt om alle juridische zaken met betrekking tot het handelsmerk Instituto Cervantes in de Benelux, de Stichting Cervantes Benelux en de Limited Company Instituto Cervantes England and Wales tot een goed einde te brengen in goede samenwerking met de daarbij betrokken juristen als Anthony Julius in Londen, Mr Gijsbrecht van Amstel in Bunnik, het Haags Juristen College, Mr Abraham Moszkowicz en Knijff merkenadviseurs in Weesp. Hoewel ik via Google heb vastgesteld dat mijn boek LETTERS TO DIANA PRINCESS OF WALES in de gehele Engelstalige wereld wordt verkocht (Canada, VS, Australië, India, Zuid-Afrika, Nieuw Zeeland, Groot-Brittannië, Ierland, etc.) en inmiddels een flink bedrag aan royalties moet hebben opgeleverd, heb ik nauwelijks enige royalties daarvan van mijn uitgever TRAFFORD PUBLISHING in Canada ontvangen. Ik veronderstel dus dat zij inmiddels een aardig spaarpotje moet hebben opgebouwd om onze juristen te betalen. Ik ben het daarom ook met jou eens dat we samen met ons drieën om de tafel moeten gaan zitten om een kapitaalkrachtige onderneming op te bouwen als vervolg op jouw boek PROFIT FROM PROJECTS onder het aloude motto: THERE'S NO PROFIT LIKE NON PROFIT.
1993-1995 SPAANS OP SCHOOL
In april 1993
heb ik op instigatie van mijn medebestuurslid van de STICHTING
CERVANTES BENELUX - oud Philipsdirecteur Chili en Argentinië,
de heer J.W.
VAN AALST - de activiteiten voor de stichting moeten staken
in verband met een vervuild bedrijvenbestand in Latijns-Amerika.
Nadien heb ik mij voornamelijk gewijd aan bestuurlijke activiteiten
ten behoeve van de VERENIGING
SPAANS OP SCHOOL, thans VERENIGING
DOCENTEN SPAANS IN NEDERLAND. Dit heeft ertoe geleid dat het
Spaans in 1998
- 350 jaar na de Vrede
van Munster - als volwaardig examenvak in het Nederlandse
regulier onderwijs is ingevoerd en ik mij nadien heb mogen verheugen
in het eerste Spaanse
staatsbezoek aan Nederland sinds de Tachtigjarige Oorlog.
Toenmalig staatssecretaris TINEKE
NETELENBOS van onderwijs heeft toen een belangrijke bijdrage
geleverd aan die erkenning van het Spaans. Thans is het onze gemeenschappelijke
taak om voor die groepering werkgelegenheid te creëren, hetgeen
ook een bijdrage kan leveren aan de impasse waarin de wereldeconomie
thans is verzeild geraakt.
CERVANTESKRING
Rond de opening van de nieuwe vestiging van DE
BAAK in DRIEBERGEN
in 2001
heb ik HARRY STARREN
verzocht van zijn Baak-kring
een zogenaamde CERVANTESKRING
af te splitsen: een groep Nederlandstalige topfunctionarissen
- zowel uit de overheid als het bedrijfsleven - die geïnteresseerd
zijn in de handelsrelatie tussen de Benelux en de Spaanstalige
wereld (Spanje en Latijns-Amerika). Volgens de voorspellingen
in de megatrends van managementgoeroe John
Naisbitt verplaatst het economisch zwaartepunt van de Europese
Unie zich naar het zuiden van Spanje. Dat process is thans gaande.
Daartoe is men in Málaga reeds met de uitbreiding van de
luchthaven aan het werk en wordt er hard gewerkt aan de verbetering
van de infrastructuur: nieuwe metro en hogesnelheidstrein. Leden
van de CERVANTESKRING
worden dan ook de klanten van het CERVANTES
MANAGEMENT CENTRE in TORREMOLINOS
als HARRY STARREN
zijn werk terzake naar tevredenheid heeft verricht.
VAN 1997 TOT HEDEN
Vanaf 31
augustus 1997 tot heden heb ik mij vooral beziggehouden met
de oplossing van de Dianaproblematiek in Frankrijk
en het Verenigd
Koninkrijk, integriteitsmanagement, het change management
in de VERENIGDE
STATEN, de opbouw van het CERVANTESNETWERK en het leggen van contacten met mijn Spaanstalige
collega's in de ASOCIACIÓN
EUROPEA DE PROFESORES DE ESPAÑOL met congressen en
colloquia in CÁCERES
(2001),
MOSKOU
(2002),
LORCA
(2002),
ALCALÁ
DE HENARES (2003),
SEGOVIA
(2004),
VALLADOLID
(2005),
PARIJS
(2006),
MÁLAGA
(2006),
SANTANDER
(2007),
MADRID
(2008)
en BUENOS
AIRES (april 2009)
en de FEDERACIÓN INTERNACIONAL
DE ASOCIACIONES DE PROFESORES DE ESPAÑOL (FIAPE) in
twee congressen te TOLEDO
(2005)
en GRANADA (2007).
Ik hoop dat je mijn boek LETTERS
TO DIANA, PRINCESS OF WALES in dat verband inmiddels hebt
ontvangen.
PROFIT FROM PROJECTS Don't miss the millions!
Ik ben thans begonnen met het lezen van jouw boek. Veel herkenbare
elementen. Ik denk dat we de hierboven vermelde structuur kunnen
gebruiken voor onze organisatie met behulp van het internet. Ik
beschik naast het handelsmerk INSTITUTO
CERVANTES in de BENELUX
over de domeinnamen www.cervantes.nu,
www.cervantesweb.nl,
www.cervantesweb.be,
www.cervantesonline.nl,
www.cervantesonline.be,
www.cervantesonline.info,
www.cervantesonline.biz,
www.cervantesonline.tv,
www.cervantesonline.co.uk,
www.cervantesonline.com,
www.cervantesonline.net,
www.cervantesonline.name,
www.cervantesonline.org,
www.cervantes.be,
www.cervantessite.nl,
www.cervantesonline.eu
en www.cervantesonline.ch.. Zoals
gezegd dienen de Spanjaarden hun domeinnaam www.cervantes.nl over
te dragen aan het INSTITUTO
CERVANTES BENELUX. Zodra we een goed produktenpakket via deze
kanalen kunnen afzetten moeten de miljoenen wel kunnen binnenkomen,
denk ik. P.S. Staat CMC op jouw visitekaartje voor CERVANTES
MANAGEMENT CENTRE? Dat lijkt mij een goede binnenkomer. Met
hartelijke groet, Drs J.L. van der Heyden NIJMEGEN CC LIESBETH
HALBERTSMA Bijlagen: 1. Getuigschrift DE
BAAK d.d. juli 1991,
2. Artikel De verloofde van Diana d.d. 27 mei 2006, 3. Brief van
Don Julio Sampedro d.d. 17 juli 1989, 4. Orderbevestiging Letters
to Diana, Princess of Wales t.b.v. Drs Jan Bloem.
24 MAART 2009 DILEMMA'S TE LIJF TER ATTENTIE VAN DRS J.G. BLOEM